"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sprintkoninginnen. Van Fanny tot Dafne

Zaterdag, 24 december, 2016

Geschreven door: Kees Kooman
Artikel door: Micha Peters

Rennen mensen, rennen

[Recensie] Wat betreft nieuwe atletiekboeken is Sprintkoninginnen. Van Fanny tot Dafne van Kees Kooman een absolute aanrader. Kooman was als journalist aanwezig op negen Olympische Spelen en hij heeft decennia over sport geschreven, dus hij weet waar hij het over heeft. Hij schrijft in korte zinnen, maar in een bijzonder beeldende stijl, over atletiek en atleten.

In zijn boek bespreekt Kooman bekende en minder bekende sprintsters. De Nederlandse sprintgeschiedenis begint wat betreft de dames bij de relatief onbekende Tollien Schuurman, de eerste vrouw die in 1932 de 100 meter onder de 12 seconden liep. Wereldrecordhoudster Schuurman deed in 1932 mee aan de Olympische Spelen in Los Angeles en hield daar een dagboek over bij. Schuurman begint al met schrijven in haar dagboek op dag dat zij in de Rotterdamse Maashaven aan boord van het schip stapt dat haar naar de Verenigde Staten brengt, en stopt daar pas mee wanneer ze twee maanden later weer thuis is. Door veel en vaak uit dit dagboek te citeren, neemt Kooman de lezer op een indringende wijze mee op een avontuurlijke reis.

Het is een enorme tocht: met oceaanstomer de Statendam vaart de olympische ploeg naar New York, om vervolgens met de trein dwars door de Verenigde Staten naar het aan de wetskust gelegen Los Angeles te rijden. Schuurman en haar ploeggenoten kijken hun ogen uit. Tijdens de zeven dagen durende treinreis zien de olympiërs een bonte stoet van cowboys en ‘oude indianenvrouwtjes’ en prachtige natuur aan zich voorbijtrekken.

Wanneer de Spelen daadwerkelijk beginnen, blijken de sprintdames hopelijk uit vorm. Ze weten dan ook geen van allen aansprekende resultaten te boeken. Mie Klaver, sprintster en vriendin van Schuurman, is er bij en weet wat de oorzaak is van de ondermaatse prestaties: de copieuze maaltijden die de dames in hun hotel gratis konden bestellen en vervolgens naar hartenlust naar binnenwerken. Klaver: “We hadden veel te weinig getraind en daarentegen veel te veel gegeten. Ik was simpelweg te zwaar geworden.”

Hereditas Nexus

Via onder meer Fanny-Blankers Koen, Florence Griffith, Merlene Ottey en Nellie Cooman komen we uit bij Dafne Schippers. Kooman zoekt, zoals in het gehele boek, ook in het laatste hoofdstuk de verdieping, en gaat daarom op bezoek bij Epie Schippers-Blauw, de oma van Dafne. Zij had ook aanleg voor atletiek. Zo schrijft Kooman in zijn boek:

“De dochter van een smid, wiens felle karakter was terug te lezen in de kobaltblauwe ogen. De ambachtsman reed zijn talentvolle dochter graag naar wedstrijden in zijn automobiel, een bezienswaardigheid in het dorp. Maar heel eerlijk gezegd beschikte oma zelf niet over de felheid die ze terugziet bij een van de zeven kleinkinderen, veel talentvoller dat zijzelf ooit was.” Oma had graag in de graag in de voetsporen willen treden van Fanny Blankers-Koen, maar een slechte knie maakte een vroegtijdig einde aan haar ambities. Nu richt de familie alle hoop op Dafne. Schippers-Blauw: “Een fel kind, maar vooral een leuk kind, dat toevallig ontstellend hard kan lopen.” Dafne komt er dus wel. Zolang ze maar niet te veel eet in Rio de Janeiro.

In De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis van Kees Sluys passeren ook diverse sportcoryfeeën de revue. Sluys, oud-redacteur van de VPRO Gids, schijft in zijn boek vaak over dezelfde atleten als Kooman, maar hij doet dat wel in geheel andere stijl. Sluys is veel persoonlijker in zijn aanpak – hij schrijft over zijn liefde voor de atletiek en over zijn vakanties die vaak gepland worden rond belangrijke toernooien – maar hij hanteert tegelijkertijd een veel drogere schrijfstijl dan Kooman. Daar waar Kooman de sporters die hij bespreekt in een breder maatschappelijk kader plaatst, beperkt Sluys zich vaak tot de sportieve prestaties van zijn onderwerpen.

Sluys begint zijn boek met selfmade sportman Jan Brasser, die bij de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn indruk maakte op de tienkamp. Hierna volgen verhalen over sprinter Tinus Osendarp, tienkamper Eef Kamerbeek en sprintster Wilma van den Berg, de ‘gazelle van de Europese atletiekarena’s’. Ook het werptrio Cees Koch, Erik de Bruin en Rutger Smith komt aan bod, net als de langeafstandloper Jos Hermens, hoogspringer Ruud Wielart en hardloopster Ellen van Langen.

Het boek eindigt met Neerlands hoop in bange atletiekdagen: Dafne Schippers. Voor Sluys begint de opkomst van Dafne in 2011 op een atletiektoernooi in het Oostenrijkse Götzis. Sluijs zit daar samen met zijn vrouw op de tribune. Dafne heeft zich dan nog niet op de sprint gericht; ze is nog helemaal zevenkampster.

Sluys: “Dafne begon goed door haar serie horden te winnen in een pr van 13.60. Maar na 1.70 hoog en 13.89 bij kogelstoten zorgde ze voor een regelrechte sensatie: een verbijsterende 200 meter in 22.90, waarmee ze het gehele deelnemersveld, inclusief Jessica Ennis, de wereldkampioene van 2009 en Europees kampioene van 2010, ver achter zich liet. Het was de tweede beste tijd ooit in Götzis gelopen en lag maar weinig boven het Nederlands record van Els Vader, die in 1981 22.81 op de klokken had gebracht.’

Dit fragment illustreert direct het verschil in schrijfstijl met Kooman. Sluys blijkt naast liefhebber, ook direct fan van Dafne: “Na afloop van de wedstrijden nestelden we ons zoals inmiddels gebruikelijk op het terras van de Hypobar, waar beheerder Daniel zijn Holländische Freunde weer een warm welkom bereidde. We dronken wat, maar zaten er ook om de diverse atleten en atletes, die op weg naar de uitgang en het atletenhotel voorbijkwamen, op applaus te onthalen. Opeens liep daar ook Dafne, in gezelschap van haar coach. Toen we overeind kwamen en begonnen te klappen, lachte ze dankbaar maar ook een tikkeltje onwennig.”

Eerder gepubliceerd (vlak voor de laatste olympische spelen) op www.sportgeschiedenis.nl


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Viglius van Aytta. Friese Europeaan avant la lettre

De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis