"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roundhay, tuinscène

Zaterdag, 22 februari, 2014

Geschreven door: Margriet de Moor
Artikel door: John Hermse

De losse eindjes van een verdwijning

Een verdwijning, een levensgevaarlijke uitvinding, een keiharde strijd om de nieuwste ontdekkingen en ook nog eens in een glanzende stijl geschreven: Roundhay, tuinscènevan Marente de Moor heeft alles in zich om een goed boek te zijn, maar is op zijn best aardige literatuur.

[Zie ook de voorpublicatie op Athenaeum.nl]

Toen schrijver en criticus Joost de Vries het in de Volkskrant over Nabokov had, moest ik aan Marente de Moor denken. In zijn antwoord op de vraag wanneer een goed boek literatuur is, kwam de Vries uit bij Lolita: grote literatuur, maar geen goed boek. En waarom? Unieke stijl, maar vervelend om te lezen.

Na lezing van Roundhay, tuinscène van De Moor vroeg ik mij af waarom een boek dat – alleen al door zijn stijl – onmiskenbaar literatuur is, mij na enige tientallen bladzijden een beetje begon te vervelen.

Het Weer Magazine

Ik kon er zo snel geen vinger achter krijgen: Marente de Moor stopte haar roman vol met ingrediënten die garant kunnen staan voor een meeslepende leeservaring. Neem alleen al die eerste zin: ‘Op 16 september 1890 nam een man de trein van Dijon naar Parijs, daarna is er nooit meer iets van hem vernomen.’

Een opening met een belofte van jewelste: een mysterie dat de schrijfster in de loop van het boek op geraffineerde wijze zal ontraadselen, met een lezer die bladzijde na bladzijde omslaat in afwachting van de antwoorden op de vragen die De Moor opwerpt. De man in de trein is uitvinder Valéry Barre, die sinds een week wordt gekweld door een ‘gevaarlijk idee’. Maar we weten nog niet wat. Het wordt allemaal nog intrigerender. We lezen snel door.

Gedachtendief

Maar dan, nog voor bladzijde 100, vlak nadat Barre zijn trein is uitgestapt om voor altijd te verdwijnen, komt ook het verhaal krakend en piepend tot stilstand, om slechts zo nu en dan weer op gang te komen.

Dat het perspectief verschuift van de uitvinder naar zijn vriend en collega Marc Roussin houdt het verhaal wel even op, maar zou aan de behoefte snel door te lezen geen afbreuk hoeven doen. Integendeel: opschorten van het verhaal is juist een beproefd middel om de spanning er goed in te houden. En het geeft de schrijver de gelegenheid via een bijfiguur nog wat meer kwijt te kunnen over de hoofdpersoon en zijn verleden.

Barre is als zovelen eind negentiende eeuw op jacht naar het vastleggen van bewegend beeld, en hij is de eerste die dat ook echt gelukt is, met een filmpje van zo’n twee seconden, dat nu bekendstaat onder de naam ‘Roundhay Garden Scene’. In het gezelschap van zijn vriend Roussin heeft hij Ferdinand Gratteron leren kennen. Barre is doodsbenauwd dat deze helderziende ‘Gedachtendief’ zijn idee zal stelen, helemaal als hij verneemt dat Gratteron werkt voor de Verduisteraar, zoals hij zijn grote concurrent Thomas Edison consequent aanduidt.

Sjacheraar

De spanning lijkt er goed in te zitten, zeker tegen de achtergrond van de keiharde strijd om profijtelijke uitvindingen, die vooral Edison vaak winnend weet af te sluiten. De Moor portretteert hem als een nietsontziende sjacheraar in patenten. Ferdinand Gratteron duikt onder een andere naam weer op in Edisons entourage, met in zijn kielzog een jongeman in wie we al snel Barre’s zoon Guillaume herkennen. Hij is uit op genoegdoening van Edison, die hij ervan beschuldigt het patent voor de filmcamera van zijn verdwenen vader te hebben gestolen. ‘Het licht van mijn vader is verduisterd door uw man’, zegt hij tegen Edisons vrouw Mina.

Conflictstof te over, een dramatische ontknoping ligt in het verschiet, en we weten nog steeds niet zeker of Barre voor eeuwig in het gasthuis blijft zitten waar een pastoor hem heen heeft gestuurd, of dat we nog meer te horen krijgen over zijn verdwijning.

