"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Wat op het spel staat

Zondag, 5 november, 2017

Geschreven door: Philipp Blom
Artikel door: Jonas Vandroemme

Philipp Blom luidt de alarmklok

“Alles.” Dat is het even duidelijke als ontnuchterende antwoord dat historicus en publicist Philipp Blom geeft op de vraag naar wat er vandaag op het spel staat. Iedereen die af en toe een krant openslaat, bekruipt onvermijdelijk het gevoel dat we ons op een scharnierpunt in de geschiedenis bevinden.
De Leesclub van Alles publiceert vandaag zowel deze recensie van Wat op het spel staat als een interview met Philipp Blom over zijn boek.

[Recensie] Klimaatverandering, wereldwijde machtsverschuivingen en digitalisering maken onze tijd woelig en complex. In een verwarrende maalstroom van fake news en steekvlampolitiek is het verleidelijk om de schouders op te halen en te focussen op je eigen, nog bevattelijke bestaan. In de woorden van Blom:

“Op enig moment zullen we wel iets moeten doen, maar niet nu, niet hier, en vooral niet bij mij. Ik heb hard gewerkt voor het kleine beetje dat ik bij elkaar heb geschraapt. Dat heb ik zelf verdiend, ik heb er kostbare tijd aan besteed. Dat geef ik niet meer weg. Ik ken mijn rechten.”

Philipp Blom schudt zijn lezers wakker en drukt ze met de neus op de koude feiten. Met Wat op het spel staat bouwt de Duitse schrijver verder op De opstand van de natuur, zijn vorige boek over de kleine ijstijd (1570-1685), waarin hij al concludeerde dat de liberale ideeën die rijpten in de zeventiende eeuw voor een stuk ontaard zijn in opportunisme en eigenbelang.

Eeuwigdurend heden

Ditmaal analyseert Blom drie stroomversnellingen die bepalend zullen zijn voor de nabije toekomst van de mens en zijn samenlevingen: de klimaatcrisis die zich nu al laat voelen en waarvan de intensiteit enkel zal toenemen, de digitalisering die dreigt te ontsporen in massawerkloosheid en ten slotte het onverzadigbare consumentisme van de mens, die zich als een blinde mol door zijn natuurlijke hulpbronnen vreet, vaak ten koste van zij die het minder goed hebben.

De vraag die Blom met dit boek stelt, is helder maar netelig: hoe zullen wij er als nukkige, egocentrische consumenten ooit in slagen om deze uitdagingen van historische proporties het hoofd te bieden? Vooral de klimaatverandering en de digitalisering gaan zo snel, dat we niet in staat lijken om er zinvol en adequaat op te reageren, stelt Blom. Integendeel zelfs: we blijven lethargisch, proberen de toekomst uit de weg te gaan en leven in de naïeve hoop dat het heden niet zal ophouden. Of zoals Blom zei in een interview met De Morgen: “We razen in het volstrekte duister met hoge snelheid op een muur af.”

Om de mondiale debatten hierover te begrijpen, schieten begrippen als links en rechts, progressief en conservatief, religieus en seculair te kort, aldus Blom. Hij stelt dat er zich sinds de bankencrisis in 2008 twee ideologische families aftekenen die elk hun manier hebben om naar onze wereld – en de toekomst ervan – te kijken. Hij schetst deze breuklijn met twee begrippen: enerzijds ‘de markt’, waarop het recht van de sterkste heerst, en anderzijds ‘de vesting’, een veilige burcht waarin mensen zich verschuilen om terug te keren naar een verleden dat er nooit is geweest.

Vesting

De redenering gaat zo: in de zeventiende eeuw plaatsten de filosofen van de Verlichting individuele rechten en vrijheden boven religieuze dogmatiek, aristocratische heerschappij en bijgeloof. Dit rationele en humanistische ideaal geldt vandaag nog steeds als verheven en nobel, maar Blom onderstreept dat er ook legitieme kritiek op de Verlichting bestaat. Zo komt de liberale markt – die een gevolg van de Verlichting is – vooral rijke, blanke mensen ten goede en heeft het Westen zijn idealen van de universele mensenrechten nogal selectief geïnterpreteerd. Slavernij en koloniale onderdrukking waren bijvoorbeeld verbazend lang ‘oké’.

