"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Frick Collection

Donderdag, 30 augustus, 2018

Geschreven door: Margaret Iacono
Artikel door: Vera Weterings

Het leven en werk van Henry Clay Frick

[Recensie] Het werk The Frick Collection, kunstschatten uit New York verschijnt [2015/red.] bij de gelijknamige tentoonstelling in het Mauritshuis in Den Haag. Het werk biedt naast een prachtig geïllustreerde catalogus bij de tentoongestelde werken, ook achtergrondinformatie. Zo wordt inzicht gegeven in het leven van de verzamelaar achter de kunstcollectie, het tot stand komen van de collectie en de periode van de ‘Gilded Age’ in Amerika.

The Frick Collection is een van de belangrijkste verzamelingen van Europese kunst in de Verenigde Staten. Het is dan ook uniek dat deze collectie tijdelijk te zien is in Nederland. Het Mauritshuis heeft de primeur om 36 kunstwerken uit The Frick Collection te tonen in een tentoonstelling. Zij hebben dit bijzondere voorrecht gekregen door de succesvolle samenwerking tijdens de verbouwing van het Mauritshuis toen onder meer het Meisje met de parel van Johannes Vermeer en Het puttertje van Carel Fabritius tijdelijk in New York te zien waren. Het Mauritshuis had topstukken uitgeleend voor de tentoonstelling Vermeer, Rembrandt, and Hals: Masterpieces of Dutch Painting from the Mauritshuis die van 22 oktober 2013 tot en met 19 januari 2014 te zien was in The Frick Collection. Deze samenwerking heeft ervoor gezorgd dat het Mauritshuis, als het ware een zusterinstelling van The Frick Collection nu 36 topstukken uit de collectie kan tonen.

De samenwerking tussen het Mauritshuis en The Frick Collection gaat waarschijnlijk verder terug dan deze twee tentoonstellingen. Zo beschrijven Emilie E.S. Gordenker, directeur van het Mauritshuis, en Ian Wardropper, directeur van The Frick Collection, in hun voorwoord dat Henry Frick in 1896 de zomer doorbracht in Europa en tijdens deze reis ook Den Haag bezocht. Hoewel van een bezoek van Henry Frick geen documentatie beschikbaar is, kan wel met zekerheid worden gesteld dat zijn dochter, Helen Frick, het museum bezocht. Dit was in het jaar 1932, hetzelfde jaar dat men in New York was gestart met het verbouwen van het met kunst gevulde woonhuis tot een museum. Volgens de twee museumdirecteuren Gordenker en Wardropper spreekt de sterke verwantschap tussen het Mauritshuis en The Frick Collection dan ook tot de verbeelding. Het zouden haast zusterinstellingen kunnen worden genoemd:

Beide musea hebben een karakteristieke intieme sfeer, zijn gevestigd in imposante woonhuizen en beheren uitgelezen collecties van een uitzonderlijk hoge kwaliteit. (p. 9)

Boekenkrant

Na het voorwoord volgt een hoofdstuk van de hand van Margaret Iacono, Assistant Curator van The Frick Collection, dat ingaat op het leven van Henry Clay Frick (1849-1919) als kunstverzamelaar en de geschiedenis van het museum. Zij informeert de lezer hoe Frick zijn rijkdom vergaarde en zijn kunstverzameling bij elkaar bracht. Niet alleen de hoogtepunten uit het leven van staalmagnaat Frick worden belicht, maar ook de minder glorieuze momenten uit zijn leven, denk hierbij aan de staking in 1892 van de Homestead Steel Works. Frick werd na deze staking een gehate directeur doordat hij een legertje van driehonderd man inhuurde om de staking gewelddadig te breken. Frick werd zelfs zo erg gehaat dat er een moordaanslag op hem werd gepleegd door een Russische anarchist. Hoewel Frick door twee kogels werd geraakt, overleefde hij de aanslag. Dit was niet het enige geluk dat Frick in zijn leven had. Zo had Frick ook een suite aan boord van de noodlottige Titanic geboekt, maar moest de reis uitstellen omdat zijn vrouw Adelaide Howard Childs (1859-1931) haar enkel verstuikte.

