"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stilte en melk voor iedereen

Vrijdag, 23 januari, 2009

Geschreven door: David Nolens
Artikel door: Bob Hopman

Moedermelk kan iets heel pervers zijn

Een aftakelende psychiater, een nymfomane vrouw en haar depressieve man: Stilte en melk voor iedereen lijkt een wedstrijd om wie de ‘ziekste’ is. De vrouw, Sarah, treedt op als ik-figuur en nogal partijdig scheidsrechter. Zij ziet zichzelf als de gezonde helft van het huwelijk, haar man Martin als de zieke helft, de depressieve. Zij produceert moedermelk in haar ‘volle borsten’, ondanks een gebrek aan kinderen, hoereert zich bij gebrek aan potentie van haar man. Haar gedachten maken het verhaal, en worden afgewisseld door

‘[Stilte]’

Haar man is niet in goeden doen. Hij was ooit cocaïneverslindend muzikant, maar is afgezakt tot een eenzaam, ambitieloos figuur met dwanggedachten, iemand die het antidepressivum Seroxat gebruikt op medisch grof onverantwoorde (en nogal onrealistische) wijze, om zich achter een roze gordijn te kunnen verstoppen. Hij slaapt opgerold op een kleedje, zit overdag in de hoek en – het belangrijkste – is seksueel incapabel, niet in staat de buitenste schaamlippen van zijn vrouw te penetreren.

Seksualiteit is een belangrijk motief in deze roman. Niet seksualiteit in liefde, maar juist in het ontbreken daarvan. De hoofdpersoon spreekt terecht uit: ‘Het is alsof ik de hoeksteen van de samenleving zoog.’ En ze heeft gelijk, want haar man, de klanten bij haar prostitutiepraktijken, zelfs de psychiater: alle nestelen zij zich in haar moederlijke boezem, drinken haar melk en troosten zich. Martin vindt intussen een ‘hobby’ in het verzorgen van de binnenzijde van zijn anus, bij gebrek aan mogelijkheid tot coïtus met zijn vrouw. Hij toont zich zelfs al gauw een ware liefhebber van anale avonturen en het vervolgens smeren van zalfjes om het bloeden te stoppen.

Hereditas Nexus

Dit soort perversiteit, hoewel in mijn ogen nogal vies, mag in moderne literatuur – neem bijvoorbeeld Charlotte Roches Vochtige streken dat met al zijn vunzigheid internationaal bestsellerlijsten haalt – geen bezwaar op zich zijn, Helemaal niet wanneer het functie heeft, bijdraagt aan een sfeer van algemene naargeestigheid in het boek. Dat doet het hier met vlag en wimpel: in het afgelopen jaar heb ik weinig van zulke deprimerende literatuur gelezen. Als voorbeeld een beschrijving van Martin uit het oogpunt van Sarah.

‘Zijn ogen rusten nooit. Daarom heeft het monster van de dwanggedachte vrij spel. Op zoek naar iets wat hij vooralsnog niet kent, wordt hij achternagezeten door mijn kut, de kustpenis, het controlescherm en nog een hele reeks duistere en pijnlijke denkbeelden die ik niet ken. “Waarom word je geen lid van een sportclub?”’

En dat gevolgd door het eeuwige ‘[Stilte]’. Het is te prijzen dat Nolens op deze manier grote emoties als droefgeestigheid weet op te wekken met zijn roman. Maar er zijn meerdere vormen van ‘droevige’ literatuur, veel prettigere bovendien. Nolens laat de lezer niet geroerd achter; niet in vervoering, maar leeg, zelf haast in depressie. Dat is zeker knap, maar maakt het boek niet tot een ‘fijne’ leesbelevenis.

De stijl waarmee de gedachten van de hoofdpersoon worden opgesomd draagt hier ook niet aan bij, evenmin als de soms bizarre vergelijkingen:

‘Ik werkte met twee collega’s in een kleine kamer aan een ronde tafel, zodat we met z’n zessen waren: drie computers en wij. Wij konden niet anders dan ofwel naar het computerscherm, ofwel naar elkaar kijken. Ik heb een erg grote, erg complexe vagina, als een kathedraal. Mijn man is atheïst. Dat betekent volgens mij dat hij bang is voor de gedachte aan God.’

Het verband tussen de computers en de geslachtsdelen is onvindbaar. En dan is er ineens een overdenking van de vagina, de kathedraal, de angst voor God, misschien als uitleg voor de incompetentie de schaamlippen van de vrouw te penetreren? Het is volkomen uit de lucht gegrepen. Dat geldt ook voor de omslag in verhalende positie tegen het einde van de roman. Zonder de plot van het boek te verraden kan ik zeggen dat de blik op de wereld vanuit de vrouw, en de beschrijvingen van haar omgeving plots worden verlaten. Dit doet het boek geen goed: het is een geforceerde toevoeging van een meer ingewikkelde verhaallijn in en boek dat meer gebaat zou zijn bij het behoud van eenvoud en droefenis. Het zou door dat behoud, hoewel stilistisch minder sterk en perverser, vergelijkbaar geweest zijn met Grunbergs Blauwe maandagen: schunnig, expliciet en deprimerend.

Je kan concluderen dat Nolens daarmee toch een grote mogelijkheid laat liggen. Zijn weergave van karakter, emotie en vooral sfeer zijn, hoewel drukkend, bijzonder overtuigend. Had dit in een meer coherente romanvorm gegoten geweest: ik had het wellicht als ‘groot’ bestempeld. Nu ga ik niet verder dan uit te spreken dat de schrijver weliswaar veelbelovend is, maar de roman niet erg compleet.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De waan van Cotard

Stilte en melk voor iedereen

Het kind

Auteur:
David Nolens
Categorie(ën):
Literatuur