"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sneu

Donderdag, 13 oktober, 2016

Geschreven door: Joost Overbeek
Artikel door: Chris Reinewald

Wat als een grafisch ontwerper wel kan lezen én kan schrijven

[Recensie] Het is een publiek geheim dat grafisch ontwerpers niet (kunnen) lezen. Nu hoeft die gedeeltelijke of gehele leesblindheid geen ramp te zijn. Kijken doen ze namelijk wel als de beste. Wat wèl echt zeldzaam is zijn grafisch ontwerpers die met distantie en zelfspot naar hun ontwerpdiscipline en design-in-het-algemeen kunnen kijken. Joost Overbeek is zo iemand. Met zijn Amsterdams/Arnhemse ontwerpbureau Overburen maakt hij affiches, boekomslagen en leaders voor tv-programma’s en sites waar enige serieuze humor geboden is. De korte en veel te korte teksten die hij als stand-up columnist uitsprak bundelde hij tot Sneu, een prettig kietelend boekje.

Een bundel met columns is als een doos chocolaatjes. Je kunt ze het beste een voor een opeten. Maar eenmaal aan het lezen krijg je steeds meer trek en pik je er nog eentje en nog maar eentje. Komt nog bij dat Overbeek in zijn allesbehalve sneue Sneu ook vrolijk strooit met gevonden (en  gejat) beeldmateriaal van zielloze beeldbanken of treurige beeldromans.

Overbeek plakt graag en behendig hoofden op andermans lichamen. En dan is daar nog de niet geheel geopenbaarde Berlijnse vlooienmarktvondst van een fotoalbum met daarin een net iets te oude escortdame uit de ehemalige DDR. Overbeek heeft de mevrouw in een geborduurd en kruisloos speelpak Inge Geilström gedoopt. Wie zulke melige humor (en ranzige plaatjes) graag verhapstukt heeft een godenmaal aan de bundel.

Duidelijk mag zijn dat enige (inside)kennis van de ontwerpscene het kijk- en leesplezier verhoogt.

Geschiedenis Magazine

Onderwerpen die wel bij de koffiemachine ter sprake komen, maar zelden in zwaarwichtige designtheorie passeren de revue. Zoals daar zijn: falen, wansmaak, photoshop, augurken, gemakzucht, een derde been, lichaamsbeharing, Paul de Leeuws man, door je zoon uitgescholden worden als vieze, vuile flikker of zemmer (idem, maar in Marokkaanse straattaal).

Navertellen is uit den boze. Dus dan maar een algehele karaktertekening zoals de schrijver uit zijn stukjes tevoorschijn komt. Dutch Design, cultuur en musea kunnen op zijn grootste achterdocht rekenen. Tegelijk bekent hij zich ook hierin te laten overtuigen door zijn zoons en wijze vrouw.

Overbeek bezit een ijzeren gevoel voor consequentie. Toen hij bij de BNO (vakorganisatie ontwerpers) als bestuurslid werd binnengehaald, vanwege zijn jonge leeftijd en verwacht rebels karakter, stemde hij bij de eerste de beste vergadering tegen een erelidmaatschap aan een bejaard, alom gerespecteerde collega. Zijn ene stem-tegen zou toch niks uitmaken. De oude ontwerper werd  gewoon erelid en Overbeek maakte zijn reputatie waar.

Het is daarom jammer dat hij zijn ambitieuze plan – een beeldroman annex geschiedschrijving van Nederlandse grafisch ontwerpers – nog niet kon uitvoeren. Afgaand op een foto is Overbeek namelijk de enige die de serieuze, hoog gewaardeerde ontwerper Wim Crouwel in het openbaar een schaterende lach ontlokte. In plaats van dat gewenste boekwerk hebben we dit grappige boekje.

‘Nee, zal wel niet dan,’ zegt een volbloed Ernhemmer dan.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.