"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stiefkind van de rede

Zondag, 2 mei, 2021

Geschreven door: Peter Abspoel
Artikel door: Bert Altena

Zware kost over ‘de voorwaarden van menselijkheid’

[Recensie] In 2015 promoveerde Peter Abspoel op het thema Zingeving in het Westen. Centrale stelling daarin is, dat er een traditie-vijandig klimaat heerst in de westerse wereld. Tradities, in allerlei vormen, worden vaak gezien als een hindernis op de weg naar de toekomst. De wortel van deze houding bespeurt hij al bij de Germanen die met hun ‘strijdersethos’ een belangrijk stempel op de westerse mentaliteit hebben gedrukt.
Abspoel, van huis uit antropoloog en bekend met Afrikaanse culturen, heeft daar in zijn veldwerk juist de bijzondere waarde van traditie geleerd. Traditie, niet als klemmend keurslijf, maar als hulpmiddel om je in het leven te oriënteren, niet via teksten, maar door gedeelde praktijken, om je “vertrouwen te geven in onze menselijkheid” en de werkelijkheid te kunnen ervaren als “toewijdingswaardig”.

Bij het werken aan zijn proefschrift bleven een aantal teksten op de plank liggen, die Abspoel er voor zijn Stiefkind van de rede vanaf heeft gehaald, opgefrist en uitgebreid. Hij presenteert ze nu als “essays over de voorwaarden van menselijkheid”, voortbordurend op de visie uit zijn proefschrift.

Denk bij ‘essays’ niet aan lichte kost. Het is een stevige longread geworden. Nu is er niks tegen dikke boeken, tenminste als de lezer een beetje geholpen wordt met een heldere betoogtrant en een inzichtelijke structuur.
Het kostte mij nogal moeite om te ontdekken wat precies het oogmerk is van deze essays. Abspoel is kritisch op het westers individualisme. Evenzo op de grote rol van de ratio die de traditie, waarin vormen van onbereflecteerd weten worden bewaard, veronachtzaamt. Met name richt hij zijn pijlen op de hermeneutiek van Gadamer, omdat deze  – als ik het goed begrepen heb – teveel de traditie wil toe-eigenen en dat vooral via teksten denkt te kunnen doen. In plaats daarvan zoekt Abspoel het bij Maurice Blondel, begin 20e eeuw, die een ‘filosofie van het handelen’ ontwikkelde. Blondel hecht veel belang aan het spontane menselijke handelen dat leidt tot een niet-geplande eigen ontwikkeling van de mens. Bij Blondel vormt dit de opmaat voor de sprong naar het katholieke dogma, de transcendentie waarin de mens uiteindelijk in zijn visie “een meer complete samenhang of harmonie” vindt.

Misschien is dat laatste wel wat Abspoel in deze filosofie aanspreekt. Hij geeft zelf al aan het begin van zijn boek aan, dat zijn overgang naar het katholicisme een belangrijke impuls is voor zijn visie op de waarde van traditie. De passages her en der in het boek, waarin hij de staf breekt over het protestantisme, gaan precies op dit punt: dat het ‘strijdersethos’ van ‘alles anders’, de protestantse vernieuwingsdrift, de kerk onnodig heeft gespleten.

Hereditas Nexus

Er is veel en veel meer in dit wonderlijk eigenzinnige boek te vinden. Zoals één van de meest uitgebreide voetnoten die ik ooit ben tegengekomen (maar liefst negen pagina’s lang). Stiefkind van de rede, is een uitgebreide en soms taaie ontdekkingstocht langs interessante denkbeelden van diverse filosofen en denkers, gelardeerd met de persoonlijke visie van de auteur. Ondanks die overdaad, wordt helaas weinig concreet wat Abspoel nu precies verstaat onder ‘voorwaarden van menselijkheid’, toch het onderwerp dat de verschillende essays samen moet binden. Hoe dat allemaal praktische gestalte kan krijgen, blijft in het vage.

Een boek dus, om je tanden in te zetten of… op stuk te breken.

Op de achterflap wordt de auteur geprezen om zijn eruditie en denkkracht. Dat zal, maar ik moet ook constateren dat déze eruditie mij, en ik vrees veel andere lezers, een tikkeltje te machtig is.

Gelukkig zullen zijn Afrikaanse vrienden daar geen last van hebben. Toen Abspoel een belrondje hield om hun mening over de hermeneutiek van Gadamer te peilen, toonde de een na de ander zich verontwaardigd over zoveel Westers onbenul: alsof je iets kunt leren uit boeken (vgl. 324-325). Onbedoeld misschien een disclaimer bij zijn eigen werk.

Eerder verschenen op NieuwWij en op Bert Altena