"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Speeltijd

Woensdag, 12 oktober, 2011

Geschreven door: Harrie Hageman
Artikel door: Hannah van Pijkeren

Achter de coulissen

Wanneer een bekend theatermaker en beeldend kunstenaar debuteert met een roman getiteld Speeltijd, ligt het voor de hand dat hij hierin op het maken van theater zal reflecteren. Hoe groeit een kunstenaar op? Hoe vormt zijn jeugd hem en hoe kijkt hij erop terug? In drie delen wordt levensverhaal van de hoofdpersoon aan de lezer opgevoerd. Het eerste boek van Harrie Hageman voldoet in alles aan de ingrediënten van de zogenaamde künstlerroman, waarbij leven en werk op een bijzondere manier naast (of juist door?) elkaar bestaan.

Dat Speeltijd voor een groot deel een terugblik is op het leven van een door schade en schande wijs geworden regisseur wordt in het eerste deel al duidelijk, als hoofdpersoon Guy Spaans kanker blijft te hebben. De ziekte, die hem op latere leeftijd treft, lijkt een belangrijke beweegreden te zijn om terug te kijken naar zijn bestaan als theatermaker. Het theater heeft hem vormgegeven en ook in het laatste, derde deel, wanneer hij ernstig ziek is en naar huis gaat om te sterven, blikt hij terug op die tijd: ‘Het was die power waarmee wij de tekst van Handke de zaal in slingerden en amorfe publiek van hun stoelen bliezen. Het jeukt in me. Dat waren geen voorstellingen. Dat waren ervaringen.’

Vanaf deel twee leert de lezer Guy kennen als een jongen die opgroeit in een streng katholiek gezin. Iedere ochtend moet hij voor schooltijd naar de kerk, waar hij ook zijn eerste liefde leert kennen. Zijn eerste verliefdheid is heftig en hij is geobsedeerd door de mooie Claire, die voor hem onbereikbaar lijkt vanwege de verschillende milieus waar zij uit komen. Vanuit zijn kerkbank achterin bespiedt hij haar, vooraan gezeten in de kerk: plaatsen die alleen bestemd waren voor mensen met een hoge maatschappelijke status. Intussen heeft de streng religieuze opvoeding een grote invloed op Guy, met name op seksueel gebied. Zo komt een onderwerp als masturbatie meerdere keren ter sprake, waarin het cynisme van de oudere Guy op de voorschriften van het katholicisme al duidelijk aanwezig is.

Als volwassen man lijkt Guy het geloof definitief de rug toegekeerd te hebben, al blijft het een grote invloed op zijn leven hebben: ‘Ik geloof dat mijn woede tegen alles en iedereen die mij hindert in mijn vrijheidsbeleving uit die tijd stamt. Maar de adrenaline die uit deze woede voortvloeit, is wel de brandstof voor mijn werk als kunstenaar.’

Boekenkrant

Als enthousiast theatermaker leidt hij zijn bestaan tussen jonge actrices, bezig met hun eerste grote stuk, een bijzondere uitvoering van Peter Handkes Kaspar. De passie en bevlogenheid van zowel de regisseur als de actrices en de energie die vrijkomt bij de opvoering van een theaterstuk wordt op een bijzonder intieme en bijna kwetsbare manier beschreven, als de tentoonstelling van de allergrootste liefde van de hoofdpersoon aan het publiek. Het laat tegelijkertijd iets zien van die voor velen onbekende wereld, van het spel tussen acteurs en regisseur, van de magische uitwerking die theater op hen heeft:

‘Het lijkt of iedereen het zelfde ondergaat, dat dit slot onontkoombaar is en een applaus misplaatst. Niemand beweegt of zegt een woord, allen zijn gevangen in een zelfgekozen realiteit, als in een hypnose waarin zij willen blijven, huiverend bij de gedachte om uit de veilige beslotenheid de andere, bekende werkelijkheid in te gaan.’

Binnen zijn werk als regisseur, maar ook daarbuiten heeft Guy een intens contact met zijn actrices. Velen vertellen hem hun zorgen en problemen, zoals de jonge vrouw Chris, die zichzelf prostitueert en gechanteerd wordt door haar ex en de vader van haar kind. Met een andere actrice, Klaske, ontstaat zelfs een relatie, die hij lang verborgen weet te houden. Klaske keert later opnieuw terug in de laatste levensdagen van Guy als hij haar na de slechte diagnose vertwijfeld opzoekt. In de laatste periode van zijn leven heeft hij weliswaar een relatie met Dorine, maar de creatieve en bevlogen Klaske lijkt toch zijn grote liefde. Dit geeft de levensloop van Guy iets zwaarmoedigs mee, beschreven in een ironische stijl. Waar hij Dorine met enige spot en cynisme beschrijft, daar blijft Klaske de moeilijk bereikbare, wispelturige en onvoorspelbare vrouw waar Guy van blijft dromen. Naar de reden van de breuk tussen de twee moet de lezer gissen, wat de roman extra spanning meegeeft.

Toch blijft de plot wat eenvoudig en oppervlakkig. Er zijn in de verschillende levensfasen van Guy vele verschillende verhaallijnen en evenzoveel personages, maar deze dragen lang niet altijd bij aan de kwaliteit van de roman in zijn geheel: een vermindering en betere uitwerking van personages was het verhaal ten goede gekomen en had de betrokkenheid van de lezer kunnen vergroten. Zo worden personages als de moeder van Guy of diens vriendin Dorine nauwelijks beschreven, waar een neef van zijn liefde Claire onevenredig veel aandacht lijkt te krijgen van de auteur.

Het thema van de onbereikbare liefde is mooi beschreven, maar blijft ook enigszins voorspelbaar. Voor de plot van ‘terminale hoofdpersoon die op zijn leven terugblikt’ geldt dat het wellicht weinig origineel is, de wendingen en het tijdsverloop zijn daarentegen interessant. Over het geheel blijft het verhaal dun, afgezien van de mooi beschreven situaties voor óf achter de coulissen, die het verhaal naar een hoger plan tillen. De eerste roman van Harrie Hageman laat vooral zien waar zijn échte passie en kracht liggen: bij theater maken.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.