"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ten minste houdbaar tot

Dinsdag, 26 mei, 2020

Geschreven door: Steffie Haazen
Artikel door: Marlene Bijlsma

Hoe zit het nou echt?

[Recensie] Steffi Haazen is diëtist en krijgt regelmatig vragen van cliënten over allerlei voedingsonderwerpen. Wat is er nu echt waar wat je leest op Facebook of zelfs wat in de krant staat? Wat moet je geloven van alle claims die fabrikanten op hun verpakkingen plaatsen? In Ten minste houdbaar tot geeft Steffi antwoord op de meest gestelde vragen.

In een zevental hoofdstukken neemt ze ons mee. Wat is gezond eten, hoe zit het ook al weer met voedingsstoffen als koolhydraten, eiwit en vetten? We beginnen met een overzicht wat je nu eigenlijk meer en minder zou moeten eten volgens de overheid. Steffi noemt wel de WHO als bron maar de basis voor de Nederlandse adviezen, die afkomstig zijn van de Gezondheidsraad, staat niet vermeld. Meer volkorenproducten en plantaardige oliën zijn goed voor ons, terwijl we bewerkte producten en snacks beter kunnen laten staan. We krijgen handvatten om aan de 450 gram groente en fruit te komen, dat haalt bijna niemand namelijk. Verdeel verschillende porties over de dag en begin al bij het ontbijt.

Door heel het boekje heen tref je kaders aan met koppen als feit of fabel en wist je datjes. Persoonlijk vind ik dat dit het geheel nogal onrustig maakt. Feiten over pure chocolade en of gekweekte vis gezonder is dan wilde staan vrolijk naast elkaar. Er lijkt niet echt een logica in te zitten. Het hoofdstuk over voedingsstoffen zit goed en gedegen in elkaar. Hoeveel eiwit je nodig hebt als je sport of vegetariër bent en het belang van voldoende water drinken legt Steffi helder uit. Hetzelfde geldt voor het hoofdstuk over vitamines, mineralen en energie. Zo kun je te weinig (B vitamines bij veganisten bijvoorbeeld of vitamine D bij ouderen) of te veel vitamines binnenkrijgen (met name bij vetoplosbare vitamines kan dat een probleem zijn). Bij energie draait het uiteindelijk om de balans; wat komt er in en wat gaat er uit.

Het hoofdstuk over het lezen van etiketten is praktisch van opzet met duidelijke foto’s van producten die met elkaar vergeleken worden. Waar moet je nu op letten? Kijk altijd naar de ingrediëntendeclaratie en naar de voedingswaarde is een nuttig advies. En vergeet de claims van fabrikanten. Met het hoofdstuk over E-nummers hinkt Steffi op twee gedachten, zo lijkt het althans. Aan de ene kant maakt ze duidelijk dat additieven die een E-nummer hebben goedgekeurd zijn en niet schadelijk bevonden. Maar aan de andere kant deelt ze de additieven in met termen als “omstreden”. Wat is er omstreden aan citroenzuur (E330) of verpakkingsgassen zoals zuurstof? Hier slaat ze wat mij betreft de plank mis. Een diëtist is niet per definitie een deskundige op het gebied van levensmiddelentechnologie. Wil je een verfrissende kijk op additieven dan raad ik het boek Ode aan de E-nummers van Rosanne Hertzberger aan.

Dans Magazine

Gelukkig eindigt het boekje met hoofdstukken over de houdbaarheid van levensmiddelen en voedselallergieën. Dat laatste onderwerp is bij uitstek het terrein van de (gespecialiseerde) diëtist. Hier volgt een uitleg over het verschil tussen intolerantie en allergie, hoe vaak het voorkomt en hoe je allergenen op etiketten terug kunt vinden.

Al met al een niet onaardig boekje waarin je antwoorden vindt op de meest uiteenlopende voedingsvragen. 

Eerder verschenen op Kookboekennieuws.nl