"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The chemistry of human nature

Maandag, 10 april, 2017

Geschreven door: Tom Husband
Artikel door: Esther Thole

Het evolutionaire voordeel van knuffelen

Waarom willen (sommige) mensen zo graag naar Mars afreizen? Waarom kunnen we chocolade zo moeilijk weerstaan? En wat is het evolutionaire nut van knuffelen? In het boek The Chemistry of Human Nature krijgen deze en nog veel meer vragen een biochemisch antwoord.

Dieren en mensen knuffelen graag, maar waarom? En heeft knuffelen een evolutionair voordeel? Tom Husband bespreekt de biochemie achter ‘warm contact’.

Maagdelijke vrouwtjesratten hebben niks op met pasgeboren ratjes. Ze vallen de kleintjes zonder problemen aan. Maar geef ze een shot van het hormoon oxytocine en ze veranderen plotsklaps in zorgzame ‘moeders’. Andersom werkt het ook. Toedienen van een oxytocine-blokker zorgt ervoor dat voorheen voorbeeldige rattenmoeders niet meer omkijken naar hun kroost. Wat doet oxytocine precies? En vooral: waarom maken ratten, maar ook wij, oxytocine aan? Alles wat leeft plant zich op de een of andere manier voort, maar niet alle organismen produceren dit ‘knuffelhormoon’. Wat is het evolutionaire voordeel dat oxytocine biedt?

Door steeds weer deze vragen te stellen probeert de Britse scheikundeleraar en blogger Tom Husband in zijn boek The Chemistry of Human Nature de chemische achtergrond van verschillende menselijke drijfveren en eigenschappen te ontsluieren. Het voorbeeld van oxytocine gebruikt hij om uit te leggen waarom knuffelen ons een goed gevoel geeft en waarom dat nuttig is. Husband legt gedetailleerd, maar helder uit welke biochemische processen plaatsvinden als we warm contact hebben. Van de mechanische receptoren in onze huid tot het beloningssysteem in onze hersenen; het komt allemaal aan bod.

Hereditas Nexus

Volgens Husband kunnen we chocolade niet weerstaan omdat het eten van calorierijk voedsel zinvol is vanuit evolutionair oogpunt. Daarom worden we beloond als we chocolade eten. Maar die uitleg past iets te gemakkelijk in het straatje van deze zelfverklaarde chocaholic.

Op dezelfde manier gaat hij (menselijke) fenomenen als lust, verliefdheid en liefde, creatieve intelligentie, geweld, verslaving, statusgevoeligheid, genot en de vrije wil te lijf. Een ambitieuze opzet, maar dankzij zijn vlotte pen en de goede dosering van geestige anekdotes en concrete voorbeelden verzandt Husband niet in een droge opsomming van feiten. Hij houdt het tempo erin en neemt tegelijkertijd voldoende rust om de onderliggende biochemie goed te bespreken, zodat je echt iets te weten komt. De vaste opzet van de hoofdstukken met een korte samenvatting aan het eind geeft houvast, maar maakt het meer tot een studieboek dan een boek voor in de vakantiekoffer.

Husbands vastbeslotenheid om steeds weer een verband te leggen tussen de eerdergenoemde fenomenen en de evolutionaire onontkoombaarheid daarvan pakt niet overal goed uit. Willen mensen graag naar Mars omdat onze zelf-replicerende basisbouwstenen ons daartoe aanzetten? Is de menselijke romantische liefde echt de beste manier om je genen te verspreiden? En zijn we evolutionair geprimed om chocolade niet te kunnen weerstaan? Husbands argumentatie is hier tamelijk mager en hij redeneert vaak te gemakkelijk naar de door hem gewenste uitkomst. Er zijn mensen die naar Mars willen en dus moet daar een evolutionaire reden voor zijn. Veel mensen zijn dol op chocolade en dus heeft dat een evolutionaire oorsprong. Dit zijn de momenten dat Husband uit de bocht vliegt

Eerder verschenen in C2W en op Kennislink