"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Piek

Maandag, 9 oktober, 2017

Geschreven door: Anders Ericsson
Artikel door: Jaap Meijers

Talent bestaat helemaal niet

[Essay] Er is een ‘war for talent’ aan de gang. In razend tempo verschijnen er boeken en blogposts over talent en talentontwikkeling, en over hoe je talentvolle millenials behaagt en binnenhaalt. Maar wat ís talent eigenlijk? Volgens de Zweedse psycholoog Anders Ericsson kunnen we ophouden met zoeken: talent bestaat helemaal niet.

Het vreemde is dat al die boeken, net als de managers die ze lezen, geen duidelijke definitie kunnen geven voor talent. Volgens sommigen gaat het om de slimste mensen, of degenen met het hoogste opleidingsniveau, of de mensen met de meeste relevante ervaring. Sommige bedrijven gebruiken het woord ’talent’ om ál het personeel aan te duiden, waardoor de term nogal betekenisloos wordt.

Psycholoog Anders Ericsson onderzoekt al dertig jaar de bijzondere prestaties van schaakkampioenen, steratleten, wonderkinderen en topmuzikanten. Hij schreef samen met een wetenschapsjournalist een overzicht van zijn bevindingen. Het boek, in het Nederlands uitgekomen als Piek, Hoe gewone mensen buitengewoon kunnen presteren, leert vooral dat als je ergens goed in wil worden, er niks anders op zit dan toewijding en vooral gericht te oefenen.

Het meest verrassend aan Ericssons onderzoek is dat hij beweert dat talent helemaal niet bestaat. Wat we doorgaans talent noemen, is niets meer dan dingen die we hebben geleerd door te oefenen. Hij zag het in al zijn onderzoeken. “Begin jaren negentig keken we naar studenten van een beroemde vioolopleiding in Berlijn. Het meest verbazingwekkend was dat de beste eerstejaars allemaal heel veel tijd hadden besteed aan gericht oefenen. Als aanleg de belangrijkste factor zou zijn, dan zou je veel meer verschil zien in hoeveel tijd ze hadden besteed aan oefenen”.

Boekenkrant

Volgens de hoogleraar psychologie aan de Florida State University is het enige werkelijke talent een talent dat we allemaal hebben, namelijk het vermogen om iets te leren. Maar is er dan helemaal niet zoiets als aanleg, of aangeboren talent? “Je kunt als wetenschapper niet zomaar zeggen dat iets niet bestaat. Maar ik moet de eerste persoon nog tegenkomen die zonder te oefenen iets bijzonders meteen kan. Ik heb in al die jaren geen enkel geval kunnen vinden van uitzonderlijk talent dan niet plausibel te verklaren is met oefenen.”

Talent bestaat niet, het lijkt zo ongelofelijk. Toen Max Verstappen onlangs als jonge debutant ooit een Grand Prix won, roemde iedereen zijn opmerkelijke talent. Voormalig Formule 1-wereldkampioen en race-legende Mario Andretti noemde Verstappen een ‘zeldzaam talent­’. Voormalig coureur Robert Doornbos zei: “Er hangt een bepaald aura om hem heen”. Is Verstappens vaardigheid dan geen familietrekje dat hij in zijn genen heeft dankzij zijn vader die ook coureur was? Ericsson gelooft van niet. Onder de vele uitzonderlijk knappe mensen die Ericsson in de loop der jaren onderzocht, waren ook autocoureurs en wedstrijdzeilers. “Hun prestaties zijn vooral een kwestie van toegang te hebben tot de middelen. Je hebt een circuit nodig waar je kunt rijden, en geld voor een team van monteurs. Dat is in de America Cup ook zo – als je het geld niet hebt voor een ervaren bemanning, dan is het onmogelijk om te winnen.”

Mensen die iets heel erg goed kunnen, kunnen dat zonder uitzondering doordat ze doelgericht hebben getraind. Dat is de positieve boodschap van Ericssons werk: met de juiste training en de juiste omstandigheden kan iedereen ergens heel goed in worden. Hij heeft het over ‘doelbewust trainen’ en ‘opzettelijk trainen’. Met doelbewust trainen bedoelt hij dat je gericht oefent omdat je iets wil veranderen, maar dat je geen kennis hebt die nuttig is bij het bereiken van je doel. Opzettelijk trainen is dan dat je je laat begeleiden door iemand die weet wat je nodig hebt om je doel te bereiken. “Als je bij tennis dubbelspel speelt, maar je mist je backhand volleys steeds, dan kun je wel blijven spelen, maar een week later zul je het niet vanzelf veel beter doen. Met een coach die je de basis van die slag leert, zul je je slag veel meer verbeteren dan met jaren van ervaring”.

Het is nogal wat om te horen dat talent niet bestaat, in een tijd waarin bedrijven verwikkeld zijn in een ‘war for talent’ (niet te verwarren met een ‘war on talent’, want talenten neerschieten heeft sowieso geen zin). Volgens Anders Ericsson kunnen bedrijven in die talentenjacht beter letten op iemands bewezen ontwikkeling dan op zoiets vaags als talent. “Voorgeschiedenis zegt veel meer over hoe goed ze in staat zijn om zich te ontwikkelen in hun baan. Iemand moet kunnen laten zien in hoeverre hij of zij zich heeft ontwikkeld in een vorige baan. Vraag wat ze deden om beter te worden. Dat is veel interessanter dan welke opleiding ze deden en wat hun cijfers waren.”

Bronnen

 Freakonomics is een erg populaire podcast die net bezig zich helemaal te richten op zelf-ontwikkeling. Ze hadden onlangs een aflevering met Anders Ericsson, met als titel How to become great at just about anything. Ze beloofden twintig mensen te helpen ergens heel erg goed in te worden, en kregen iets van 2.500 aanmeldingen. http://freakonomics.com/podcast/

Regisseur Stephane Kaas volgde drie jaar lang de 18-jarige scholier Mattho, die taekwondokampioen wil worden. Zijn recente documentaire Oriental Odyssey gaat over talent, heel hard ergens voor trainen – en dan toch bijna laatste worden op een kampioenschap. Een kort fragment van de film is nu op stations door heel Nederland te zien. http://dropstuff.nl/project/oriental-odyssey/

Wat veel mensen wel eens gehoord hebben, is dat je een expert kunt worden door er 10.000 uur voor te oefenen. Dat komt uit een wetenschappelijk artikel van Anders Ericsson, maar hij is helemaal niet blij met hoe dat als feitje gepopulariseerd is door anderen. Meer uitleg in dit artikel op de site van BBC News: http://www.bbc.com/news/magazine-26384712

Eerder verschenen in Financieel Dagblad