"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Paradijs

Vrijdag, 30 december, 2016

Geschreven door: Luuk Imhann
Artikel door: Monique van Gaal

Een fatalistische avonturenroman

Het oerwoud in de debuutroman Paradijs van Luuk Imhann is geenszins het paradijs zoals wij dat voor ogen hebben. Nee, in dit boek staat het paradijs symbool voor de waanzin die de jonge student Boas te lijf gaat tijdens een expeditie in het verre Maleisië.

Paradijs begint om precies te zijn op dag twaalf van een jungle-expeditie aan de voet van de Mount Kinabalu. Boas, de ik-persoon in dit verhaal, is samen met vier biologen en twee lokale gidsen op pad. Terwijl de biologen ieder zo hun eigen fascinatie hebben, is het Boas vooral te doen om ‘op zoek te gaan naar mezelf in dit regenwoud”. Konraad Golding (naar Joseph Conrad en William Golding, c.q. verwijzing naar de vermeend gelijksoortige boeken Heart of darkness en Lord of the flies?) is de onbetwiste leider van de groep en tevens de man van Lilith, de enige vrouw in het gezelschap. Eén fascinatie hebben zij met elkaar gemeen: die voor de neusapen. De zoektocht naar een groot mannelijk exemplaar, Wilson noemen zij hem, loopt als een rode draad door het verhaal.

Vaders wil is wet

De waanzin komt de lezer al direct op de eerste bladzijden tegemoet: “Een stem in mijn hoofd stelt vragen. Ben ik de enige die bang is dat deze expeditie verkeerd zal aflopen?” De biologen zijn helemaal niet blij met de aanwezigheid van Boas, en vragen hem keer op keer naar de reden van zijn deelname aan deze trip. Het was Boas’ vader, ook een bioloog, die voor hem een plekje in de expeditie had geregeld. De vader die ooit uit Afrika was teruggekeerd als een gebroken man, door de martelingen die hij er had ondergaan. Ondanks deze traumatische ervaring wil hij koste wat kost dat ook zijn zoon bioloog wordt. Boas heeft echter zo zijn eigen ideeën:

Dans Magazine

“Ik zie uit naar het einde van deze expeditie, als ik mijn vader eindelijk kan zeggen dat hij het kan vergeten, zijn zoon als bioloog, en dat ik andere dingen wil doen met mijn leven, ook al weet ik niet meer wat.”

Het verhaal doet levensecht aan, zelfs als Imhann ons toont dat Boas over wel heel veel fantasie beschikt. Iedereen die ooit in de jungle is geweest, zal weten dat het enige tijd en moeite kost wil je een bijzonder dier spotten. In Paradijs echter, vliegen de neushoornvogels je om de oren, en moet je de dieren haast van je afslaan: “Ik zie kikkerbekken wegvliegen, vliegende eekhoorns het luchtruim kiezen en gibbons ineen duiken van angst.” Ontelbare kruipdiertjes maken de expeditieleden het leven zuur: “Als Olav opstaat, veegt hij de kevers en mieren van zijn broek en shirt. Konraad loopt naar hem toe en plukt twee schorpioenen van zijn rug.” En dan is daar nog Raaf, de vogel die in Boas’ hoofd is begonnen met praten.

Van kwaad tot erger

De waanzin in Paradijs neemt hand over hand toe. In uiterst gedoseerde bewoordingen, zonder ook maar een enkele overbodige zin ertussen te proppen, vertelt Imhann wat zich daar in een tijdsbestek van slechts een paar dagen afspeelt. Het begint met de twee stukken bot die opeens uit het been van gids Yong omhoog steken, zonder dat hier een oorzaak voor aan te wijzen is. Dan volgen ziekte, gekte, verdwijning, de dood. Totdat Boas er uiteindelijk helemaal alleen voor komt te staan.

Paradijs is ontzettend knap geschreven; elke zin is relevant. Bovendien doen de eenvoudige woorden en simpele structuur haast veronderstellen dat het Imhann geen enkele moeite moet hebben gekost om zijn verhaal op papier te zetten. De natuurgetrouwe personages zijn stuk voor stuk geloofwaardig neergezet. Hun interactie en ratio zo menselijk en, desondanks of juist daardoor, zo fatalistisch en desastreus.

Zoetjesaan begint de lezer Boas’ wereld te doorzien. Zijn vader vindt hem ‘het grootste beest’ van allemaal. Is Boas het aan zichzelf verschuldigd om te lijden? “Ik droom dat ik in een inrichting zit”, zegt hij. Of zit hij in een inrichting en droomt dat hij in de jungle is? Hoe dan ook, de gekte in Paradijs is indrukwekkend en beklemmend. “Alleen waanzin brengt orde in de chaos”, zegt Raaf wijselijk. En zo komt het paradijs dan toch ook naderbij.

Eerder verschenen op Recensieweb

Boeken van deze Auteur:

Paradijs

Auteur:
Luuk Imhann
Categorie(ën):
Literatuur

Paradijs