"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Siciliaans testament

Dinsdag, 24 oktober, 2006

Geschreven door: Rosita Steenbeek
Artikel door: Roosmarijn Scheffer

Siciliaanse reisgids zonder hoteltips

Voor wie het werk van Rosita Steenbeek een beetje kent, zullen de basisingrediënten van Siciliaans testament weinig verrassend zijn. Een Nederlandse vrouw, journaliste en actrice, die geregeld in Italië verblijft en tegen die Italiaanse schilderachtige achtergrond een affaire beleeft met een Italiaanse man. In afwezigheid van een intrigerende plot en goede karaktertekening is dit niet alleen weinig verrassend, maar zelfs ronduit storend.

Suzanne, de hoofdpersoon uit Siciliaans testament, keert terug naar Catania, een plaatsje op Sicilië om haar oudere en inmiddels stervende minnaar weer op te zoeken. Deze zieltogende Roberto – in wie Suzanne slechts de sporen van de Italiaanse levensgenieter, die hij ooit was – ziet, klaagt steen en been over zijn gezondheid, het eten, zijn personeel, de huurontduikende buren, zijn haatdragende zoon en schoondochter en hoe hij toch echt niks meer kan doen, bovenal niet naar de wc. Tussen deze klaagzangen door vlucht Suzanne in het feest van de heilige Sant’Agata, terwijl alle plaatsen op Sicilië haar ondertussen terugbrengen naar een tijd waarin Roberto en hun liefde zoveel levendiger waren:

Ze was hier gelukkig geweest. En ongelukkig. Ze hield van hem en hij van haar. Ze leefde in het hier en nu, met hart en ziel en zinnen. Alles wat haar grond vormde, waarmee ze was grootgebracht, het Griekse theater, oude kerken, beeldende kunst en geschiedenis, vond ze hier. In andere opzichten was het jetsetbestaan van strand en nachtclubs, motorboten, luchtig vertier, in strijd geweest met alles wat ze kende en had nagestreefd. Maar de ondergrond was dramatisch, dat had ze altijd zo gevoeld, zoals hun relatie dramatisch was, want onmogelijk. (p. 78)

Het klagende karakter van Roberto stoort niet alleen de lezer, maar ook Suzanne: ‘Het lijkt wel alsof Roberto zich laat meeslepen door zijn kwaadheid en de verhalen telkens dramatischer maakt’ (p. 138). Hoewel de continue herhalingen van Roberto’s ergernissen op je zenuwen gaan werken, heeft het wel effect: je ziet Roberto zoals Suzanne hem nu ziet. Helaas liggen de positieve karaktertrekken van deze charmeur buiten het bestek van het boek, waardoor de lezer maar weinig sympathie kan opbrengen voor de oude man. Dat Suzanne nog een keer terugkeert voor Roberto sterft, is voor de lezer dan ook moeilijk te begrijpen, aangezien haar liefde voor hem tijdens haar vorige verblijf al wel gestorven is.

Kookboeken Nieuws

Ondanks de redelijke uitwerking van Roberto’s karakter, blijft Steenbeek wat betreft haar hoofdpersonage in gebreke. We beleven Sicilië, Sant’Agata en Roberto door haar ogen, maar aan het eind van het boek weten we niet over wiens schouder we nu eigenlijk hebben meegekeken. Suzanne blijft een bril die we opzetten bij het lezen van Siciliaans testament, helaas niet meer dan dat.
De beschrijvingen van de festiviteiten rondom de heilige Sant’Agata zijn mooi en objectief gegeven. Nooit klinkt er een sarcastische ondertoon bij het verslag van de gekte rondom de relikwieën van de heilige, nooit wordt er een waarde-oordeel geveld. De festiviteiten worden tot in detail beschreven en je krijgt als lezer een goed beeld van de Cataniaanse cultuur.

Suzanne keert nog een derde keer terug op Sicilië en deze laatste keer is Roberto overleden. Pas dan ontwikkelt het plot zich. Kort na de dood van Roberto is ook zijn zoon Enrico, met wie hij samenwoonde, onder curieuze omstandigheden gestorven. Suzanne hoopt het mysterie op te lossen en praat met al haar en Roberto’s bekenden op Sicilië. Echter, deze detective-achtige opzet wordt niet doorgevoerd en de verwachting die ermee gepaard gaat, niet ingelost. Aan het eind van het boek blijf je als lezer, net als Suzanne alleen en in het ongewisse achter.
Het enige sterke punt van Siciliaans testament is de mooie en mijns inziens objectieve beschrijving van het Siciliaanse leven, landschap en de cultuur. Maar hoewel een reisgids op deze elementen zou kunnen teren, een roman kan dat niet. Dat Steenbeek kan schrijven hebben haar eerdere romans wel duidelijk gemaakt. Het is nu aan de auteur om het handelingsverloop en de karakters te verfijnen om haar werk uit deze amateuristische status te verheffen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.