"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Saluut aan Catalonië

Woensdag, 18 oktober, 2017

Geschreven door: George Orwell
Artikel door: Marnix Verplancke

Verdwaald tussen anarchisten, communisten en nationalisten

[Recensie] Toen George Orwell in 1946 naar het afgelegen Schotse eiland Jura verhuisde, had hij daar verschillende redenen voor. Natuurlijk wou hij weg uit het drukke Londen met zijn telefoons, journalisten en andere inbrekers in de privacy die het hem moeilijk maakten om 1984 af te werken, maar hij dacht zo ook aan de moordaanslag te kunnen ontsnappen die hij al tien jaar verwachtte. De reden voor die angst is te vinden in Saluut aan Catalonië, het autobiografische relaas dat Orwell schreef over zijn aandeel in de Spaanse burgeroorlog.

Net zoals veel andere Europese intellectuelen voelde hij zich geroepen om de Spaanse democratie te gaan verdedigen tegen de nationalisten van Franco, en net zoals hen keerde hij na een tijd volstrekt gedesillusioneerd terug naar huis. Het begon nochtans allemaal goed. Orwell arriveerde in december 1936 in revolutionair Barcelona. Dit is de eerste echte arbeidersstad, dacht hij toen hij hoorde hoe er geen meneren en mevrouwen meer bestonden maar mensen elkaar aanspraken met kameraad. Het geven van fooien was verboden en alle auto’s waren voortaan openbaar vervoer.

Het Catalaanse nationalisme bestond ook toen al. Kinderen van de romantiek waren deze nationalisten die gebaseerd op het glorieuze verleden en de vergevorderde industrialisering en daarmee gepaard gaande welvaart van hun regio in 1930 een overeenkomst sloten met de Spaanse republikeinse partijen. Als zij de nakende verkiezingen wonnen zou autonomie mogelijk worden. En aldus geschiedde. De republikeinen wonnen  in het overgrote deel van Spanje en de linkse nationalisten in Catalonië. Op 14 april 1931, een paar uur voor in Madrid de tweede republiek Spanje boven de doopvont werd gehouden, riep men in Barcelona de Catalaanse Republiek uit. Vijf jaar later ontketenden de Spaanse nationalisten een burgeroorlog, uit angst voor het opkomende communisme en anarchisme, maar precies ook omdat de republikeinse regering volgens hen te veel macht had gegeven aan de regionale nationalisten van Catalonië en Baskenland. Zij wilden de klok terugdraaien en de regionale overheden afschaffen.

Toen Orwell in Barcelona arriveerde stonden Spaanse en Catalaanse nationalisten dus lijnrecht tegenover elkaar, waarbij die laatsten officieel aan de macht waren. In realiteit voerden syndicalistische, anarchistische en communistische milities het hoge woord en een beetje bij toeval sloot Orwell zich aan bij de marxistische POUM. Hij droomde van een glorieuze strijd tegen de fascisten van Franco, maar dag na dag brak de realiteit steeds meer doorheen de mythe. Het revolutionaire Spanje was er een van smerigheid, onwetendheid en heel veel amateurisme. Tijdens de opleiding werd er vooral gemarcheerd en pas toen Orwell aan het front was kreeg hij een geweer, een roestige Mauser uit 1896. Hij kwam terecht in een loopgraaf op een berg en als hij goed keek, zag hij zevenhonderd meter verderop de vijand zitten, ook op een bergtop, met tussen hen in een ravijn. Zijn frontsector beschikte over vier loopgraafmortieren met vijftien granaten elk, maar omdat die zo kostbaar waren, werden ze vijf kilometer achter het front bewaard. Dus schreeuwden de marxisten en de nationalisten maar naar elkaar: “Vuile fascist” riep de een, waarop de ander repliceerde met “smerige landverrader.” “Dit is geen oorlog,” merkte Orwells Belgische commandant Georges Kopp op, “Dit is een komische opera met zo nu en dan een dode.”

Boekenkrant

Orwell beschrijft het aanvankelijk allemaal heel sappig en licht ironisch, maar stilaan wordt zijn toon sarcastischer, en dat heeft alles te maken met zijn teleurstelling in de communisten. In plaats van een coalitie aan te gaan met de anarchisten en de POUM, verraadden ze die en bleken ze alleen schatplichtig te zijn aan hun wapenleverancier, de Sovjetunie. De POUM collaboreerde met Franco, zeiden ze en ze slaagden er zelfs in de organisatie verboden te krijgen, waarna alle strijders en sympathisanten verdwenen en in het beste geval ergens in een cel weer opdoken. Orwell diende te rennen voor zijn leven, maar raakte uiteindelijk toch in het veilige Frankrijk. De communisten zouden hem echter nog jarenlang blijven bedreigen en achtervolgen, tot op Jura toe vreesde hij.

Saluut aan Catalonië wordt gezien als de beste literaire beschouwing over de Spaanse Burgeroorlog. Orwell schrijft immers niet alleen heel beeldend over het dagelijks leven in Barcelona en in de loopgraven, hij geeft ook een bijzonder gedetailleerd en geïnformeerd beeld van zowel de Spaanse als de Europese politieke situatie van dat moment. En dat ook nog eens in een bijzonder toegankelijke en hedendaags aanvoelende taal. Wat je echter vooral bijblijft na het lezen van het boek is hoe politiek bewust Catalanen altijd al geweest zijn. En waarom dat zo is.

In nationalistische kringen begaf Orwell zich niet in Barcelona. Het saluut dat hij in zijn boek brengt is dus bedoeld voor het Catalonië dat volgens hem had kunnen bestaan als de linkse krachten zich tegen Franco hadden verenigd, in plaats van elkaar te verraden. Onrechtstreeks is het echter ook een saluut aan het onafhankelijke Catalonië dat slechts een heel kort leven beschoren was. Zowat het eerste wat Franco deed toen hij in 1939 aan de macht kwam was immers het ontbinden van de Generalitat de Catalunya, het regionale parlement.

Eerder verschenen in Trouw