"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stad van de eeuwige nacht

Zaterdag, 8 september, 2018

Geschreven door: Preston & Child
Artikel door: Istvan Kops

Moord op de rijken van New York

[Recensie] Er is een aantal boekenseries in thrillerland die nooit lijken te eindigen en dat is maar goed ook. Neem bijvoorbeeld de serie met Harry Bosch van Michael Connelly waarvan het tweeëntwintigste deel naar verwacht in november 2018 in Nederland verschijnt, of de serie met Jack Reacher van Lee Child (23 delen inmiddels) of de serie met John Rebus van Ian Rankin (18 delen). Deze lijst kan natuurlijk nog wel een heel eind aangevuld worden, maar het zijn mooie voorbeelden van consistent schrijverschap. De serie met FBI agent Pendergast misstaat beslist niet in dit rijtje, waarvan Stad van de eeuwige nacht inmiddels alweer het zeventiende Pendergast deel is.

Stad van de eeuwige nacht kent een voor Preston en Child wat ongebruikelijke conventionele opbouw van het verhaal. Er wordt weinig heen en weer geschakeld tussen allerlei exotische locaties en er vinden ook geen mysterieuze gebeurtenissen plaats die alleen maar aan bovennatuurlijke elementen en daders kunnen worden toegeschreven. In Stad van de eeuwige nacht is er een moordenaar actief die het vooral lijkt te hebben gemunt op de allerrijkste mensen in New York. Als de journalist Bryce Harryman van de New York Post er achter komt dat geld de rode draad lijkt te zijn van de serie moorden steekt hij de lont in het kruitvat en zorgt hij voor een ware exodus plaats van rijke mensen uit de stad.

Het is fijn dat inspecteur Vincent d’Agosta na een paar delen afwezigheid in de Pendergast-serie weer zijn opwachting maakt. Hij werd toch node gemist. De nogal heetgebakerde en stuurse inspecteur van de NYPD vormt de perfecte tegenhanger van de ascetische en intellectuele Pendergast. In elk deel waarin hij zijn opwachting maakt zorgt dat voor extra dynamiek. Het is daarom wat jammer dat hij na de eerste helft van het boek eigenlijk weinig meer te doen krijgt. Hij fungeert in Stad van de eeuwige nacht toch vooral als de aangever voor Pendergast en wordt voor wat betreft cruciale informatie net als de lezer nogal eens in het ongewisse gelaten. De politie tast lang in het duister over de identiteit van de moordenaar en Pendergast is om de één of andere duistere reden niet echt scheutig met het delen van zijn ideeën over de zaak. Het enige dat hij laat doorschemeren is dat hij er niet van overtuigd is dat ze met een ‘normale’ seriemoordenaar te maken hebben. Het zal eens niet.

Ondertussen ziet de politie van New York ook wel wat in de theorie van Bryce Harriman. Het vervelende is dat die laatste theorie ook op veel enthousiasme van allerlei reli-gekkies rekenen, die massaal naar New York komen om tegen de excessieve rijkdommen van de elite en hun verdorvenheid te demonstreren. Ze worden aangevoerd door een prediker die voor extra chaos zorgt in de stad. Dat is wat de politie er in de jacht op de moordenaar natuurlijk niet bij kan gebruiken en daar krijgt zowaar Laura Hayward, de vrouw van ‘d Agosta een klein en ondankbaar rolletje krijgt toegespeeld. Het is sowieso de vraag waarom Preston & Child deze verhaallijn aan de plot hebben toegevoegd, want hij gaat uiteindelijk nergens echt heen.

Boekenkrant

Uiteindelijk komt Pendergast er natuurlijk op zijn eigen manier achter wie de moordenaar is en wat er daadwerkelijk achter de moorden schuilt. De eindscène met een klopjacht tussen Pendergast en zijn tegenstander in een verlaten tehuis voor geesteszieken is aardig verzonnen, maar doet eerlijk gezegd een beetje ongeïnspireerd aan. Je merkt dat Preston en Child nog wel hun best doen om er wat van te maken, maar het voelt nergens echt spannend aan. Het probleem is misschien een beetje dat het einde nogal uit de lucht komt vallen. Pendergast heeft het ergens over zijn dodelijkste tegenstander ooit, maar dat maakt na zoveel delen maar amper indruk, sterker nog, het doet enigszins lachwekkend aan na al zijn confrontaties met de meest gevaarlijke en excentrieke vijanden die je je kunt bedenken. In de loop van de reeks heeft hij immers te maken gehad met neonazi’s, een verknipte maar briljante halfbroer, bovennatuurlijke wezens met buitengewone krachten en mensen die door een allerlei experimenten meer dan anderhalve eeuw oud werden. Daarbij vergeleken doet de tegenstander in De stad van de eeuwige nacht bijna gewoontjes aan. Op zich is dat trouwens ook wel eens fijn, want hoe overtref je op een gegeven moment nog de gekte van elk vorige deel?

Eerder verschenen op Thrillzone

Boeken van deze Auteur: