"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Romantici en Revolutionairen

Dinsdag, 16 maart, 2021

Geschreven door: Rick Honings, Lotte Jensen
Artikel door: Henk Slechte

Literatuur en schrijverschap in Nederland in de 18de en 19de eeuw

[Recensie] Romantici en Revolutionairen heeft een wetenschappelijke opzet, maar ondervangt een eventueel gebrek aan specifieke kennis bij de lezer door glasheldere kaderteksten. Het boek brengt verschillende schrijvers terug onder de aandacht die van de samenleving in hun eigen tijd literair verslag deden (maar nu misschien literair vergeten zijn); hun werk is te beschouwen als historische bron. De stof in het boek is opgehangen aan bekende schrijvers die een stroming belichamen, en is verdeeld over drie periodes. Deze ‘prototypen’ zijn voor de 18de eeuw de spectators, zoals Justus van Effen die van 1731 tot 1735 de Hollandsche Spectator maakte, waarin hij als ‘toeschouwer’ of ‘waarnemer’ actuele onderwerpen moraliserend beschreef, en Johannes le Francq van Berkhey, in zijn tijd een fameus lid van het Leidse dichtgenootschap Kunst. Voor de eerste helft van de 19de eeuw is Hendrik Tollens geselecteerd: nu wegens zijn bombastische stijl verguisd maar destijds een ware ‘dichter des vaderlands’ die onder meer in 1815 het nationale volkslied Wien Neerlandsch Bloed schreef. Ook romanticus Willem Bilderdijk is onmisbaar in deze periode. Hij streed immers tegen ‘de geest der eeuw’. Zijn roerige leven leverde stof voor zijn gedichten – in Uitvaart (1828) beschreef hij zijn eigen begrafenis.

Representatief voor de tweede helft van de eeuw zijn de koloniale idealist Multatuli, wiens Max Havelaar uit 1860 nog altijd een ereplaats in de literatuurgeschiedenis heeft, en Willem Kloos, die een ‘god in het diepst van zijn gedachten’ was en met Albert Verwey, Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel de Tachtigers vormde.

Naast deze iconen richtten in elk tijdvak tal van inmiddels vergeten schrijvers zich met succes op een breed publiek, en ook zij schitteren in dit boek. Opvallend bij deze nu onbekende auteurs: nogal wat vrouwen bereikten met hun vernieuwende werk veel lezers, zoals de 18de-eeuwse toneelschrijfster Lucretia Wilhelmina van Merken, haar tijdgenoot spectator Petronella Moens, en Cécile Goekoop-de Jong van Beek en Donk met haar feministische roman Hilda van Suylenburg uit 1897. Honings en Jensen geven met Romantici en Revolutionairen letterlijk en smakelijk smoel aan tientallen auteurs die in hun eigen tijd belangrijk en geliefd waren en brengen zo belangrijk historisch materiaal naar boven. Ze geven helaas geen duidelijke reden waarom hun relaas in 1750 begint. Weliswaar ontstond toen het genre van de roman, maar spectatoriale geschriften tierden al welig, evenals toneel en satire die de actualiteit behandelden. Denk aan toneelschrijver Pieter Langendijk die in 1720 met zijn actuele toneelstuk Quincampoix of de windhandelaars de Amsterdamse schouwburg dagelijks vol kreeg, en Jacob Campo Weyerman die met zijn tijdschriften Rotterdamse Hermes en Vrolyke Tuchtheer een prachtige voorloper was van de politieke en satirische auteurs later in de eeuw. Zij hoorden in dit boek thuis.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine