"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Technologie de baas

Maandag, 2 september, 2019

Geschreven door: Joop Hazenberg
Artikel door: Rijkert Knoppers

Technologie de baas, maar hoe dan?

[Recensie] Kunstmatige intelligentie, robotisering en connectiviteit zullen de wereld binnenkort volledig op zijn kop zetten. Na de uitvinding van de stoommachine, de introductie van elektriciteit en de komst van de computer en internet, gaat de Vierde Industriële Revolutie de samenleving radicaal veranderen. Dit is de centrale stelling van het onlangs verschenen Technologie de baas, vooruitzichten en gevaren van de nieuwe industriële revolutie, geschreven door de in Brussel woonachtige schrijver en EU Watcher Joop Hazenberg.

Opvallend aan deze grensverleggende technieken is, dat ze in feite al veel langer bestaan, zoals Hazenberg overigens zelf ook memoreert. Artificiële intelligentie is bijvoorbeeld terug te voeren tot halverwege de twintigste eeuw, toen het Dartmouth Summer Research Project zelfdenkende machines ging ontwikkelen. De robot is al sinds de jaren ‘60 onder meer in de auto-industrie in gebruik. En connectiviteit? Ook niet heel recent ontwikkeld, getuige het voorbeeld dat Hazenberg noemt van een koelkast van twintig jaar geleden, die verbonden was met het internet.

Hazenberg schrijft enthousiast over alle technische ontwikkelingen, waaronder ook nog over andere grensverleggende technieken, zoals 3D-printen en nanotechnologie. maar hij vliegt af en toe wel eens uit de bocht als het gaat om de juiste feiten. Zo stelt hij dat binnen de landbouw momenteel een derde van de boeren al gebruik maakt van drones. Hoe is dit getal te rijmen met het onlangs gepubliceerde persbericht van de Nederlandse organisatie Dronewatch dat vermeldt dat slechts een kleine 5 % van de akkerbouwers in Nederland drones gebruikt? Het hoofdstuk over nanotechnologie handelt over minimachines die binnen enkele minuten een auto zouden kunnen bouwen. Een auto, binnen enkele minuten? Of zou het om een miniauto gaan? En de Engelse wiskundige Alan Turing zou rond het jaar 1956 bezig zijn met kunstmatige intelligentie. Maar dat kan niet waar zijn, want Turing overleed in 1954.

Misschien het meest onbevredigende aan het, overigens uitstekend leesbare boek, zijn de open eindjes. Zo komt bij heel veel van de besproken technieken aan de orde dat deze goed te realiseren zouden zijn mits… het volk het maar wil. “Als je aan de gemiddelde burgemeester vraagt wat hij of zij van de zelfrijdende auto vindt dan zijn er vooral veel verzuchtingen en kritische opmerkingen.” Over het gebruik van een drone vraagt de auteur zich af of de consument werkelijk wil dat een drone een boek of een doosje wijn gaat bezorgen. En hij memoreert dat binnen de gezondheidszorg uit technisch oogpunt flinke vooruitgang valt te boeken, maar daar zal waarschijnlijk weinig van terechtkomen door de heersende bestuursproblematiek.

Boekenkrant

Maar het zijn juist deze vragen die er nogal toe doen. De techniek beschrijven is één, maar minstens een andere vraag is hoe de betreffende technieken op de agenda komen te staan en op de markt komen. Met andere woorden: het gaat erom hoe je de technologie de baas blijft. Het is jammer dat Hazenberg dit aspect te veel verwaarloost.


Eerder verschenen op TW.nl