"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Slaves

Zaterdag, 12 augustus, 2017

Geschreven door: Miriam Borgermans
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Heer en meester in de 26ste eeuw

[Recensie] De laatste jaren lijkt de reguliere SF in het Nederlandse taalgebied een wat kwijnend bestaan te lijden. In elk geval in geschreven vorm. Fantasy is in elk geval een stuk populairder en de SF-series op TV en de films in de bioscoop lijken weinig mensen enthousiast te maken voor de boeken. Maar in de verhalen speciaal geschreven voor tieners en jongvolwassenen is de SF springlevend. In herinner me van vroeger al dat ik genoot van bijvoorbeeld Kinderen van moeder Aarde van Thea Beckman, maar de laatste jaren lijkt de dam te zijn gebroken. Lezers die waarschijnlijk zouden aarzelen voor ze een boek van Asimov zouden pakken, of van Kim Stanley Robinson, lezen in groten getale boeken over reizen naar Mars (Phobos van Victor Dixen) en zelfs ‘space opera’ (Het 13e huis). Vooral dystopische verhalen zijn populair – natuurlijk omdat tieners van zichzelf al het gevoel hebben dat de wereld van de volwassenen hen teveel beperkingen oplegt. Verschillende sombere toekomstbeelden komen voorbij, van het spannende The Hunger Games tot Uglies van Scott Westerfeld.

De populariteit van SF onder deze doelgroep heeft ertoe geleid dat ook gerenommeerde SF en fantasyschrijvers zich wagen aan YA-boeken. En daar is helemaal niks mis mee, want wat mij betreft is hier geen sprake van een genre op zichzelf, maar betreffen het toevallig boeken met tieners als hoofdpersonen (met dezelfde levensvragen als tieners) en zoals goede kinderboeken ook volwassenen aanspreken, geldt dat natuurlijk voor deze boeken ook. Het enige criterium is of ze goed geschreven zijn. Ikzelf lees nog steeds de Narnia-verhalen van C.S. Lewis, om maar een voorbeeld te geven, en ik verwacht dat ik de Raven-serie ook ooit zal herlezen. Want niet alleen is dit eerste deel mooi geschreven, het is ook gewoon goede SF.

Hoofdpersoon van dit verhaal is het meisje Raven, dat zich in het laatste jaar bevindt van haar opleiding tot Delicatusslaaf. Ja, een opleiding tot slaaf, want in de 26e eeuw is de kloof tussen arm en rijk nog een heel stuk groter geworden. Mensen met een baan, de ‘vrijen’, zijn zeldzaam en het gewone volk kan alleen in leven blijven als slaaf. Iedereen die niet vrij is, draagt daarom een halsband en wordt nauwlettend in de gaten gehouden via de alomtegenwoordige surveillance. Vlak voor haar veiling (dat in de plaats is gekomen van het eindexamen) komt Raven erachter dat het bestaan als Delicatusslaaf helemaal niet zo geweldig is als zij en haar medestudentes tot dan toe hadden geloofd. In een wanhoopsdaad weet ze de rijke Ghassan Aboud te benaderen, iemand die volgens haar een goede meester zou zijn. Dat valt echter mee en ze blijft ook niet lang in zijn bezit… van een situatie van relatieve rijkdom, in absolute onvrijheid, komt ze terecht in een wereld waar ze werkelijk op eigen benen moet leren staan…

Dit boek moet volgens mij SF-fans van alle leeftijden kunnen aanspreken. Het begint al met de intrigerende cover, licht onbehaaglijk, maar ook futuristisch. Wat die suggereert, wordt in het boek vervolgens waargemaakt. Ontwikkelingen uit de huidige maatschappij zijn doorgetrokken, zoals dat in het genre behoort, en wel op originele, maar toch geloofwaardige wijze. Soms komt het zelfs erg dichtbij (met de verkiezing van Trump en de invoering van nog meer voordelen voor de rijke 1 procent). Ook in achtergronddetails zie ik een geloofwaardige wereld verschijnen – zo is er een industrieel die appels namaakt van zetmeel met wat kunstmatige vitamines om aan het arme volk te verkopen, spuiten bankiers botox in om maar geen emoties te tonen in onderhandelingen en destilleren de armsten drugs uit rioolwater. Ook is de psychologie van de jonge mensen die opgroeien in een wereld waar slavernij al eeuwen lang is ingeburgerd, verrassend goed uitgewerkt.  In de eerste hoofdstukken had ik zelfs wat moeite me in ze te verplaatsen, aangezien de meesten werkelijk geloven dat het hoogst haalbare in het leven is te eindigen als luxeslaaf bij een goede eigenaar. Vooral het eerste deel van het boek was in dit opzicht erg boeiend. Ik vond de schrijfstijl in deze hoofdstukken ook het meest verfrissend. Borgermans schrijft vlot, met korte zinnen, maar gebruikt leuke, snel aansprekende beschrijvingen. Ze zet de omgeving levendig neer en schuwt daarbij huiveringwekkende details niet (zoals een gevilde hond).

Sociologie Magazine

Hoofdpersoon Raven laat zich aanvankelijk meeslepen door de gebeurtenissen. Ze is echter wel interessant recalcitrant, bijvoorbeeld in de manier waarop ze mensen manipuleert om haar hogere cijfers te geven, en in haar noodzaak om frisse lucht te moeten inademen. Ik werd even uit het verhaal gehaald door een hoofdstuk halverwege, waarin twee andere karakters in het bijzijn van de hoofdpersoon wel heel veel elementen van het plot met elkaar bespreken. Waarschijnlijk wist de auteur niet hoe ze deze details anders met de lezer moest communiceren, maar het was niet een heel mooie oplossing. Verder leunde het tweede deel misschien wat te veel op de cliché’s van de meeste YA-boeken (de hoofdpersoon moet bijvoorbeeld kiezen uit twee jongens) en was dit type overlevingsverhaal in mijn ogen niet bijzonder origineel. De omgeving van het reservaat is wel heel goed beschreven, met hetzelfde oog voor treffende details, zo zijn er vervelende zandvliegen en een nare omheining. Wel vroeg ik me af hoe realistisch het eigenlijk was wat de hoofdpersoon allemaal wist te bereiken, als een ware Robinson Crusoe, met maar heel weinig hulpmiddelen. Ze eindigt met een boomhut, compleet met badkuip, en dat vond ik niet heel geloofwaardig – ze had wel een wat ruwere achtergrond dan de andere Delicatusslaven, maar jarenlange ervaring met op zichzelf overleven in de natuur had ze toch zeker niet. Ik vond echter niet dat deze elementen veel aan het plezier van het lezen afdeden, en door het contact met een achtergebleven slaaf en de intermezzo’s van een van de slechteriken (die nogal met haar geobsedeerd is) blijft de spanning er ook in de tweede helft van het boek flink inzitten. Naar mijn bescheiden mening is dit een van de beste pure SF-boeken die de laatste tijd zijn verschenen in het Nederlandse taalgebied (YA of niet) en ik kijk zelf erg uit naar het tweede deel van deze serie.

Eerder verschenen op Fantastische Vertellingen