"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stafkaart van een Niemandsland

Vrijdag, 17 mei, 2019

Geschreven door: Cees van den Hof
Artikel door: Jacqueline Stil

Onmogelijke liefde in vredestijd

[Recensie] Lotte Stigter is een jonge vrouw die er van droomt kunstenares te worden. Abel Brand is een jonge man die zijn dienstplicht vervult na een tijdlang kunstgeschiedenis te hebben gestudeerd. Beide jongelingen komen elkaar tegen, maar eerst zien we hoe zij zo op hun positie gekomen zijn, en hoe zij het daar hebben.

Brand had er aan getwijfeld of hij een beroep zou doen op de wet gewetensbezwaren, maar vond dat uiteindelijk toch te gemakkelijk. Lotte had een vakantiebaantje in een zelfbedieningswinkel. Door een nieuwe kassa werd haar werk eenvoudiger. De eigenaar van de winkel probeerde haar te versieren, wat zij erg vervelend vond.

De jonge vrouw komt een oproep tegen in het regionale dagblad om met een groep vrouwen te protesteren tegen een zwaarbewaakte bunker die nog in WOII gebouwd was door de Duitsers. Ze besluit deel te nemen aan het vredeskamp en neemt ontslag. De jongeman oefent met zijn collega-militairen onder een vaderlijke sergeant-majoor. Het valt hem op hoe iedereen opgaat in de massa met hun uniformen en marcheerpas. De militairen zijn vrolijk. Het onderhoud van hun uitrusting lijkt de belangrijkste activiteit te zijn. Zij zijn vol verwachting naar wapens. Hun taak is het versnipperen van papieren en formulieren die niet meer worden gebruikt.

Lotte’s vader is niet blij met haar beslissing om naar het vredeskamp te gaan, maar ze gaat toch. Brands collega’s zijn wat bizarre types, beschreven als bijvoorbeeld ‘leptosoom’ en ‘schriel’.

Lotte bepakt haar fiets met kampeergerei en gaat op weg naar het vredeskamp. Bij aankomst praat zij met alle vrouwen. Brand kijkt goed toe wie zijn leider met de naam Aangenaam is, vooral tijdens het kijken naar voetbal of het doen van een kaartspel kan hij hem goed observeren.

Tijdens een ommetje over het terrein ziet hij de vrouwen van het kamp in de bossen, en groet hen hartelijk. Bij de mannen overheerst opwinding, en een drang tot het leveren van seksistische commentaren. Volgens hen zouden de vrouwen het vanzelf wel zat worden om te protesteren wanneer ze hen gewoon links zouden laten liggen.

Lotte begint zich af te vragen waartegen het verzet nu precies gericht is. Het terrein met de bunker lijkt nauwelijks gevaarlijk, en de soldaten zijn ongewapend. Brand komt aan het hek tussen de bunker en het kamp, om de vrouwen uit te leggen dat zij hier eigenlijk geen oorlogshandelingen verrichten. Lotte neemt dat serieus. Het is voor haar de reden om het kamp te verlaten. De andere vrouwen vinden haar een verraadster. Hoe het afloopt tussen Brand en Lotte? Daarvoor zou u het boek zelf moeten lezen.

Stafkaart van een Niemandsland is een bloemrijk geschreven boek. De vele bijvoeglijke naamwoorden maken het lezen ietwat lastig, maar ook wel weer heel poëtisch. Het is zeker goed voor de taalontwikkeling. Sommige gedeeltes van het boek worden ingeleid door een korte filosofische verhandeling, bijvoorbeeld over goed en kwaad.

Het thema van het boek vind ik erg boeiend, maar ik proef ook iets neerbuigends. Tegenover de vrouwen, die volhouden in hun strijd terwijl er eigenlijk geen goede reden voor is; en tegenover de mannen, die volledig van slag raken door de aanwezigheid van de vrouwen. Beide partijen worden enigszins belachelijk gemaakt. In het ware leven waren dit soort vredeskampen denk ik een stuk serieuzer en meer to the point.

Wat wil de schrijver bereiken met dit boek? Een nuancering misschien van de militairen en de vredesactivisten? Het blijft toch een verhaal. Waar de titel op doelt blijft voor mij een beetje mysterieus. Stafkaart is een ouderwets woord voor topografische kaart. Het niemandsland zou kunnen duiden op het bosachtige terrein naast de bunker, waar het kamp werd gehouden.

Aan het eind krijgt het verhaal een verrassend wending, waardoor het niet een echt zoetsappig romantisch verhaaltje wordt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles