"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Teatro Olimpico

Zondag, 5 oktober, 2014

Geschreven door: Kees 't Hart
Artikel door: Johan Bordewijk

De Italiaanse hel

‘Heaven is where the police are British, the lovers French, the mechanics German, the chefs Italian, and it is all organized by the Swiss. Hell is where the police are German, the lovers Swiss, the mechanics French, the chefs British, and it is all organized by the Italians.’ Vooral het laatste stuk van deze faxlore zou het motto kunnen zijn van Teatro Olimpico,  de nieuwste roman van Kees ’t Hart.

[Van dit boek verscheen eerder een voorpublicatie op Athenaeum.nl]

Twee Nederlandse theatermakers worden uitgenodigd om een toneelstuk over Jean-Jacques Rousseau te produceren in Teatro Olimpico. Deze beroemde zaal in Vicenza geldt als het theaterparadijs, dus willen ze maar al te graag. Om hun stuk er ook daadwerkelijk uitgevoerd te krijgen moeten echter heel wat hobbels genomen worden.

Stapje voor stapje

Het boek leest als een verantwoording over de gang van zaken rond die uitvoering en tegelijkertijd als een verzoek om geld. Zo maakt de verteller meteen duidelijk dat een en ander tot een financiële strop heeft geleid. Ook weet de lezer van meet af aan dat de organisatie een hel was, maar dat het stuk toch uitgevoerd is. Het is daardoor geen ‘spannend!-lukt-het-wel-of-niet-boek’, maar desalniettemin wel boeiend. Dat komt omdat ’t Hart het drama stapje voor stapje onthult; langzaam maar zeker zie je de opgewonden theatermakers het moeras in marcheren. Het begint al met hun fascinatie voor de zaal.

Hereditas Nexus

De ruimte, de grandeur van de zaal, de verbluffende akoestiek waar iedereen hoog van opgaf. We konden niet wachten. […] Ons hart klopte luider en luider voor het Teatro Olimpico, het klinkt pathetisch, maar zo was en is het. Er was geen sprake van dat we ons zouden laten tegenhouden. Wat er ook gebeurde. Ook Rousseau had tegen allerlei weerstanden moeten opboksen, we moesten ons niet laten stoppen.

Veel is ongewis, maar als de twee producenten uiteindelijk de uitnodiging accepteren om naar Vicenza te komen, beseffen ze dat het er gaandeweg niet veel duidelijker op zal worden. Het is vragen om problemen, en die krijgen ze ook. Ze raken verstrikt in een web van halve beloftes, ontbrekende toezeggingen, gebrek aan geld en onbekende procedures, wetten en regels. In de organisatie duiken er steeds nieuwe mensen op, en lijkt er een machtsstrijd gaande. Als de Italianen zich dan ook nog met de inhoud van hun stuk gaan bemoeien, zijn ze de wanhoop nabij. Sterker, ze zijn totaal over de rooie. En wat was eigenlijk de reden dat zij als Nederlands gezelschap uitgenodigd zijn? Wat zit daar achter? Maar met hun tomeloze inzet, een hoop geïmproviseer en een vast doel voor ogen – het stuk MOET gespeeld worden – krijgen ze het voor elkaar: niet één keer, maar zelfs twee keer brengen ze hun stuk over Rousseau op de planken.

Botsing van culturen

Teatro Olimpico is een vaardig en kunstig beschreven botsing van culturen. Het Nederlandse ‘afspraak is afspraak’ tegenover het Italiaanse ‘Vedremo – we zullen wel zien’. Die botsing geeft aanleiding tot heftige emoties. Wat het boek extra sterk maakt is de humor en zelfspot. Af en toe lukt het om alle narigheid te relativeren. Daarnaast is het een verhaal over de wil om een doel te bereiken, door roeien en ruiten.

’t Hart maakt het zichzelf niet makkelijk. Door de uitkomst te onthullen, kan hij geen beroep doen op ‘een raadsel’ als drijvende kracht van het verhaal. Maar door de juiste dosering van ellende en humor laat hij zien waar schrijven echt over gaat: gewoon een goed verhaal vertellen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.