"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Polderkoorts

Maandag, 26 maart, 2018

Geschreven door: Emiel Hakkenes
Artikel door: Arno van 't Hoog

De wondere wereld van Eibert den Herder

Twintig jaar geleden, ver voordat de tweedehandsboekhandel als fysiek winkelbedrijf begon te sterven, beheerden De Slegte in Den Haag en Leiden elk een overvolle, wat muffe schatkamer. Tussen eindeloze rijen houten rekken en slordig gerubriceerde paden kon je dingen aantreffen waarvan ik niet vermoedde dat ze bestonden, maar waar ik toch naar op zoek was.

Op die manier kwam ik in het bezit van Brak Water door Eibert den Herder uit 1944 en Wijkend Water van Fred Thomas uit 1941. Beide auteurs beschrijven de visserij en dorpen rond het dan nog jonge IJsselmeer – de Afsluitdijk is pas tien jaar oud – en het droogleggen van de eerste polders. Of beter: ze betreuren de teloorgang van water, landschap en cultuur.

De Amsterdamse journalist Fred Thomas (1906 -1959) neemt je mee in z’n Staverse jol langs visserssteden en eilanden, en hij doet dat met de meest romantische, lyrische woorden. Thomas (vader van NOS-verslaggever Haye) houdt zo zielsveel van deze wereld dat z’n beschrijving van Schokland een erotische lading krijgt.

Eibert den Herder (1876 – 1950) was visser, ondernemer en politicus in Harderwijk en naast uitbater van veerboten ook eigenaar van een vismeel- en stenenfabriek. Hij verzette zich hevig tegen afsluiting van de Zuiderzee en de inpoldering, en roerde zich in het publieke debat daarover via talloze brochures, boeken, een film en veelvuldige optredens in de media. Voor het boek Polderkoorts – Hoe de Zuiderzee verdween heeft journalist Emiel Hakkenes die sporen gedetailleerd nageplozen in bibliotheken en gedigitaliseerde krantenbanken. Waarin dus ook Fred Thomas opduikt, met verhalen in onder meer De Tijd.

Kookboeken Nieuws

Keileem en schedelmeten

Voor Den Herder leidt Polderkoorts tot een interessante biografie. Je leert ‘m echt kennen (plus triviale details: Eiberts zoon Frits verzamelde dieren die hij bij de rederij van z’n vader tentoonstelde en waarmee de basis werd gelegd voor het Dolfinarium). We zijn getuige van Eiberts werkelijk tomeloze energie, ondernemingszin en doorzettingsvermogen. En tegelijkertijd hoe hij diepgevoelde afkeer en opportunisme verenigt. Den Herder is tegen de aanleg van de Afsluitdijk en de polders, maar er is een markt voor toeristische dagtrips langs zulke spectaculaire waterwerken. Als uitbater van een aantal veerboten is daar prima geld mee te verdienen.

Den Herder was niet bang om onaangekondigd op bestuurders en politici af te stappen en toch heeft hij nooit de hand geschud van Cornelis Lely (1854 – 1929), volgens wiens plannen de Zuiderzeewerken grotendeels zijn uitgevoerd. Lely’s levensloop, ambities en frustraties vormen een andere rode draad in Polderkoorts, tegen de achtergrond van discussies en politieke verwikkelingen, die verklaren waarom er vele decennia passeerden voordat in 1924 de eerste dijk van keileem werd aangelegd tussen de Noord-Holland en het eiland Wieringen.

De vier jaar die Hakkenes aan Polderkoorts heeft besteed levert een rijke oogst. Hij gaat onder meer in op de nationale trots die de bedreigde Zuiderzeecultuur opriep. Wetenschappers onderzochten dracht, dialecten, lichaamsbouw en zelfs schedels van opgegraven voorvaderen van bewoners op Urk en Schokland. De gedachte was dat op deze plekken in isolatie de meest oorspronkelijke Hollandse voorvaderen te vinden zouden zijn. Die onderzoekslijn kon na de Duitse inval op extra belangstelling rekenen. Het onderzoek leverde niks opmerkelijks op, al bleven sommige Nederlandse wetenschappers tot in jaren vijftig in Elburg zoeken naar verschillen op basis menselijke opmeetkunde.

Maakbare samenleving

Ook interessant is de selectie van mensen die het nieuwe polderland mochten bewonen. Ervaring met de Haarlemmermeer had namelijk geleerd dat zonder toezicht, scholen, kerkelijk leven en vrijetijdsbesteding er verpaupering en misstanden op de loer lagen. Zodoende werden de kerken ingeschakeld om de meest rechtgeaarde leden uit hun gemeenschap te selecteren. De dorpen werden gepland en ingericht. Voorgangers van kerkgemeenschappen probeerden hun schapen weg te houden van invloeden van arbeidersbewegingen en communisme. Niet alleen het landschap maar ook de samenleving was maakbaar. Het waren andere tijden.

Polderkoorts laat zien dat een groot waterwerk op zich een tamelijk saai ingenieursvraagstuk is. De echt interessante verhalen zitten in mensenlevens, de maatschappelijke weerstand en sociale ontwikkelingen eromheen. De tijdgeest en het in onze moderne ogen vreemde wereldbeeld van toen zijn de moeite waard. Zo levert het hoofdstuk over de Zuiderzee-cinema een mooie inkijk in hoe films het publiek moesten overtuigen van nut en noodzaak van inpoldering. Anderen wilden de arbeider verheffen, waarbij aanleg van de Afsluitdijk vooral als decor diende. Eibert den Herder zamelde geld in voor zijn eigen cinematografische pamflet – crowdfunden noemen we dat tegenwoordig.

In scene gezet

Filmmaker Joris Ivens wilde met Nieuwe Gronden een aanklacht maken tegen het kapitalisme en overproductie. De Wieringermeerpolder produceerde weliswaar volop, maar dat was door de crisis en speculatie op de wereldmarkt van nul betekenis. Veel arbeiders waren met het gereedkomen van de Afsluitdijk werkloos geworden. Teveel graan, te weinig werk, en de arbeider betaalt de rekening, schreeuwt de film. Ivens liet tijdens het monteren in Parijs aparte scenes maken, waarbij een paar zakken graan in het water werden gekieperd. Dat benaderde de Nederlandse werkelijkheid niet, maar de boodschap moest op beeld sterk voor het voetlicht komen.

Talloze films en korte documentaires zijn tegenwoordig op Youtube terug  te vinden, en er is veel fotografie en ander beeldmateriaal online. Dat doet je realiseren hoe weinig het uitgeven van boeken verandert, en hoe mager eigenlijk Polderkoorts is bedeeld met illustraties. Net als in Wijkend Water van Fred Thomas uit 1941 zitten wat foto’s gebundeld op enkele pagina’s in de kern van het boek. Dat is jammer, want je zou van meerdere personen een portret willen zien, of kaartjes die aangeven waar een bepaald verhaal zich precies afspeelt. Polderkoorts is overigens prima leesbaar zonder zulke aanvullingen. Wie echt nog meer wil weten, gaat zelf maar schatgraven.

Eerder verschenen op Arno van ’t Hoog