"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Rusland, onveranderlijk anders?

Dinsdag, 14 april, 2020

Geschreven door: Lien Verpoest
Artikel door: Gaëtan Regniers

Rusland: same sh*t, different day?

Is Rusland anders? En is dit onveranderlijk? In de bundel met de gelaagde titel ‘Rusland, onveranderlijk anders? komen beide vragen – of is het toch een en dezelfde vraag? – aan bod.

[Recensie In het boek gaan zeven auteurs met diverse achtergronden op zoek naar Ruslands onveranderlijkheid (is het land, op de jaren negentig na, gedoemd tot een autoritair bewind?) en Ruslands andersheid (vaart het een eigen koers, los van de andere Europese landen?). Lien Verpoest, de samensteller van de bundel, bijt de spits af met een betoog dat verhelderend is omdat het scherpstelt op het Russische standpunt. Zo werd Rusland door West-Europa lange tijd beschouwd als een leerling van het Westen:  importeerde Peter de Grote geen Europese technologie (denk aan de scheepsbouw) en Catharina de Grote geen Europese cultuur (denk aan Voltaire en andere Verlichtingsfilosofen)? Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw onderwijst het Westen Rusland andermaal. Op het curriculum: kapitalisme en liberale democratie. Wanneer Rusland begin 21e eeuw economisch meer ademruimte krijgt groeit de ergernis over wat men als paternalisme ervaart. Ruslands antwoord luistert naar de naam ‘soevereine democratie’. Een democratie waar veiligheid en soevereiniteit centraal staan, en mensenrechten geen prioriteit zijn (en rechten voor seksuele minderheden al helemaal niet).

Grootmacht

Tony van der Tugt gaat in zijn betoog over de “schizofrene grootmacht op zoek naar zijn plaats op het wereldtoneel” door op de meester-leerlingrelatie. Hij wijst erop dat Rusland zich rond 2000 nog inschreef in de Europese cultuurgemeenschap, maar al snel gefrustreerd werd omdat de Russen werden geacht de Europese waarden en normen louter te onderschrijven en hen geen eigen inbreng werd gegund. Het land ziet zichzelf als geworteld in het orthodoxe christendom en dat steekt scherp af bij ‘Gayropa’, zoals Rusland de inclusieve Europese samenleving smalend noemt. Daarbovenop valt de claim van Rusland dat het nabije buitenland (zeg maar de vroeger Sovjet-Unie) binnen haar invloedsfeer bijzonder moeilijk voor de Europese Unie die destijds volop werkte aan de oostelijke uitbreiding. Een en ander wortelt in de zoektocht van Rusland naar een nieuwe identiteit, waarbij men zich steeds vaker ging spiegelen aan de status van de Sovjet-Unie als grootmacht.

Kookboeken Nieuws

Marc Jansen bespreekt de bewogen geschiedenis van Rusland, vooral sinds de revolutie van 1917. Het Poetinregime rehabiliteert Stalin en komt daarmee weg omdat men de Georgiër voorstelt als een “effectieve manager” aan wie het land de industrialisering en (na de overwinning in de oorlog) haar status als grootmacht te danken heeft. “Maar het witwassen van de geschiedenis heeft ook een andere kant”, schrijft Jansen. “Als de eigen geschiedenis alleen aanleiding tot trots mag geven, moet de schuld van de dingen die misgaan elders worden gezocht.” En daar komt het aloude vijandbeeld op de proppen.  

Sjostakovitsj

Het hoofdstuk van Francis Maes over klassieke muziek in het Sovjettijdperk valt wat uit de toon: wat is de relevantie voor het hedendaagse Rusland? Of mogen we een lijn trekken van Sjostakovitsj’ moeilijkheden naar punkband Pussy Riot, waarvan de leden naar het strafkamp werden gestuurd?

Zowel intrigerend als pijnlijk actueel (dat pijnlijk mag je in dit geval ook letterlijk nemen) is Pieter Boulognes bijdrage over Pjotr Pavlenski. De kunstenaar-activist gooit zijn lichaam in de strijd. Het afsnijden van z’n oorlel, zijn scrotum aan de kasseien van het Rode Plein vastnagelen: voor Pavlenski is het de uitgelezen manier om de aandacht te vestigen op respectievelijk het monddood maken van kunstenaars en de apathie van de modale Rus (de staat heeft hen ‘bij de kloten’, zouden wij zeggen). Het actionisme van Pavlenski laat zich het gemakkelijkst samen te vatten als gepolitiseerde kunst (al was in de Sovjettijd alle kunst volgens Boulogne politiek, hetzij conform aan de Sovjetnorm, hetzij dissident). Pavlenski onderscheidt zich omdat zijn mediatieke acties de politie dwingen om in te grijpen waardoor de agenten onbewust een deel van kunstwerk worden, en daar is het hem om te doen. Ondertussen kreeg Pavlenski asiel in Frankrijk, maar ook daar zorgt hij voor opschudding. Recent nog dwong hij een Franse minister met een compromitterend filmpje tot aftreden.

Trollen

Het Russische internet – gemeenzaam het ‘Runet’ genoemd – is andermaal een actueel thema, denk maar aan de Russische beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingscampagne. De zogenaamde ‘trollen’ zijn dan wel niet rechtstreeks te linken aan de overheid, in een beleidsdocument uit 2000 behield Rusland zich al expliciet het recht voor “om de maatschappelijke mening in het buitenland te beïnvloeden.” Hoe interessant het thema ook is, de bijdrage van Eva Claessen was gebaat geweest met een meer nauwgezette eindredactie om euvels als grammaticale fouten en manke zinsbouw te vermijden. Ook de vertalingen van Russische citaten lezen stroef, bijvoorbeeld: “Voor het binnendringen in de politieke arena hadden de activisten betaald met een verlies van controle over de interpretatie van hun acties. Doordat dit beeld werd gemaakt, verloren ze hun stem.”

Laura Vansina heeft het in haar bijdrage over het instrumentaliseren van het verleden. Eenvoudig gezegd: de Russische overheid promoot een selectief beeld van omstreden historische gebeurtenissen, waardoor een open debat gefnuikt wordt. De herdenking op 9 mei van de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ (Wereldoorlog II) is een van de belangrijkste feestdagen in Rusland. In vergelijking met Westerse landen is het een erg militaristische herdenking. Dat door het beleid van Stalin de legertop was uitgeroeid aan de vooravond van de oorlog en er buitensporig veel soldaten zijn gesneuveld, blijft in de schaduw van “de grote overwinning op het fascisme”. De overwinning in de Tweede Wereldoorlog is voor de overheid, en met hen veel Russen, iets om trots op te zijn en een cruciaal onderdeel van het patriottisme dat het Kremlin promoot. De nostalgie naar de tijd waarin de USSR een machtige wereldspeler was is onderdeel van een strategie om Ruslands ‘natuurlijke’ positie op geopolitiek vlak te herstellen. Wie die ambitie bedreigt (zie het conflict met Georgië in 2008 of Oekraïne sinds 2014) wordt steevast weggezet als ‘nazi’ of ‘fascist’.

De verdienste van deze bundel is dat ze voorbij de clichés kijkt en een inkijk geeft op de visie van de Russische machthebbers. Op die manier krijgt de lezer meer inzicht in de keuzes die men in Rusland maakt. Het is wel jammer dat het economische luik nagenoeg ontbreekt. Komen we terug op de hoofdvraag: is Rusland ‘onveranderlijk anders’? De auteurs geven geen rechtstreeks antwoord op de vraag – de vraag is, zoals wel vaker, interessanter dan het antwoord – maar de lezer krijgt wel een pak informatie voorgeschoteld om zelf een mening te vormen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles