Teleurstellend essay in het debat geloof-wetenschap
[Recensie] Voormalig Tweede Kamerlid Ton de Kok is nu leraar levensbeschouwing in Amsterdam. Religiositeit boeit hem al jaren, zo getuigen zijn drie voorgaande boeken waarin hij wetenschappers, filosofen, kunstenaars en schrijvers over het goddelijke aan het woord liet. Nu beschrijft hij zelf zijn “positie tegenover het bestaansmysterie”. Jammer genoeg sluipt minachting voor klassieke gelovigen al te vaak rond.
Elementair in de Koks godsbegrip is de tegenstelling God-de-Vader en God-Natuur. De eerste categorie is een verwoording voor de klassieke gelovigen – of ze nu joods, christelijk of islamitisch zijn. Zij zitten vast in “groteske vormen van bijgeloof”. De ratio-religioso hangt een religie binnen de ratio (de wetenschap) aan:
“Je kunt de kosmos, in zijn almacht en alwetendheid, eigenschappen die zijn natuurwetten karakteriseren, met reden de erenaam God geven. In tegenstelling tot God-de-Vader is God-Natuur zichtbaar, voelbaar en ervaarbaar. Zij bezit een allesbepalende kosmische intelligentie en een volmaakt creatief vermogen waarmee Zij in Haar eeuwige bestaan alles, alle dingen en al het denken, voor een relatief korte tijd voortbrengt.”
Wat is dan het leven? “We worden door de kracht van God-Natuur geboetseerd, we bestaan een korte tijd en vallen vervolgens als een oude kist in atomen uit elkaar.” Die boodschap is voor de Kok niet hard, maar net troostend. Dat is de kern van zijn levensbeschouwelijk handelen: berusting en aanvaarding, in navolging van Marcus Aurelius. Het is wat het is, je hebt geen keuze – dat is de leidraad voor niet-gelovigen. Daarom pleit hij ook voor het beschikbaar stellen van de Pil van Drion. God-Natuur leerde hij kennen in de ijskoude van Noorwegen, in schitterende natuur of in de CERN-deeltjesversneller. De achttiende-eeuwse filosoof Edmund Burke noemde dat het Sublieme: sterke emoties die de mens overweldigen. Ton de Kok definieert het goddelijke als het natuurlijke – een vaak nietszeggend, leeg Godsbegrip, ontdaan van transcendentie en betekenis. Als God alles is, is Hij niets.
In Rede & Religiositeit. Een leidraad voor niet-gelovigen duiken we mee het klaslokaal van het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam in. Dat is in de eerste plaats een bevreemdende ervaring. De lezer wordt kinderlijk aangesproken en krijgt dan ook de nodige dedain tegenover gelovigen over zich. Als kind werd de Koks denken “belast met beelden uit de christelijke vroomheid”, gelovigen zijn “misleid door hun opvoeding” en leven in “naïviteit en angst”. Als verheven ratio-religioso staat Ton de Kok hier natuurlijk boven. Een groot tekort aan bescheidenheid ontsiert het werk. Geen meerwaarde in het debat geloof-wetenschap.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles
Bazarow Populaire Fictie
Bazarow Literatuur & Non-fictie
Bazarow Kinderboeken