"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

SPQR

Woensdag, 8 februari, 2017

Geschreven door: Mary Beard
Artikel door: Bert Overbeek

Hoe krijgen we Rome in beeld?

Wie geschiedenis van Rome en zijn imperium wil schrijven, staat voor een enorme uitdaging. Enerzijds is er het omvangrijke bronnenmateriaal, dat in zijn geheel nauwelijks door één onderzoeker is te overzien. Anderzijds ontbreekt heel veel informatie maar zijn er wel veel spannende roddels en geruchten. Mag een serieuze schrijver daar gebruik van maken?

[Recensie] De vroege  historie van Rome is bijzonder problematisch voor een geschiedschrijver. De verhalen over deze periode, zoals overgeleverd door Livius en anderen, zijn eeuwen na de vertelde gebeurtenissen geconstrueerd, zonder dat betrouwbare en gedetailleerde bronnen beschikbaar waren. Mary  Beard omschrijft in de eerste hoofdstukken van haar magistrale SPQR. Geschiedenis van het Romeinse rijk wat we van de vroege geschiedenis van de stad weten. Dankzij het archeologische materiaal is de stadsontwikkeling van Rome in hoofdlijnen te beschrijven. Lastiger is het de archeologische vondsten met de literaire overlevering te verbinden. Beard betoogt overtuigend dat dit nauwelijks op verantwoorde wijze mogelijk is. Vervolgens probeert ze stap  voor stap  na te gaan  wat de historisch betrouwbare informatie is die aan de verschillende bronnen ontleend kan worden. Zo ontwikkelt ze inzichtelijk een kritisch – en over het algemeen overtuigend – beeld van de vroegste fasen  van de Romeinse geschiedenis.

Een centraal aspect in haar interpretatie is het Romeinse concept  van burgerschap. Overwonnen volken in Italië  kregen in de loop der tijd het burgerrecht, waardoor de burgerij steeds verder uitdijde en de etnische samenstelling veranderde. Dit was in historisch perspectief een uitzonderlijke politiek en die had gevolgen voor de manier waarop Romeinse auteurs dachten over de oorsprong en aard van hun stad. In hun oorsprong verhalen legden ze de nadruk op de allochtone afkomst van de stichters en de vroege bevolking van Rome. Daarmee onderscheidt de Romeinse traditie zich opvallend van de verhalen bij de meeste andere volken, die vaak het autochtone of in ieder geval het homogene karakter van de eigen gemeenschap benadrukken.

Een nog steeds relevante ideeënstrijd

Pf

Beard beschrijft ook de geschiedenis van de latere republiek zeer kort, hoewel het bronnenmateriaal een uitgebreid chronologisch verteld verhaal in dit geval wel mogelijk maakt. Tom Holland bijvoorbeeld heeft  dat in zijn Rubicon. Het einde van de Romeinse republiek (2006) op fraaie wijze gedaan. Beard probeert echter vooral  de onderliggende problemen te laten zien van de republiek en langs welke wegen een oplossing werd gezocht. Tegenover de vaak verkondigde mening dat de ‘Romeinse revolutie’ niet meer was dan  een naakte machtsstrijd,  benadrukt zij dat er in de laatste eeuw van de republiek sprake was van “een botsing tussen politieke beginselen en tussen sterk uiteenlopende meningen over hoe Rome bestuurd zou moeten worden”. Juist deze ideeënstrijd maakt in Beards ogen de Romeinse geschiedenis voor de moderne lezer interessant, omdat hier opvattingen ontwikkeld werden die vanaf de Renaissance ons denken over staat en samenleving hebben beïnvloed. De relevantie van de Romeinse geschiedenis ligt voor haar in deze dialoog tussen heden en verleden. Een vergelijkbare aanpak kiest Beard voor de keizertijd. Wat zich achter de muren van het paleis afspeelde, bleef voor de buitenwereld grotendeels verborgen en was voer voor speculatie en roddels. Vooral onder keizers  die na een coup of een burgeroorlog aan de macht waren gekomen, kregen de handelingen van hun voorgangers het stempel tiranniek en waanzinnig. Wat er waar is van veel verhalen over de keizers, is daarom niet goed vast te stellen.

Beards interesse gaat dan ook primair uit naar de door Augustus opgezette bestuursstructuur van het rijk, die twee eeuwen lang in feite ongewijzigd bleef, en naar de manieren waarop de verschillende bevolkingsgroepen binnen het multi-etnische rijk zich tot het keizerlijke bestuur en de Romeinse cultuur verhielden.  Kenmerkend voor het Romeinse bestuur was in Beards visie dat provinciebewoners in toenemende mate het Romeinse burgerrecht kregen. Het logische eindpunt van haar geschiedenis is dan  ook het moment dat keizer Caracalla in 212 alle vrije inwoners van het rijk het burgerrecht verleende.

Geruchten uit de roddelzieke stad

Vanwege  de aard van de bronnen ziet Beard er van af om na haar schets van de ontwikkeling van het keizerschap onder Augustus de regimes van de volgende keizers  chronologisch te bespreken. Tom Holland doet dat wel in Dynastie, Opkomst en ondergang van het huis van Julius. Hij beschrijft de geschiedenis van de Julisch-Claudische keizers die begon met Caesar en eindigde met de zelfmoord van Nero. Hij schildert het bewind van de opeenvolgende keizers met gebruikmaking van het rijke anekdote materiaal dat bij de antieke geschiedschrijvers is te vinden.

De meest ongeloofwaardige verhalen vertelt Holland als ‘geruchten’ die in de ‘roddelzieke stad’ Rome rondgingen. Hij volgt hierbij de beproefde verteltechniek van Tacitus. En omdat hij nergens op de routines van het dagelijkse bestuur ingaat en ook verder vrijwel alle context hooguit terloops ter sprake brengt, krijgt het boek hierdoor het karakter van een spannende familiegeschiedenis vol verraad, gifmoorden en seksuele perversiteiten. Dit is een bewuste keuze. De Engelse titel van het boek, Dynasty, verwijst  naar de populaire Amerikaanse televisieserie uit de jaren 1980 over een rijke en machtige oliefamilie in Denver (Colorado). Volgens scenarioschrijver en producer Esther Shapiro was de serie geïnspireerd door  de succesvolle BBC-serie I, Claudius uit 1976, die weer gebaseerd was op de romans van Robert Graves. De serie reduceerde het werk van Graves tot een familiesoap in een decor van bordkarton. Maar toch, Graves’ romans en de televisieserie hebben waarschijnlijk meer dan  welk boek of welke film dan  ook lange  tijd het beeld van de vroege  keizertijd bij het bredere publiek gevormd. Holland plaatst zijn vertelling nadrukkelijk in deze traditie, wanneer hij erop wijst dat het soort verhalen dat in de bronnen te vinden is “de vaste ingrediënten van moderne dramaseries” zijn. Zodoende maakt hij zijn ambitie duidelijk: hij is de ware opvolger van Graves. Zijn spannende en sprankelende vertelling leest als een roman en heeft  alles in zich om deze ambitie te verwezenlijken. Wie daarentegen een actuele en goed geschreven bronnen kritische interpretatie van de Romeinse geschiedenis zoekt, kan beter bij Beard terecht.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Bert Overbeek is historicus gespecialiseerd in de oudheid

Boeken van deze Auteur:

Dynastie