"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Revolusi

Woensdag, 3 februari, 2021

Geschreven door: David van Reybrouck
Artikel door: Nico Voskamp

Een continent van leed

[Recensie] “Toch?” Over die vier letters, de kortst mogelijke samenvatting van dit enorme boek, gaat heel hoofdstuk 1. Het woordje verwijst naar de bedenkelijke mentaliteit van Nederland in, en lang na de koloniale tijd. In 2006 besloot premier Balkenende nog een speech met een oproep naar meer daadkracht met de uitroep: ‘die VOC-mentaliteit!’ Door het verontwaardigde gejoel van enkele parlementsleden voegde hij snel een woordje toe: ‘toch?’

Dat woordje zegt veel over de labbekakkerige Nederlandse mentaliteit in dezen. Doodzwijgen, pappen en nathouden en niet meer lullen over dat beladen verleden was het devies. Maar vooral zegt dat woordje iets over de pitbullachtige vasthoudendheid van de samensteller van dit boek. Vastbesloten om zoveel mogelijk gedetailleerd, punctueel en feitelijk te zijn, komt van Reybrouck tot een werkelijk imposant volledige geschiedenis. Dik vijf jaar deed hij over het samenstellen van dit verhaal over Indonesië, in helder uiteengezette hoofdlijnen en veel nogal schokkende details.

Om te beginnen: complimenteus aan het adres van hardvochtig Nederland is het boek om begrijpelijke redenen niet, zij waren tenslotte van ongeveer het jaar 1500 de belangrijkste kolonisatoren. Maar later kwamen er meer agressors een kijkje nemen. Japan bijvoorbeeld, dat in de Tweede Wereldoorlog de rijkdom aan grondstoffen van het continent goed kon gebruiken en dus ook aan de slag ging met koloniseren. Daarbij sloegen ze ongekend hard toe met hun aanval op Pearl Harbour, wat ook de Amerikanen en later de Britten erbij sleepte. De keiharde verschillen tussen de Nederlandse en de Japanse bezetting en wat dat voor de bevolking betekende, geeft de schrijver goed weer.

In de beginjaren van het opzetten van handel in Indonesië waren er genoeg gieren die aasden op winst, maar eerlijk is eerlijk: niemand verslaat de Vereenigde Oostindische Compagnie. Deze bedenkelijke Nederlandse organisatie was onbetwist koploper in rücksichtslose geldzucht. Van Reybrouck stapt chronologisch door de koloniale tijd, vanaf het inlijven van ‘de Oost-Indische bezittingen’, langs protesten als het impactvolle boek Max Havelaar van Multatuli, tot Soekarno. Met deze charismatische leider begon de Revolusi, de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.

Boekenkrant

Tussen die historie door geeft hij laag geprofileerde maar veelzeggende details, zoals het boekje Populair Maleis, dat een uitgave voor zelfstudie was in die tijd: “’Djongos, ga naar de winkel.’ ‘Koki, haal warm water.’ ‘Kebon, veeg de tuin!’ ‘Baboe, Mevrouw vraagt thee.’ ‘Kebon, was de auto!’ ‘Je bent een dom mens.’” De gebiedende wijs zegt hier genoeg over hoe de verhoudingen lagen.

In WO-II verdrijven de Britten en Amerikanen met tegenoffensieven de Japanse bezetter, wat de locals alweer veel nevenschade bezorgt. Ook realiseerde Nederland zich dat ze hun veel geld opleverende kolonie niet kwijt wilde. De Politionele Acties waren daarvan het gevolg. Troepenmachten werden ingevaren en –gevlogen, die acties ondernamen met, jawel, buitensporig geweld.

De samensteller voert veel gesprekken met overlevenden, zo ook met iemand van het dorpsschooltje: Hamad Puag Abi, die op de dag van de slachting in Galung Lombok 17 jaar oud was: “Om acht uur ’s ochtends was ik met mijn broer een traditioneel bladerdak aan het leggen met planken en bladeren van de sagoboom. Zwaar werk… Ineens zagen we Ambonezen in het uniform van het Nederlandse leger… We moesten te voet van Lawarang naar Galung Lombok. Toen we daar om tien uur aankwamen, waren al heel wat mensen dood. Nederlanders zeiden dat het ‘rampokkers’ waren. Wie een rebel was, werd gedood. Toen kwam het nieuws dat drie Nederlanders gedood waren en begon het maaien met het machinegeweer. Ik hoop dat mijn kleinkinderen zoiets nooit hoeven mee te maken… De Javanen zeiden: ‘Ga liggen!’ Zij hadden nog een hart, de anderen waren mabuk, dronken… Zelfs de imam van Baruga werd gedood. ‘Ik ben een hadji, zei hij. Zo iemand geniet erg veel aanzien bij ons. ‘Leugenaar,’ zei de soldaat, ‘jij bent geen echte hadji.’ Hij nam zijn hoofddeksel af en zette het zelf op: ‘Nu ben ik een hadji.’ Hij trapte in zijn knieholte om de imam te doen knielen en schoot hem af.”

Het voert te ver om nog meer te citeren. Indonesië bleef voor Nederland een overzeese parel die men niet kwijt wilde, maar de geschiedenis volgt haar onpartijdige weg. Die onvermoeibaar wordt geregistreerd tot en met de rampzalige Suez-crisis. Dat verhaal van moedwil en misverstand alleen al is de moeite van het lezen waard, en vormt in het kort het slotakkoord van dit boek. Well done. David Van Reybrouck kan fier zijn op deze tour de force.

Ook verschenen op Nico’s recensies