"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op zoek naar Soldaat van Oranje

Donderdag, 14 januari, 2021

Geschreven door: Bart Juttmann
Artikel door: Piet Halma

Het verhaal van een filmklassieker

[Recensie] Nu de première van De slag om de Schelde in het water is gevallen, vraagt een andere film over de Tweede Wereldoorlog de aandacht in een interessante geschiedbeschrijving: Soldaat van Oranje.

Toen de film Soldaat van Oranje in 1977 met veel bombarie in de bioscopen werd gebracht was het voltallige koninklijk huis daarbij aanwezig. Hoofdrolspelers Jeroen Krabbé en Rutger Hauer imponeerden door met dezelfde motoren als uit de film aan te schuiven bij de rode loper van het Amsterdamse Tuschinski-theater. In de nok van de zaal speelde het Marinierskapel der Koninklijke Marine. Middelpunt van alles was een stralende Erik Hazelhoff Roelfzema.

Deze verzetsman had al zijn oorlogservaringen in dagboeken bijgehouden en pas in 1970 in boekvorm durven uitgeven. Eerst onder de titel Het hol van de ratelslang en later onder de meer aansprekende titel Soldaat van Oranje. Dat eerste exemplaar werd aangeboden aan prins Bernard, een persoonlijke vriend van hem.

Toch was de filmpers niet onverdeeld gelukkig met deze tot dan toe duurste productie in de filmgeschiedenis. Prins Bernard had net zijn Lockheed-affaire achter de rug en De Telegraaf (fout in de oorlog, nu sterk Oranjegezind) en ook de grote aandacht die de Tros had voor de film (de omroep wilde er nog een serie van maken) zorgden ervoor dat er aan Soldaat van Oranje een rechts imago kleefde.

Boekenkrant

Ook eerdere producties van de makers hadden een mensbeeld laten zien van een ieder-voor-zich-mentaliteit. Paul Verhoeven (regie), Gerard Soeteman (scenario) en Rob Houwer (productie) hadden al eerder filmgeschiedenis gemaakt met films als Turks fruit (Jan Wolkers), Wat zien ik (Albert Mol) en Keetje Tippel (met een glansrol voor Monique van de Ven). Ook de zelfpromotie als ‘Nederlands grootste speelfilm ooit’ riep bij het journaille de nodige scepsis op.

Bioscooppubliek

Zo schreef Willy Wielek-Berg in Trouw dat ze de film zwak, levenloos en kil vond. “Ik die zo gevoelig ben voor alles wat met verzet te maken heeft, werd niet één ogenblik geraakt, geroerd of geschokt, geen beeld bleef mij bij, geen sfeertekening wekte herkenning.” Dat het bioscooppubliek er anders over dacht bleek wel uit de grote toeloop naar de bioscoopzalen, vooral van ouderen die in geen jaren meer naar de bioscoop waren geweest.

Ook de vele jaarlijkse herhalingen op televisie, rond de Nationale Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, hebben eraan meegewerkt dat Soldaat van Oranje in het collectieve geheugen terecht is gekomen. De film werd zo synoniem voor de verzetshelden in de Tweede Wereldoorlog. Een term die op onbegrip stuitte van veel verzetsmensen die zich niet in Hazelhoff Roelfzema herkenden.

Na boek en film werd het succesvolle en aansprekende oorlogsdrama nog eens vertaald, nu naar een musical: een spektakelstuk dat sinds 2010 avond aan avond ruimte gaf aan 1103 zitplaatsen en gebouwd op een gigantische draaischijf in de hangaar van Vliegkamp Valkenburg aan Zee. Zoiets was nog niet eerder vertoond.

Joden

Al meer dan drie miljoen bezoekers, veel van hen meerdere keren, zagen de musical. Die week op nogal wat punten af van de film. Zo heeft de nieuwste versie meer aandacht voor het lot van de Joden in de oorlog, iets wat in de film onderbelicht bleef.

Voor het eerst verschenen in Friesch Dagblad