"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Schoolslag

Dinsdag, 3 september, 2019

Geschreven door: Joseph Pearce
Artikel door: Bea Ros

De school als slagveld

[Recensie] In Schoolslag, zijn satire op het schoolleven, neemt Joseph Pearce iedereen, van leerling tot schoolleider, op de korrel. Zeer herkenbaar en hilarisch.

“Al in de eerste les zet hij een willekeurige leerling in zijn hemd, dan weet iedereen dat er met hem niet te spotten valt.” Dixit, de doorgewinterde en inmiddels cynisch geworden leerkracht. Of deze, uit de mond van de schoolleider: “De gedachte dat een klik met een muis volstaat om leerlingen tot kritische burgers te laten uitgroeien, is een misvatting.

Van elke bladzijde van Schoolslag zijn wel citaten op te tekenen die uit het schoolleven gegrepen zijn. Soms wekken ze een lach van herkenning op, soms een ja-maar van verontwaardiging. Maar in elk geval weet Joseph Pearce waar hij over schrijft. Hij gaf dan ook zelf ruim dertig jaar les op een Antwerpens college.

In zijn roman beschrijft hij een schooljaar op een eliteschool, gerund door paters van de (fictieve) orde der felixtijnen. De school, met een knipoog gemodelleerd naar de beruchte jezuïetencolleges (die in het boek als afvalputje van de felixtijner school worden beschreven), koestert oude tradities en is wars van vernieuwing. Die tradities komen onder druk te staan als een ‘schoolchirurg’ op bezoek komt om orde op zaken te stellen en de paters en lekendocenten wil inwijden in begrippen als leerplangerichtheid, elektronische leeromgeving, contextmodellen, integratiecompetentie en evaluatiekrachtlijnen. Dat brengt de nodige opschudding teweeg en dreigt zelfs tot een heuse opstand te leiden. Maar de pater principaal weet alles met listig laveren en manoeuvreren weer naar zijn hand te zetten.

Pearce belicht de gebeurtenissen vanuit diverse perspectieven, zoals die van leerlingen, de beginnende leerkracht, de doorgewinterde leerkracht, de conciërge, de ouders en de ambtenaar. Dat levert niet alleen een caleidoscopisch, maar ook een hilarisch beeld van schoolse beslommeringen op. Hilarisch, omdat elke ‘waarheid’ gepareerd en gerelativeerd wordt door de blik van anderen. Natuurlijk, de intriges zijn lekker vet aangezet en karikaturaal. Maar tussen dat alles door spreekt er toch liefde voor onderwijs uit dit verhaal. Dat maakt dit tot een verhaal niet alleen over, maar ook van het onderwijs. Ten bewijze en tot besluit nog één citaat: “Er zijn net als vroeger evenveel goede en slechte leerkrachten en evenveel domme en slimme leerlingen. Een school is de zuivere weerspiegeling van het menselijk bestaan. Onmogelijk in te dijken, onvoorspelbaar, voor altijd onaf.”

Boekenkrant

Eerder verschenen op Didactief