"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Septemberlicht

Zondag, 9 mei, 2010

Geschreven door: Bas van den Bosch
Artikel door: Fred Baggen

De roman van je leven

Al een paar dagen zat Anna Maria Stip in mijn hoofd en haar naam wilde maar niet verdwijnen.’ Een roman die met zulke eenvoudige, maar tegelijk nieuwsgierig makende woorden begint, roept vragen bij de lezer op: hoe komt die vrouwennaam in dat hoofd? Waarom blijft die naam daar rondspoken? Wie is Anna Maria Stip? Het zijn eenvoudige vragen die niet altijd tot een simpel antwoord leiden. Achter elke vraag schuilt een mensenleven vol verhalen, herinneringen, verdrietjes. En net als het leven zelf willen die verhalen nog wel eens verrassen: nu eens word je door het leven in de watten gelegd, een andere keer recht in het gezicht geslagen. In Septemberlicht vind je beide soorten verhalen.

Thomas Verlaan is een vijftiger, docent van beroep en overspannen. In de maanden dat hij noodgedwongen thuiszit, heeft hij tijd genoeg om de relaties te overdenken die hij onderhoudt met de drie belangrijkste mensen in zijn leven: zijn vriendin Sofie, zijn moeder en zichzelf. Het nadenken over zichzelf richt zich niet slechts op het heden, maar ook op zijn vroegste kindertijd. Toen moet er iets gebeurd zijn wat op dat moment door het kind zelf niet werd opgemerkt, maar wat tientallen jaren later de man van middelbare leeftijd die hij is geworden, danig ondersteboven heeft gebracht.

En ineens is daar dan die naam: Anna Maria Stip, een vergeten herinnering. Maar is het wel een herinnering? Functioneert zijn geheugen eigenlijk naar behoren? Is het een fantasie, een voortbrengsel van zijn melancholieke ‘gepsychologiseer’, waaraan Sofie zich zo ergert? Haalt hij verschillende dingen door elkaar? Komt het door zijn burn-out? Voor Thomas wordt de naam een obsessie. Wie was zij? Leeft ze nog? Zo ja, waar is ze dan? Thomas’ moeder zet hem op het spoor van Annemarie, een oud-verpleegster die vijftig jaar geleden werkzaam was in het ziekenhuis waar Thomas’ vader Jaap na een kort ziekbed stierf. En daarmee wordt de zoektocht naar Anna Maria Stip uitgebreid tot een zoektocht naar Thomas’ jong gestorven vader. Zijn obsessieve aanpak brengt hem in contact met mensen die elk op hun eigen manier in contact stonden met Jaap, en gaandeweg is hij in staat zich fragmentarisch een beeld te vormen van de vader die hij nooit heeft gekend.

‘Natuurlijk ging het om hem, het ging toch allemaal om hem? (…) Kennis over hem was kennis over mezelf! (…) Annemarie zou me, als ze tenminste nog leefde en daartoe in staat was, helpen mijn vader een gezicht te geven, een karakter, een ziel. Ze zou me met een man laten kennismaken die meer was dan een vage bankemployé of een nog vagere amateurgoochelaar, meer dan iemand met groene ogen en een voorliefde voor tomatensoep.’

Boekenkrant

De thema’s die horen bij het terugkijken op je leven, de heimwee naar je jeugd, worden door Bas van den Bosch in zijn debuutroman Septemberlicht ongebreideld behandeld, zonder dat hij ook maar een moment verzandt in oeverloze sentimentaliteit. Hoewel de noodgedwongen thuiszittende Verlaan zeeën van tijd heeft, worden die stille uren niet alleen besteed aan mijmeren over vroeger. Zijn krampachtige pogingen om zijn relatie in stand te houden en de mensen die hij ontmoet tijdens zijn zoektocht eisen evenzeer zijn aandacht op. Tegelijk staat alles wat Verlaan in het heden bezighoudt wel in dienst van het verhaal, en zo worden deze gebeurtenissen op prettig gedoseerde wijze vervlochten met de herinneringen aan vroeger. Met oog voor detail en rake observaties schildert de auteur de contouren van Thomas’ jeugd, of misschien wel die van zichzelf.

‘“Deze foto is een fractie donkerder dan die ernaast en dat komt door de kantoortorens die in de jaren negentig aan de overkant van de Amstel gebouwd zijn. Let hier op het licht,” hij wees naar een andere foto, “september heeft al een beetje dat warme, gelige najaarslicht, maar de helderheid van de zomer zit er ook nog altijd in.”’

Van den Bosch ontziet zijn hoofdpersonage bepaald niet. Thomas ondergaat een ongenadige midlifecrisis met alle twijfels en vernederingen van dien; hij gaat gebukt onder het machteloze gevoel dat het leven soms ondoorgrondelijke keuzes lijkt te maken en onder ‘de menselijke onmacht dingen vast te houden zoals ze waren’.

Vooral dit laatste vormt de basis van Thomas’ streven. Uit alle macht tracht hij ijkpunten te vinden die hem onthullen wat voor persoon zijn vader was. Uiteindelijk vormt hij voor zichzelf uit de kleine beetjes informatie een summier beeld van zijn vader die hij alleen van een handjevol zwartwitfoto’s kent. Ook ontdekt hij dat de werkelijkheid die een mens zich herinnert – of zich meent te herinneren – niet per se de juiste werkelijkheid blijkt te zijn. Desondanks komt Thomas veel meer te weten over Anna Maria Stip, zijn vader, zijn moeder en zichzelf dan hij aanvankelijk had gedacht. Tot zijn genoegen ervaart hij dat het leven vaak bijzonder verrassende wendingen kent, ongeveer als een roman eigenlijk.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.