"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Cambridge Handbook of the Philosophy of Language

Zondag, 27 maart, 2022

Geschreven door: Piotr Stalmaszczyk
Artikel door: Karl van Heijster

De analytische taalfilosofie anno nu

[Recensie] Wat is taal – en hoe functioneert het? Deze ogenschijnlijk eenvoudige vragen houden filosofen en wetenschappers al eeuwen bezig. Maar de taalfilosofie explodeerde pas aan het begin van de twintigste eeuw, met het baanbrekende werk van logicus en filosoof Gottlob Frege  (1848-1925). De opkomst van de moderne linguïstiek volgde niet veel later. Inmiddels bestaat er een bloeiende academische literatuur over taal en taalverschijnselen in al hun facetten. Die bijhouden is een ware dagtaak geworden, slechts weggelegd voor academische taalfilosofen. Maar wie een goede indruk wil krijgen van de huidige stand van de taalfilosofie, komt met het doorbladeren van The Cambridge Handbook of the Philosophy of Language een heel eind.

Het boek is een zeer uitgebreide verzameling van essays – 37 stuks – rondom de hedendaagse stand van de analytische taalfilosofie. De opzet van het boek is zeer ambitieus. De essays zijn onderverdeeld in zes delen, die de volgende onderwerpen behandelen: de geschiedenis en toekomst van taalfilosofie; fundamentele vraagstukken; waarheid en vaagheid; semantiek en pragmatiek; filosofische implicaties van linguïstische theorieën, en specifieke taalverschijnselen (e.g. negatie, liegen, literatuur). Die brede opzet toont zich ook in de lijvige omvang van het werk: ruim 800 pagina’s. Het moge duidelijk zijn: dit is geen boek om van kaft tot kaft te lezen op je strandvakantie.

Dat geldt zelfs voor doorgewinterde taalfilosofen. Want het boek gaat ruimschoots voorbij aan de zuiver taalfilosofische vragen die tot het curriculum van elke goede filosofieopleiding behoren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de relatief niche-onderwerpen in het laatste deel van het boek. Maar het meest van al is dat voelbaar in de essays over semantiek en pragmatiek en de filosofische implicaties van linguïstische theorieën. Er is, kortom, uitgebreide aandacht voor wetenschappelijke inzichten in taal. Veel essays bevinden zich op het snijvlak van taalfilosofie en filosofie van de linguïstiek. 

Dat is op zichzelf geen slechte ontwikkeling – integendeel! Want de wetenschap kan de filosofie informeren én roept op haar beurt weer filosofische vragen op. Van die interdisciplinaire uitwisseling kunnen beide disciplines alleen maar groeien. Bovendien maakt deze verlegging van de traditionele focus het boek toegankelijk voor filosofisch geïnteresseerde linguïsten. De keerzijde van deze opzet is echter dat met name de linguïstische debatten erg specialistisch zijn, en veelal doorspekt met vakjargon. Dat is, gezien de academische doelgroep, een begrijpelijke keuze, maar het remt wel de interdisciplinaire uitwisseling van ideeën. Wie zijn horizon wil verbreden, en voorbij de grenzen van de eigen stokpaardjes wil zien, zal daar hard voor moeten werken.

Foodlog

Terecht kritiekpunt of een uiting van frustratie over de eigen beperkingen? Hoe het ook zij, feit is dat de kwaliteit van de essays zonder uitzondering van hoog niveau is. Daniel W. Harris beschrijft bijvoorbeeld helder en nauwgezet hoe de hedendaagse taalfilosofie zich ontwikkelde vanuit de analytische filosofie: eerst als middel om filosofische problemen aan te pakken, maar geleidelijk steeds meer om taal omwille van zichzelf te begrijpen. De essays in het derde deel van het boek – over waarheid, referentie, namen, indexicalen, natuurlijke termen en vaagheid – vormen op zichzelf een uitstekende inhoudelijke mini-inleiding in de taalfilosofie. Ook het essay over Jukka Mikkonen over de analytische filosofie van de literatuur is de moeite waard. Het is interessant om te zien hoe de filosofische traditie de antwoorden – maar vooral: het soort vragen – informeert. Want de analytische traditie, met haar nadruk op taal en wetenschap, beziet literatuur op een heel andere manier dan de continentale, die in de alfa-studies de boventoon voert. 

The Cambridge Handbook of the Philosophy of Language is een ambitieuze verzameling essays, die met name in de breedte van haar onderwerpen geen gelijke kent. Het boek is onmisbaar voor taalfilosofen – zowel om in te kunnen lezen over hun eigen stokpaardjes, als hun horizon te verbreden door andersoortig onderzoek tot zich te nemen. Voor beginnende taalfilosofen is het een uitstekend beginpunt om de huidige stand van zaken van het vak te leren kennen. Er is geen universiteitsbibliotheek die niet verrijkt wordt met een lijvig exemplaar van dit boek in haar rekken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles