"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sprong naar de hemel

Zondag, 21 januari, 2007

Geschreven door: Bart van Lierde
Artikel door: Nico Voskamp

Een duik in de modder

Bart van Lierde laat zijn personages door diepe dalen gaan in zijn vierde roman Een sprong naar de hemel. We volgen de levens van Hector, Felix en Fanny, drie muzikaal begaafde kinderen uit één gezin.

Gladjes verlopen die levens niet. De kinderen staan al meteen op achterstand door de armoede die in het gezin heerst, waardoor er slechts geld is om een van de kinderen te laten studeren. De keuze is geen keuze: Felix is moeders lievelingetje en hij mag dus het huis uit om in Leipzig piano te gaan studeren. Zijn broer Hector vertrekt op eigen houtje naar Parijs. Daar ontwikkelt hij zijn talent en komt tot een nieuwe compositiestijl. Zusje Fanny moet in Hamburg blijven. Omdat ze een meisje is mag ze niet componeren, maar ze is getalenteerd en doet het wel. Haar composities worden wel gespeeld, maar onder de naam van haar pianoleraar.

De kinderen hebben dus allemaal hun eigen problemen die in de loop van het verhaal alleen maar verergeren. Van Lierde maakt het zijn protégés niet makkelijk. Om met Felix te beginnen, die heeft een ongezonde seksuele relatie met zijn zus en in mindere mate met zijn moeder. Met alle vrouwen die hij tegenkomt, trouwens.

Muziek is het gereedschap waarmee Felix roem wil vergaren. Hij bewerkt een compositie die broer Hector heeft gemaakt en probeert daarmee op te treden. Zijn pianoleraar helpt hem zijn techniek te verbeteren, maar dat volstaat niet. Langzaam komt Felix erachter dat hij niet voldoende talent heeft om in de top mee te draaien. Er wordt een optreden voor hem geregeld samen met twee goede pianisten; hij heeft een gemene truc nodig om daar als beste van de drie uit te komen. Hij maakt er twee vijanden voor het leven mee en zelf wordt hij er ook niet vrolijker van, zijn stemmingen wisselen steeds vaker.

Kookboeken Nieuws

Hector wordt in Parijs bedrogen door ‘leermeester’ Jacob. Hector wil zich met een zelfgemaakte symfonie bewijzen in een wedstrijd op het conservatorium maar heeft geen geld. Jacob wil hem geld geven om in te schrijven, als hij Hector sexueel mag misbruiken. Hector heeft geen keus. Dus is hij één nacht aan Jacobs perverse fantasie overgeleverd. Een lange en pijnlijke nacht, mogen we wel zeggen. Daarna doet Hector een zelfmoordpoging. Vriendin Henriëtte redt hem ternauwernood. Ze laat hem inzien dat het leven mooie kanten heeft, muziek bijvoorbeeld.

Van Fanny horen we niet veel meer. Ze leidt een bestaan in de schaduw van haar pianoleraar, die haar composities vertolkt. Aan het eind van de roman komen de drie kinderen weer bij elkaar. Een erg vrolijk weerzien is dat niet. Het leidt tot explosieve gebeurtenissen die niet meer terug te draaien zijn.

De roman is geschreven in de wat formele, archaïsche taal van de negentiende eeuw. In mindere handen zou dat stroef lezen. Maar Van Lierde kan schrijven, hij geeft het verhaal vaart en actie mee. Het is een heftig verhaal, zodat de lezer geneigd is het boek niet weg te leggen. Dat is het goede nieuws.

Het slechte nieuws is dát het zo’n heftig verhaal is. Er is werkelijk geen lichtpuntje te bekennen in de armzalige levens van de hoofdpersonen. Terwijl ze toch hun best doen: de kinderen volgen hun muzikale hart, nemen les, hebben talent, maar ze komen niet ver. De realiteit prikt telkens hun dromen door. Ze missen telkens het duwtje in de rug.

Wat ik ernstiger mis is de emotie. In de muziek dan. Bij het studeren en voorspelen dat de kinderen doen worden er steeds fuga’s, nieuwe baslijnen, wonderlijke vingerzettingen gespeeld, maar geen enkele keer heeft iemand simpelweg tranen in de ogen van ontroering. Terwijl ontroerend goede muziek dat toch teweegbrengen kan, nietwaar?

En dan die seks. Zucht. Felix neukt alles wat beweegt, in elk gaatje bovendien. Hij misbruikt zijn zus en zijn moeder. Broer Hector wordt anaal gefêteerd door een iets te grootgeschapen man. Zus Fanny is het seksuele doelwit van Felix’ zieke fantasie. Enigszins vermoeiend is al die seks wel, vooral omdat het binnen het verhaal weinig functie heeft.

De vraag blijft wat Bart van Lierde zeggen wil met dit verhaal. Dat het geen zin heeft je dromen achterna te gaan omdat zulks tot mislukken gedoemd is? Dat je hoge idealen kunt hebben maar toch door je dierlijke instincten naar beneden wordt gehaald? Dat seks om de vijftien bladzijden moet? Dat het leven geen zin heeft? Zijn hoofdpersonen maken in ieder geval geen sprong naar de hemel. Eerder een duik in de modder.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

160 kilo

Sprong naar de hemel

Luister niet naar Robert Blake