"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Spiritualiteit van de tuin

Zondag, 31 december, 2017

Geschreven door: Diverse Auteurs
Artikel door: Wolter Huttinga

“Wij moeten onze tuin bewerken”

De schrijvers

Het boek is verschenen in de serie Figura Divina, die aandacht vraagt voor de “diepgaande verbinding tussen kunst en religie in de breedste zin”. Breed is het schrijverspalet zeker, met theologen en religiewetenschappers, maar ook met landschapsarchitecten, een literatuurwetenschapper, een cultuurpsycholoog en een monnik.

Thematiek

Heaven

Er zijn van die symbolen die zo’n beetje alles kunnen omvatten, alles kunnen ‘opzuigen’ wat de hen hanterende culturen kenmerkt. De tuin is zo’n symbool. Stel de vraag ‘wat is een tuin?’, of ‘wat is tuinieren?’ en je stelt op een buitengewoon interessante manier de vraag ‘wat is de mens?’. Het fenomeen tuin bevat immers alle ambiguïteiten die de mens kenmerkt: spanning tussen natuur en cultuur, werkelijkheid en verbeelding, het aardse en het hemelse, lichamelijke inspanning en geestkracht.

In dit spanningsveld denkt het boek op zeer uiteenlopende manieren na over de spirituele en culturele dimensies van de tuin. Welke betekenissen hebben tuinen door de eeuwen heen voor mensen gehad? Wat voor rol speelt de tuin in Rutger Koplands poëzie? Wat heeft onze verhouding tot de tuin te maken met wereldwijde ecologische en levensbeschouwelijke vragen? Ook is er flink wat aandacht voor de Islam, die cultuurhistorisch een enorm belangrijke plaats voor de tuin als mythisch-spirituele plek inricht – vele bladzijden vloeien over van het zacht sijpelende water, de zoete indringende geursensaties en de tactiele ervaringen. Zeg maar het ‘duizend-en-een-nacht-gevoel’. Een vraag die enkele malen terugkeert: wat bedoelde Voltaire met zijn slotzin in Candide: “Wij moeten onze tuin bewerken?” Van het antwoord hangt een hoop af, zo blijkt.

Dit boek is zelf overigens niet een typisch spiritueel boek – als een handboek ‘mindful tuinieren’ of iets dergelijks. Het reflecteert eerder op dergelijke fenomenen en probeert ze op academische wijze te duiden.

Belangrijke uitleg

Eén van de meest verhelderende artikelen is van Maaike de Haardt, hoogleraar religie en gender aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In haar stuk legt ze uit hoe ‘tuin’ betekenis heeft op verschillende niveaus: ‘Tuinen zijn dan ook zowel ‘idee’ (beeld, concept of symbool), als ‘plaats’ (een specifieke tuin) en tegelijkertijd ook ‘handeling’ (werken in de tuin), en komen in die driedubbele betekenis voor in religies, filosofie en literatuur.” De tuin is in die zin een “complexe ecologie van ruimtelijke werkelijkheid, cognitieve processen en echt werk”. De volkstuinier in mij heeft regelmatig de neiging om auteurs toe te roepen: “nu even niet lullen maar spitten, mensen!” Toch klopt het gewoon dat de tuin meer is dan een plek van hard werken of om lekker in te luieren. Onze verhouding tot de tuin is enorm rijk aan betekenis, en leert ons iets over zowel onze diepste zielenroerselen als onze ingesleten culturele mechanismen.

Mooie zinnen

“Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.”
(een stukje Kopland)

Reden om dit boek niet te lezen

Sommige schrijvers willen het vooral heel graag over zingeving en ecologische vraagstukken hebben en raken te ver weg bij de centrale metafoor van het boek. Het zijn veelal boekenmensen, geen tuinmensen. Gratuit gekeuvel ligt dan voortdurend op de loer. Ze schrijven in het beste geval nog over ‘tuindenkers’ die zich op hun beurt weer ‘laten inspireren door het denken van….’. Op zulke momenten mis ik mensen die zich laten inspireren door de blaren op hun handen, of de heerlijke geur van een rokende composthoop in de herfst. Redacteur Frank Bosman schrijft een saai artikel naar aanleiding van een gesprek over een tuin in – jawel – een computerspel. Hoog tijd om de tuin in te gaan Frank!

Reden om dit boek wel te lezen

Ik moet maar toegeven dat ik in positieve zin volstrekt bevooroordeeld ben ten opzichte van dit boek. Aangezien ik zelf even gepassioneerd tuinier als theoloog ben smul ik uiteraard van alles wat zich op het grensvlak van die beide gebieden begeeft.

Tot slot nogmaals Maaike de Haardt: “De spiritualiteit van het tuinieren is bepaald niet ‘zweverig’ – boven de aarde – maar letterlijk en figuurlijk een spiritualiteit van de vuile handen: handen vol eelt en met aarde onder de nagels.” Leg het boek naast de schoffel en de tuinslang en laten de bladzijden grauw en beduimeld worden.

Eerder verschenen in Trouw