"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Schilderslief

Vrijdag, 27 september, 2019

Geschreven door: Simone van der Vlugt
Artikel door: Nico Voskamp

De donkere kant van Rembrandt

[Recensie] Dat Rembrandt buitenaards kon schilderen is geen nieuws. Dat hij ook een andere, gloeiend wraakzuchtige kant had, laat Simone van der Vlugt zien in dit goed gedocumenteerde boek. Lijdend voorwerp hier is Geertje Dircx.

Zij begon als kindermeisje van Rembrandts net geboren zoon Titus, toen diens vrouw Saskia ernstig ziek was. Al snel promoveerde Geertje naar hoofdhuishoudster en bracht het nog later tot gespreks- en bedpartner van de kunstenaar. Ongekend voor een meisje van eenvoudige komaf. Voor de man met het penseel was ze een partner die als een getrouwde vrouw met hem samenleefde. Helaas zat daar geen happy ending in: op een nare dag wil Rembrandt niets meer van haar weten, sterker: hij laat haar oppakken en voor twaalf jaar in het spinhuis opsluiten.

Hoe dat zo kwam, zet Simone van de Vlugt soepel uiteen. Het is een wervelende geschiedenis, bijna te onwaarschijnlijk om te geloven en voor een gedeelte ongedocumenteerd, maar een uitstekende ondergrond voor een dramatisch verhaal. De (beperkte) keuzes die een vrouw als Geertje in de 17e eeuw kon maken, het standsverschil, de achterkamertjespolitieke macht van de boven hen gestelden, het geroddel, de jaloezie, de achterdocht en achterklap van de dorpelingen, de in wezen uitzichtloze relatie (Rembrandt kon wettelijk niet officieel hertrouwen), de wanhoop van de in het cachot gegooide Geertje, alles komt tot leven vanuit haar eigen perspectief:

“Hij trok me tegen zich aan en kuste me, eerst zacht, toen steeds ruwer, bijna wanhopig. ‘Verlaat me niet’ betekende die kus, en ik beantwoordde hem met dezelfde wanhoop. Toen liet Rembrandt me opeens los.
‘Ik wil je iets geven,’ zei hij. ‘Iets wat me heel dierbaar is.’
Hij tastte in zijn wambuis, waar hij in de voering een zakje had laten naaien. Ik had altijd aangenomen dat hij dat gebruikte voor zijn geld, al droeg hij ook een beurs bij zich. Maar er kwam iets anders uit: een met diamanten bezette ring met een rozenmotief. Saskia’s ring. Ik had haar die zien dragen tot op de dag van haar dood.
‘Deze ring heb ik Saskia ooit gegeven. Hij is voor jou, als je hem wilt,’ zei Rembrandt. ‘Ik kan niet met je trouwen, maar met deze ring wil ik zeggen dat ik je als mijn vrouw beschouw, dat ik van je hou en je trouw beloof… Wil je bij mij blijven, als mijn vrouw, al is het dan onwettig? Wil je deze ring dragen, Geertje?’
Zijn woorden zogen de lucht uit mijn longen. Vol ongeloof keek ik naar de ring, en toen naar de man tegenover me, die me ernstig aankeek en leek te menen wat hij zei.”

Dans Magazine

Dit vloeiende, in dit citaat toepasselijk romantische proza draagt het boek. De schrijfster brengt de liefde tussen die twee tot leven, kruipt in de huid van Geertje en verwoordt haar emoties uitstekend. Het beschrevene komt erg natuurgetrouw over, ook het feministische tintje dat Geertje hier en daar meekrijgt. Dat was ze vermoedelijk ook.

De kracht van de schrijfster is dat ze die vermoedelijke gevoelens naadloos vervlecht met de realistische historische gebeurtenissen. Dat verraadt goede research. Met een fijne combinatie van romantiek, ellende en geschiedschrijving produceert ze zo een prima te verteren boek. Wie nog meer naadjes van de kous wil weten, kan doorbladeren tot achterin het boek, en bewonderend constateren hoe veelomvattend haar research is geweest.

Ook verschenen op Nico’s recensies