Na dit hoofdstuk volgt een algemener hoofdstuk over de ‘Gilded Age’ in Amerika, oftewel het Vergulde Tijdperk. Lea van der Vinde, conservator van het Mauritshuis, geeft de lezer inzicht in de verzamelwoede die in de periode van circa 1870 tot 1915 leefde bij Amerikaanse ondernemers die rijkdom hadden vergaard in handel, industrie of het bankwezen. Als staalmagnaat behoorde de kunstminnende Frick ook tot deze Amerikaanse ondernemers, net als John D. Rockefeller, Andrew W. Mellon en John Pierpont Morgan. De Gilded Age wordt gekenmerkt door Amerikaanse ondernemers die kapitale huizen lieten bouwen, kunstschatten uit Europa verwierven en ook een drang hadden hun rijkdom te delen middels schenkingen aan onder andere musea, bibliotheken en universiteiten. Ook Frick wilde zijn verzamelingen Europese kunst delen en liet nog tijdens zijn leven een neoclassicistisch huis bouwen dat na zijn dood als museum moest dienen.

In de catalogus valt direct op dat er bijna geen werk uit de tentoonstelling door Henry Frick zelf is aangeschaft. Dat heeft ermee te maken dat Frick bij zijn overlijden in zijn testament heeft bepaald dat de werken die hij zelf had gekocht nooit het museum mogen verlaten. Echter een groot deel van de collectie, zo’n 30%, is na de dood van Frick aangekocht of aan de collectie geschonken. Zo doet het feit dat er geen werken getoond worden die Frick zelf heeft aangekocht niet onder voor de kwaliteit van de kunstwerken in de tentoonstelling. De getoonde selectie bestaat uit bijzonder hoogwaardige kunstwerken zoals schilderijen, tekeningen, sculpturen en toegepaste kunstwerken uit de periode van de dertiende tot en met de negentiende eeuw. Enkele van de tentoongestelde werken zijn tekeningen van Francisco José De Goya y Lucientes en Peter Paul Rubens, de buste van Beatrice van Aragon van de hand van Francesco Laurana en het portret van de Comtesse d’Haussonville, van Jean-Auguste-Dominique Ingres.

Twee werken in de tentoonstelling zijn echter wel door Frick aangeschaft, maar doordat deze later door dochter Helen aan The Frick Collection zijn geschonken vallen ze buiten de regeling uit Fricks testament. Zo zijn Gezicht op het kanaal van Cannaregio in Venetië van Francesco Guardi en Hercules van Antico wel te zien en worden de werken in de catalogus beschreven.

In de publicatie worden alle kunstwerken prachtig afgebeeld en worden stuk voor stuk helder beschreven. Bij deze beschrijving per werk wordt niet alleen aandacht besteed aan het vakmanschap en de betekenis achter het kunstwerk, maar ook aan de wervingsgeschiedenis.

Hoewel de tentoonstelling en daarmee ook de publicatie slechts 36 kunstwerken behelst, is dat zeker geen tekortkoming. De selectie voorwerpen die wordt beschreven toont een zeer hoogwaardige verzameling meesterwerken uit de dertiende tot en met de negentiende eeuw. De uitdrukking ‘klein maar fijn’ komt dan ook zeker tot zijn recht wanneer men een bezoek brengt aan de tentoonstelling in het Mauritshuis of de moeite neemt de publicatie tot zich te nemen. De lezer wordt niet alleen gefascineerd door de achtergrond van de schilderijen, maar kan ook zijn oog volop laten genieten van de excellente illustraties van alle werken. Zowel de tentoonstelling als de publicatie tonen parels uit de kunstgeschiedenis en mogen absoluut niet ontbreken op het verlanglijstje van de echte kunstliefhebber.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.