Vanuit dat perspectief is de Verlichting vooral het machtsinstrument van een gegoede sociale klasse geworden. De liberale droom heeft veel mensen geëmancipeerd, maar is ook geherinterpreteerd en uitgemond in ongebreideld kapitalisme, marktfundamentalisme en bodemloos consumentisme. Het heeft de stedelijke elite gecreëerd die tot op vandaag met het woord ‘liberalen’ wordt geassocieerd. Digitalisering en robotisering dreigen deze winner-take-all economy nog te vergroten: in een wereld die geen menselijke arbeid meer nodig heeft, vergaart een steeds kleiner wordende groep alle welvaart en macht, terwijl de rest moet knokken voor de kruimels.

De liberale droom heeft met andere woorden zichzelf ondermijnd. Een steeds groter wordende groep van mensen voelt zich in de steek gelaten door de economie en verraden door de politiek. Ze grijpen terug naar formules uit het verleden, waarin het joods-christelijke geloof, traditionele gezinsmodellen, nationalisme, hoge muren, de ‘ware volksaard’ en autoritaire leiders allemaal hun rol te spelen hebben. Het is een mondiale opstand tegen decadent en gedegenereerd liberalisme, met voormannen als Stephen Bannon, Vladimir Poetin of Recep Tayyip Erdoğan. Zij bieden een autoritair en nostalgisch alternatief voor de ijzige vrijheid van de markt.

Propaganda-oorlog

Het debat tussen ‘de markt’ en ‘vesting’ woedt in alle hevigheid, zowel op sociale media als in een politieke propaganda-oorlog met thema’s als immigratie, onderwijs, klimaat en de toekomst van arbeid als inzet. Het is te vroeg om te zeggen welk verhaal de geschiedenis aan zijn kant krijgt, maar geen van beide kampen heeft vandaag een passend antwoord klaar op uitdagingen als de klimaatcrisis of de sociale uitzichtloosheid die digitalisering dreigt te veroorzaken. Maar naarmate de druk groter wordt, moeten we beide verhalen wel begrijpen, vindt Blom. Ze zullen immers ons denken en handelen in de komende twee decennnia in sterke mate bepalen.

Blom herinnert zijn lezers er ook aan dat onze samenlevingsvorm (de liberale democratie) nog vrij jong is en ook in rijke, Westerse landen onder druk staat: “De kit brokkelt af, de scheuren worden groter. Misschien is de liberale democratie niets anders dan een overgang naar een andere samenlevingsvorm. Hoe die eruit gaat zien, is nog geen uitgemaakte zaak.”

Eén ding is zeker: onder druk van de hedendaagse stroomversnellingen zullen we ons moeten aanpassen, of we zullen eraan ten onder gaan. Volgens Blom moeten we naar een samenleving waarin solidariteit en milieubewustzijn zozeer ingeburgerd zijn dat mensen er offers voor willen brengen. Daar zijn we echter nog ver van. Of we er ooit raken, is nog maar de vraag. Het zal in elk geval, in Bloms woorden, “een enorme salto van het voorstellingsvermogen” vergen.

Confronterend

Wat op het spel staat is een verhelderend en confronterend boek dat je moeilijk neerlegt en achteraf nog moeilijker van je afschudt. Verhelderend, omdat het schijnbaar losse fenomenen – zoals de neergang van linkse partijen, de opstoot van populisme en alt right, maar ook ideeën als het universeel basisinkomen – samenbrengt in één haarfijne analyse. Confronterend, omdat de toekomstvisie van Blom allesbehalve vrolijkmakend is. Een sprankel hoop vindt hij nog in de vaststelling dat het onmogelijke al vaker werkelijkheid is geworden in de loop van de geschiedenis, ook al wist aanvankelijk niemand hoe eraan te beginnen. De te verwachten kritiek dat dit een alarmistisch of al te pessimistisch boek is, pareert Blom als volgt: “Onheilsprofeten zijn een vermoeiend bijverschijnsel van culturele spanningen. Domme optimisten zijn echter nog vermoeiender.”

Ik heb doorgaans een hekel aan het woord, maar zowel de urgente en accurate boodschap als Bloms typerende vertelkracht maken van Wat op het spel staat een absolute mustread. Op de flaptekst geeft Jeroen Olyslaegers met één woord nog de beste omschrijving van dit boek: onontkoombaar.

Eerder verschenen op Vreemderdanfictie