"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Panorama West

Zaterdag, 12 november, 2011

Geschreven door: Wanda Bommer
Artikel door: Carmen Meuffels

Een onthullend familie-uitje op Terschelling

Op het Waddeneiland Terschelling maken Martijn en zijn vriendin Britt een wandeling. Wat een ontspannende bezigheid zou moeten zijn, is in de openingsscene van Bommers derde roman, Panorama West, het tegenovergestelde. Het is koud, grauw, nat en donker en de stemming daalt tot onder het nulpunt: Martijn en Britt lijken niets anders te kunnen doen dan bakkeleien. Hun ruzie loopt zo hoog op dat Martijn de laarsloze en tot op het bot verkleunde Britt alleen achterlaat. Daarmee eindigt de wandeling, en tevens het eerste van de drie delen waaruit de roman is opgebouwd vrij abrupt. Maar niet voordat we te weten zijn gekomen dat Martijn drie jaar eerder ook op Terschelling was. Met zijn ex. Die op mysterieuze wijze om het leven gekomen is.

Bommer laat de spanning die een dergelijk onopgelost mysterie vanzelfsprekend oproept beurtelings wegebben en weer opkomen. De relationele twijfels en frustraties van Britt, vanuit wie we het eerste deel beleven, worden onderbroken door banale constateringen, die een welkom tegenwicht bieden aan de moedeloze stemming. Zo constateert Britt dat er een aanhoudende, penetrante oliebollenlucht hangt in hun appartement:

‘Het appartement dat ze gehuurd hebben bevindt zich in het achterhuis van een bakkerij. En de bakker bakt. Hij bakt oliebollen. Waarschijnlijk moet hij alle eilanden van oliebollen voorzien. Of Terschelling heeft de grootste oliebollendichtheid ter wereld. Of de man heeft een afwijking. Hoe dan ook, feit is dat hij al vijf nachten oliebollen bakt.’

Na het open einde van het eerste deel verdwijnt Britt uit het verhaal. In het tweede en verreweg omvangrijkste deel van de roman moet zij plaatsmaken voor Martijns ex Francis. Figuurlijk dan: het tweede deel omvat een lange flashback waarin Martijn zijn week met zijn ex en haar familie op Terschelling herdenkt. Die week verloopt stormachtig: Martijns schoonvader laat hem (naar Martijn vermoedt met opzet) de boot missen op de heenweg, en bij aankomst blijkt Martijn een huisje in het appartementencomplex Panorama West te moeten delen met niet alleen zijn geliefde, maar ook met haar zus Gemma en diens man en zoontje.

Boekenkrant

Alsof dat nog niet erg genoeg is, blijkt Gemma ook nog eens ronduit irritant te zijn. Zo refereert ze vaker dan nodig en met een zeker genoegen aan de kater die Martijn op een avond heeft opgelopen, en sluit ze hem en Francis buiten wanneer ze niet op tijd (lees: voor de door haar ingestelde avondklok) thuis zijn. Alles wat ergerniswekkend is aan Gemma en aan de andere familieleden wordt gelukkig ruimschoots gecompenseerd door Martijns grenzeloze liefde voor Francis en zijn daaruit voortvloeiende geluksgevoel. Zonder te vervallen in kleffe dialogen of overdreven metaforen maakt Bommer Martijns romantische gevoelens op een vertederende manier invoelbaar: ‘Ik ken Francis Cornelisse nog maar een halve dag, maar weet dat vanaf nu alles anders zal worden.’

Martijns roze bril kan echter niet verhinderen dat de sfeer binnen huisje Goudsbloem en binnen de gehele familie gestaag verslechtert. Wanneer de zussen geen ruzie hebben, zijn de kinderen van Francis’ zus Chantal zoek, en wanneer de kinderen gevonden zijn en het nieuwe jaar aanbreekt, barst Francis’ moeder om onduidelijke redenen uit in een onbedaarlijk gehuil. Drama alom, en ondertussen zijn we geen stap dichter bij de opheldering van het mysterie dat aan het begin werd opgeroepen.

Toch blijft de spanning aanwezig, al is dat meer te danken aan het feit dat we als lezers wéten dat er nog een onthulling moet komen dan aan de zinnen waarin Bommer de spannende sfeer expliciteert. Zinnen zoals ‘er hangt al voldoende spanning in huisje Goudsbloem. De atmosfeer knettert ervan’ doen het effect eerder teniet en lijken te getuigen van een onderschatting van de lezer, die ook zonder een dergelijke constatering al lang begrepen heeft wat er aan de hand is.

Zulke zinnen heeft Bommer helemaal niet nodig: Panorama West is spannend, en de uiteindelijke onthulling de moeite van het wachten waard. Dat wachten voelt overigens dikwijls niet aan als wachten; de soapserieachtige familietaferelen bieden genoeg leesvermaak. Bommers derde roman eindigt mooi cyclisch op dezelfde manier als hij begon: met een beschrijving van de wandeling van Martijn en Britt. In deel drie wordt precies dezelfde scène beschreven, met als enige verschil het perspectief: ditmaal zijn we deelgenoot van Martijns beleving. Alle losse eindjes worden in dit laatste deel door Bommer keurig aan elkaar geknoopt, terwijl het open einde tegelijkertijd de spanning handhaaft die Panorama West van begin af aan tot een intrigerende roman maakt.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De Ark

Auteur:
Wanda Bommer
Categorie(ën):
Literatuur

Springbonen

De bijvangst

Panorama West