"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Steenrijk

Woensdag, 17 februari, 2010

Geschreven door: MariÎtta Nollen
Artikel door: Julia Homoet

Vastgoedmaffia en vanzelfsprekende weelde in Amsterdam Zuid

Melchior van Batenburg, een Brabantse projectontwikkelaar, hoopt zich in de vastgoedwereld definitief op de kaart te zetten met zijn miljoenenproject op de Zuidas in Amsterdam. Na een succesvolle start kampt Melchior met een aaneenschakeling van tegenslagen, terwijl ook zijn huwelijk onder grote druk komt te staan. Historicus, scenarioschrijver en copywriter Mariëtta Nollen neemt ons in haar debuut in sneltreinvaart mee in Melchiors neerwaartse spiraal van verraad en ellende.

Steenrijk speelt zich af in een wereld van vanzelfsprekende luxe. Melchior is een succesvolle zakenman met een landgoed in België, een boot in Saint Tropez, een Jaguar XKR, een Andalusische hengst en een vaste kamer in het Hilton. Hij staat op het punt de contracten voor de definitieve afronding van zijn project te tekenen. Het is zijn eerste belangrijke project in Amsterdam en hij voelt een grote druk om zich tegenover zijn Amsterdamse medevastgoedhandelaars te bewijzen. Wanneer hij naar een feestje gaat wil hij dan ook indruk maken door niet zijn vrouw maar twee mooie, jonge vrouwen mee te nemen: zijn dochter Marjorie en diens vriendin Sanne. Melchior valt direct voor Sanne en de twee beginnen, tot ergernis van zijn dochter, een affaire.
Vanaf dat moment gaat alles bergafwaarts: contracten worden niet getekend, Melchior wordt van alle kanten belazerd, zijn affaire wordt ontdekt, zijn vrouw wil scheiden en intussen wil het met zijn minnares ook niet vlotten. Seks hebben ze nauwelijks en Sanne blijkt niet de steun en toeverlaat die zijn vrouw wel altijd voor hem was. Hij zoekt zijn toevlucht in drank en cocaïne en raakt steeds meer van zijn omgeving vervreemd. Hij maakt voortdurend verkeerde inschattingen en keuzes. Wanneer zowel zijn oude als nieuwe zakenpartners hem bedriegen en ook Sanne hem niet meer wil, oogt Melchiors situatie tamelijk hopeloos.

Nollen maakt van Melchior een humane slechterik; hij is een arrogante vent, die geniet van zijn rijkdom en machtspositie, maar tegelijkertijd onzeker is en het gevoel heeft zich nog altijd te moeten bewijzen:

‘Ik wil dat iedereen zich afvraagt hoe ik dat als domme Brabantse eikel voor elkaar heb gekregen. Ik wil dat al die mensen die nu lachen en kritiek hebben, sprakeloos zijn. En ik wil dat mijn kinderen naar me opkijken, dingen van mij willen leren en naar me luisteren als ik hun vragen beantwoord. En – nu we toch bezig zijn – dat mijn ouders een dagje opstaan uit de dood – niet langer, zeker niet langer – en zien wat ik heb neergezet.’

Hereditas Nexus

Zijn behoefte aan erkenning van zijn naasten en zijn (overleden) ouders maakt Melchior een kwetsbare figuur, die sympathie en mededogen oproept. Zijn zoektocht naar status en erkenning loopt ook in zijn relatie met Sanne spaak. Hij denkt haar te kunnen imponeren met jurken van Gucci en koelkasten vol foie gras, maar zij geeft niets om deze materiële zaken. Ook interesseert ze zich nauwelijks voor zijn vastgoedzaken en werkt ze liever aan haar scriptie dan dat ze hem vergezelt naar een poenerig feestje. Hij lijkt niet te begrijpen dat hij de verkeerde middelen inzet om haar respect te verdienen.

Steenrijk is een rechttoe rechtaan vertelling, zonder fratsen of opsmuk. Nollen laat de lezer niet zweten, maar gebruikt vooral korte en eenvoudige zinnen. We zien haar achtergrond als scenarioschrijver terug in de dialogen, die bekwaam en naturel geschreven zijn:

‘Melchior? Mag ik je straks terugbellen? Ik ben op mijn werk,’ zei Sanne toen ze opnam.
‘Waarom neem je dan op?’ Hij hikte.
‘Ik hoorde hem toevallig. Is er wat?’
‘Ik ben weg uit het hotel. Geen zin meer. Ik kom nu naar je toe. Ben je thuis?’
‘Nee, niet dus. Ik ben op mijn werk. Maar wat bedoel je met ‘’weg uit het hotel’’?’
‘Dat ik daar weg ben. Ben je doof of zo?’ snauwde hij.
Sanne zweeg.
‘Hallo? Is daar iemand?’
Ze bleef zwijgen.
‘Dus hoe laat ben je thuis?’
‘Later. Maar als jij dronken bent…’
Hij voelde haar aarzeling. Haar weerzin. Hij sloot zijn ogen en slikte.

Het zijn met name deze vloeiende conversaties tussen Melchior en de andere personages, die bijdragen aan een vlotte vertelling. Spijtig is wel dat Nollen het verhaal opbouwt naar een minder ongedwongen einde. In de laatste hoofdstukken worden toch allerlei toeters en bellen (pistolen, Russische maffia) uit de kast gehaald om de spanning van de roman te verhogen. Maar die missen hun doel; de kracht van Steenrijk ligt niet in deze elementen, maar in de ervaring mee te gaan in de teloorgang van een succesvolle zakenman. Het is vooral die inkijk in een wereld van decadentie en verval die van Steenrijk een intrigerend boek maakt.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.