"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Terug naar Timboektoe

Dinsdag, 3 april, 2018

Geschreven door: Gerbert van der Aa
Artikel door: Miriam Grootscholten

Reizen met nomaden

[Recensie] In Europa is er sprake van bewondering voor de trotse, moedige Toearegs. In Afrika ziet men hen als arrogante vechtersbazen. Journalist en historicus Gerbert van der Aa reisde in 1992 voor het eerst door de Sahara en de eerste ontmoeting met de Toearegs resulteerde in een ontvoering en een beroving. Toch ging hij terug en door zijn reizen is hij zich een genuanceerd beeld gaan vormen van deze woestijnnomaden.

Statenloosheid
De Toearegs zijn van oudsher veehoudende nomaden. Van oorsprong komen ze uit Noord-Afrika en stammen af van de Berbers, evenals de meeste Marokkanen in Nederland. Het hele volk bestaat uit niet meer dan 1,5 miljoen mensen die in vijf landen wonen: Burkina Faso, Mali, Niger, Libië en Algerije. De Toearegs hadden bedongen dat ze een eigen staat zouden krijgen, volgens hen had De Gaulle dat destijds ook toegezegd, maar uiteindelijk is dat toch geweigerd. Dit wringt nog altijd en dit is steeds weer aanleiding tot gevechten.

Arrogant
In de landen waar ze wonen staan Toearegs bekend als arrogant en vindt men dat ze een te grote mond hebben. De laatste decennia zijn ze zich anders gaan gedragen; ze sloten zich aan bij al-Qaida en veroverden in 2012 grote delen van het noorden van Mali, tot aan Timboektoe. Daar vernielden ze niets ontziend eeuwenoud erfgoed en werden de wetten van de sharia ingesteld. Inmiddels zijn er ook banden met de Pakistaanse Tablighi Jamaat, een eveneens een fundamentalistische islamitische beweging. Ze weten hun vrienden wel uit te zoeken.

Somber gestemd
Gerbert van der Aa, die met Nigeriaanse toestanden al bewees een enthousiast verteller te zijn, doet tijdens zijn reizen erg zijn best de Toearegs hun status van nobele wilden te laten behouden. Hij probeert begrip te kweken voor de feitelijke stateloosheid van het volk, voor de noodzaak tot beroven van toeristen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Hij wijdt nog een prachtig hoofdstuk aan de muzikanten, aan de woestijnblues van Tinariwen waarin ook de strijd voor autonomie doorklinkt. Maar hij houdt geen stand. Hij kan zich steeds beter voorstellen waarom de zwarte Malinezen zo’n hekel hebben aan de Toearegs: al eeuwenlang gedragen ze zich als bandieten, die zich door hun blanke gelaatstrekken verheven voelen boven zwarten. De problemen hebben deels een racistisch grondslag. Ze zijn door de jaren heen verworden tot puriteinse opportunisten. Van der Aa is weinig hoopvol gestemd als hij bedenkt hoe het dit volk verder zal vergaan. Zijn reisverslag geeft een interessant beeld van de woestijnnomaden, dat bijdraagt aan de meningsvorming over deze problematiek.

Dans Magazine

Eerder verschenen op Afrikanieuws