"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Te voet, Hoe twee benen de mens verder brengen

Maandag, 24 februari, 2020

Geschreven door: Shane O'Mara
Artikel door: Marnix Verplancke

Het enige zoogdier dat loopt

De eerste zin:

“Wat maakt ons menselijk?”

Recensie

Lopen is het beste medicijn, wist Hippocrates een paar millennia geleden al en recenter kreeg hij bijval van een hele reeks filosofen. Zo merkte Rousseau op dat zijn geest altijd samen met zijn benen werkte en Nietzsche dat alleen de ideeën die hem te binnen schoten tijdens het wandelen achteraf gezien ook iets waard bleken. Wandelen bracht onze voorouders niet alleen van Afrika tot hier, het maakte ook dat ze stukken gezonder waren dan ons, want bewegen is niet alleen goed voor het hart en de spijsvertering, het vertraagt ook het verouderingsproces van de hersenen. En het houdt ons bij de pinken, zoals blijkt uit de befaamde Stroop-test, genoemd naar de bedenker ervan, John Ridley Stroop. Mensen krijgen een reeks woorden van kleuren voorgeschoteld, gedrukt in verschillende kleuren. Soms staat er blauw in het blauw, andere keren is het woord blauw in het rood gedrukt. De proefpersonen wordt gevraagd het woord te lezen, en dus de kleur waarin het gedrukt is te negeren. Dat blijkt heel wat beter te gaan na een eindje lopen.

Schrijven Magazine

Dit is maar een van de vele voorbeelden die Shane O’Mara, hoogleraar experimenteel breinonderzoek aan Trinity College Dublin, in Te voet opvoert om aan te tonen hoe belangrijk wandelen wel is voor de mens. En soms zijn die voorbeelden echt wel overdonderend. Mensen blijken bijvoorbeeld een cognitieve kaart in hun hoofd te maken van hun omgeving. Dat doen ze door te kijken, denken we dan automatisch, maar dat is niet zo, want anders zouden blinden zich niet kunnen oriënteren, en dat kunnen ze dus wel. Omdat ze lopen. In onze hersenen hebben we ‘plaatscellen’ en ‘richtingcellen’, die actief worden wanneer we onze cognitieve kaart raadplegen. Dat die activering alles met lopen te maken heeft, blijkt wanneer je mensen in een karretje rondrijdt, dan ‘vuren’ de desbetreffende cellen veel minder.

O’Mara geeft antwoord op fascinerende vragen als waarom een waterpoliep haar zenuwstelsel verliest wanneer ze zich aan een rots vasthecht en waarom een kip zonder kop toch nog rondloopt. Hij wijst op de noodzaak aan groen in onze steden, en op de sociale en creatieve functie van wandelen. Politici die zichzelf vastgereden hebben aan de onderhandelingstafel kunnen beter samen een boswandeling maken dan geïrriteerd naar hun partijbureau te vertrekken, schrijft O’Mara bijvoorbeeld. De kans dat er ooit een akkoord komt, is dan groter.

3 vragen aan Shane O’Mara

De mens is het enige zoogdier dat op twee benen loopt. Waarom begon hij daarmee?

O’Mara: “Dat weten we in feite niet zo goed. Sommigen zeggen dat wij daardoor aan vruchten konden die net buiten het bereik hingen van op handen en voeten lopende primaten. Maar misschien is het wel een gevolg van het feit dat je op twee benen maar half zoveel calorieën nodig hebt om je voort te bewegen dan op vier. Met eenzelfde inspanning wordt je jachtgebied opeens dubbel zo groot.”

Als wandelen dan toch zo goed is voor ons, en dus bijdraagt aan ons overleven, waarom doen we het dan niet van nature, en moet u een boek schrijven om er ons toe aan te zetten?

O’Mara: “Omdat we gedreven worden door twee tegengestelde instincten. Er is dat wat ons ertoe aanzet te bewegen omdat we dan meer en beter voedsel kunnen bemachtigen en dus meer kans hebben om onze genen door te geven. Het andere is het gevolg van onze evolutie in een calorie-arme omgeving, waardoor we de neiging hebben zo weinig mogelijk inspanningen te leveren. Vandaag hebben we echter een omgeving gecreëerd waarin we heel makkelijk aan een massa calorieën kunnen komen en we dus niet meer de nood voelen om lange afstanden af te leggen. Alleen in de weinige traditionele culturen die er vandaag nog zijn, zie je dat dit niet het geval is. Mensen leggen daar wel vijftien kilometer per dag af om hun kost bij elkaar te scharrelen, en als gevolg daarvan zijn ze ook veel gezonder.”

Voor al dat wandelen heb ik geen tijd, horen we al heel wat mensen denken. Ik ga twee keer per week een uur intensief sporten en dan verbrand ik net zoveel calorieën. Juist?

O’Mara: “Nee dus. Je hebt geen nood aan twee uur intensieve inspanning, maar wel aan een constante beweging. We stammen af van wezens die urenlang achter een dier konden aanlopen, tot het verzwakte, we het konden doden en opeten. Daarna rustten we uit. Wat je ziet bij mensen die een paar keer per week intensief sporten is dat ze nadien het gevoel krijgen dat ze, helemaal als die jagers van weleer, recht hebben op een groot pak friet, waardoor ze meer calorieën binnenkrijgen dan ze verbrand hebben tijdens het sporten.”

Eerder verschenen op Knack Focus