"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Overspannen democratie

Zondag, 27 oktober, 2019

Geschreven door: Gijs van Oenen
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Met algoritmes kom je ook te weten wat de burger wil

De schrijver
[Recensie] Gijs van Oenen is universitair hoofddocent praktische filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij publiceert over politieke filosofie, democratie en recht. Van zijn hand verschenen onder meer Ontregelde orde (2002) en Nu even niet (2011).

Waar gaat het boek over?
Van Oenen reduceert democratie tot burgerparticipatie. Burgers die blanco stemmen voldoen aan hun democratische plicht, maar drukken er geen voorkeuren mee uit. Hoe moet je het stemgedrag van deze burgers interpreteren? Volgens Gijs van Oenen weigeren ze nog langer de actieve, participerende burger uit te hangen. Ze zijn het beu om de democratie te dienen. Hiermee illustreert Van Oenen een kernpunt uit zijn Overspannen democratie: een democratie kan zó goed functioneren dat ze zich tegen zichzelf keert. De burger is moe-geparticipeerd. Een ander kernpunt is dat de democratie zowel emancipatie als zelfdisciplinering vooronderstelt: burgers mogen in alle vrijheid hun mening bepalen, maar die mening telt alleen als ze een bepaalde vorm heeft. Zowel rechtse (PVV, FvD) als linkse (Occupy) populisten weigeren deze regels van het spel. Zij nemen democratie te letterlijk, stelt Van Oenen. “Werkelijke democratie zou naar hun overtuiging een einde moeten maken aan de frustraties die de ‘reëel bestaande’ democratie kenmerken, zoals achterkamertjes, traagheid, compromissen en feitelijke heerschappij van elites.” Die eenduidigheid is een illusie: spanningen en tegenstrijdigheden zijn noodzakelijk verbonden aan democratie, aldus Van Oenen. Een probleem is ook dat de zuilen zijn verdampt, daardoor voelen weinig burgers zich goed vertegenwoordigd in de parlementaire democratie. Zoals een PVV-congresganger het uitdrukte: “De beste partij, dat ben ik zelf”.

De oplossing
Hoe kun je deze burgers in een democratie beter bedienen? In het laatste hoofdstuk bepleit Van Oenen een ‘algoritmische democratie’. Stel dat we allemaal zoveel tijd en energie en vrije avonden zouden hebben dat we ons kunnen gedragen als ideale participerende burgers. Hoe spreken wij ons dan uit? Van Oenen stelt dat onderzoekers en instituties, van Maurice de Hond tot het Sociaal Cultureel Planbureau, onze wensen en verlangens al goed kunnen peilen. Met transparante algoritmes kan de overheid wellicht ook voorspellen hoe wij ons als ideale burgers zouden uitspreken zonder dat ons eerst om feedback wordt gevraagd. Dat klinkt misschien een beetje als Orwells ‘1984’, maar Van Oenen denkt dat deze proactieve overheid de burgers juist beter dan ooit tegemoet zal komen. De blanco stem is dan, in theorie, verleden tijd. Intrigerende passage “We voelen ons verplicht om emancipatoir en democratisch ‘alles uit onszelf te halen wat erin zit’, wat in feite een eufemisme is voor: Het is nooit genoeg. Juist omdat we zo graag interactief willen zijn en omdat we zo’n groot belang hechten aan democratie, raken we overbelast en kunnen we interactieve betrokkenheid niet altijd meer opbrengen.”

Redenen om dit boek niet te lezen
Van Oenen combineert een filosofische analyse van democratie met een concreet, misschien wel ironisch bedoeld voorstel om de nadelen van het huidige systeem via algoritmes te ondervangen. Dat is best avontuurlijk voor een filosoof, maar is participatie echt het hoofdprobleem van de huidige democratie? Mijn gedachten dwalen af naar de afschaffing van de dividendbelasting, die door geen enkel wetenschappelijk onderzoek wordt ondersteund, naar de onmacht rondom acute problemen als de instortende huizen in Groningen. Er is een stuitend gebrek aan degelijke politieke besluiten. En dan zwijg ik even over visies voor de lange termijn. Waarom reduceert Van Oenen democratie tot burgerparticipatie en uiteindelijk tot een feedback-probleem?

Hereditas Nexus

Redenen om dit boek wel te lezen
Van Oenen en ziet democratie ‘als een levenswijze en een cultuur, die haar neerslag vindt in de instituties van de moderne burgerlijke samenleving’. Dat is een interessante kijk op een fenomeen dat in vele landen wordt bedreigd. Hij geeft soms verrassend heldere analyses op hedendaagse verschijnselen in onze democratie, zoals de invloed van de media op onze meningsvorming en de manier waarop emancipatie en zelfdisciplinering elkaar versterken. Hij prikkelt, schrijft helder en brengt de lezer op nieuwe ideeën.


Eerder verschenen op Trouw en Tanny Dobbelaar

Boeken van deze Auteur:

Overspannen democratie. Hoge verwachtingen, paradoxale gevolgen

Nu even niet!