Maar als zoon Barre nalaat om opheldering te vragen bij de Verduisteraar die zijn vader heeft bestolen, zakt je als lezer de moed een beetje in de schoenen. In het volgende hoofdstuk neemt Guillaume de boot naar Frankrijk om zijn vader te zoeken, maar dan weet je eigenlijk al dat dit op niets uit zal draaien.

Losse eindjes

Was dat het dan dat me de bladzijden van Roundhay, tuinscène steeds langzamer deed omslaan? Menig recensent verweet De Moor het verhaal er een beetje bij te hebben laten hangen, maar als zij een voor de hand liggende confrontatie tussen zoon Barre en Edison uit de weg gaat, weet je dat het haar daar ook niet om te doen was.

Geeft op zich niet: dan knoop ik als lezer zelf wel de losse eindjes van het verhaal aan elkaar, tot je een idee krijgt waar het De Moor dan wel om gaat. Maar dan is het wel goed zoeken in de karrenvracht aan motieven, toespelingen, voorbeelden en parallellen die De Moor over ons uitstort.

De medepassagiers die om de haverklap op hun horloge zitten te kijken zijn slechts de eerste van de talrijke toespelingen op het moderne leven, met onze smartphones. En natuurlijk gaat het om de moderne mens die zich staande moet zien te houden als de nieuwe vindingen hem om de oren vliegen: De Moor doorspekt haar roman met vetgedrukte advertenties voor soms bizarre koopwaar als de taediscopische bril, de pantograaf en het glutineuze memoriaal.

In Valéry Barre komen de fascinatie en de angst voor het nieuwe en de hang naar het rustige verleden samen. Hij vlucht weg voor de vooruitgang als hij besluit niet meer in te stappen in de trein die hij zojuist verlaten heeft:

‘Als hij niet instapte, kon hij achterblijven in de zachte, wuivende weken van een echte nazomer, die voor een kind eindeloos is maar aan een volwassene voorbijvliegt. In gedachten verzonken vergeten worden in het gezelschap van een traag zakkende zon – had hij daar niet hevig naar verlangd, als hij aan zijn werktafel weer eens zijn potlood brak op een stroef plan?’

Op zich knap hoe De Moor dit thema en tal van andere zaken op elke bladzijde van haar roman terug weet te laten komen: het vastleggen van de werkelijkheid (Barre was eigenlijk schilder), het geloof in occulte zaken waarmee de technologische ontwikkelingen hand in hand ging, en de historische achtergrond – want niet alleen Edison heeft echt bestaan, ook Barre is gemodelleerd naar een historisch personage.

Prachtig gevonden, die keukenmeid die een ei kookt voor de duur van een rozenhoedje en een soufflé voor de duur van een rozenkrans, maar slechts misbaksels produceert als ze met een klok moet koken. Het is slechts een van de voorbeelden van De Moors vindingrijkheid die in combinatie met haar fijngeslepen taal de eerste bladzijden van Roundhay, tuinscène om doet vliegen.

Afstand

Maar De Moor lijkt net zo bezeten van de talrijke manieren waarop ze haar thema’s (en dan hebben we het nog niet gehad over wetenschap versus godsdienst, het verlies van identiteit en vader-zoonconflicten) gestalte weet te geven als Edison van de moderne techniek: hij beweert dat hij zijn vrouw met morseseintjes in haar handpalm ten huwelijk heeft gevraagd.

Al die thema’s met bijbehorende motieven vormen een breiwerk waarvan de lezer het patroon pas ontwaart als hij er niet te dicht met zijn neus bovenop zit en het eens rustig van verder weg bekijkt. Een boek dat je op afstand zet dus – geen wonder dat ik er niet door gegrepen werd.

Het stuk in de Volkskrant waarin De Vries en andere schrijvers hun zegje mochten doen over het literaire gehalte van een zogeheten good read had als kop ‘Vervelend boek, grote literatuur’. Voor Roundhay, tuinscène is dat allemaal wat te sterk uitgedrukt, maar De Moor had vast een better read geproduceerd als ze de literatuur wat kleiner had gehouden.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De virtuoos

Eerst grijs dan wit dan blauw

Ik droom dus

Roundhay, tuinscène