"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Great Arab Conquests

Woensdag, 23 maart, 2022

Geschreven door: Hugh Kennedy
Artikel door: Jona Lendering

Het veroveren van de Arabische wereld

[Recensie] De vestiging van het Arabische wereldrijk verliep extreem snel: tussen 632, het overlijdensjaar van de profeet Mohammed, en 750, toen een einde kwam aan de Umayyadische dynastie, verschoof de grens elk jaar met zo’n vijfenzestig kilometer. Dat is ruim zeven meter per uur, dertien centimeter per minuut, twee millimeter per seconde: je zou, als de grens herkenbaar zou zijn als een lijn op de grond, de expansie kunnen hebben zien plaatsvinden. Het eindresultaat was een imperium, groter dan het Romeinse ooit was geweest, zich uitstrekkend van de Atlantische tot de Indische Oceaan en van de Pyreneeën tot de Pamir.

De Arabische legers trokken door allerlei gebieden, verwierven de loyaliteit van de heersende klassen en gingen verder naar het aangrenzende gebied. Hun enorme snelheid betekende dat de veroveraars meer nieuwe volken onderwierpen dan ze tot de islam konden bekeren. Anders gezegd: de vestiging van het Arabische wereldrijk was niet hetzelfde als de islamisering van de onderdanen, die eeuwen kon duren. De eigenlijke leer ontstond pas in de achtste eeuw en de bekering van het gros der onderdanen liet nog langer op zich wachten. Landen als Turkije, Syrië en Egypte hebben nog altijd niet-islamitische minderheden; in Libanon is de christelijke minderheid zelfs de grootste van alle bevolkingsgroepen.

In zijn boek De grote Arabische veroveringen (The Great Arab Conquests) vertelt de Britse historicus Hugh Kennedy hoe de Arabieren erin slaagden het Midden-Oosten politiek aan zich onderdanig te maken. Het is zeker een goed boek, en als u meer over krijgsgeschiedenis wil weten, moet u het zeker lezen. Desondanks heb ik wat kanttekeningen.

Wat in elk geval gewoon goed is, is dat Kennedy een gedegen overzicht biedt van wat er nu ruwweg is gebeurd. Campagne voor campagne, landstreek voor landstreek, en met een bonte troupe van personages. Hij is zeker niet de eerste die erover schrijft, maar nog elk jaar verschijnen nieuwe artikelen en boeken en nog regelmatig worden nieuwe bronnen ontsloten. De grote Arabische veroveringen plaatst alles net even wat preciezer bij elkaar dan eerdere boeken. Soms is er een nieuwe interpretatie van de gebeurtenissen, dan weer biedt hij de “tegenstemmen” van de verslagenen, en een enkele keer dateert hij deze of gene gebeurtenis wat accurater: het oogt misschien weinig spectaculair, maar soms is de voortgang van de geschiedschrijving ook niet meer dan slechts een synthese die excess empirical content heeft ten opzichte van eerdere syntheses. Daar is niets mis mee.

Boekenkrant

En toch. Een land veroveren is één ding, een land blijvend bezetten een ander. Er moet iets zijn dat de overwonnenen doet besluiten te berusten in hun nederlaag of zelfs met de overwinnaars mee te werken. Voor deze kant van de veroveringen heeft Kennedy, die vooral campagnes beschrijft, weinig oog, al noemt hij de tegenstemmen van de verslagenen wel degelijk. Maar het boek is nogal “top down” geschreven, terwijl een “bottom up”-verhaal niet alleen mogelijk is, maar zelfs wenselijk.

Aan de Arabische veroveringen ging iets vooraf: de enorme oorlog tussen de Byzantijnen en de Sassanidische Perzen. Archeologen hebben aangetoond dat het Midden-Oosten van de Taurus tot de Sinaï een grote smeulende puinhoop was. Het stedelijk leven kwam ten einde. Zowel joden en christenen als zoroastrianen meenden dat het einde der tijden nabij was, en in Mekka kreeg Mohammed soortgelijke visioenen. De overlevenden van deze strijd waren sterk verarmd en walgden van de Byzantijnse en Sassanidische overheden: sterk hiërarchische belastingverteerders, die niets beters met het kapitaal wisten te doen dan oorlog voeren.

De boodschap van de vroegste islam, die niet precies meer valt te reconstrueren maar waarin in elk geval egalitarisme een rol speelde, moet voor menigeen aantrekkelijk zijn geweest. De Arabische veroveraars waren wellicht minder veroveraars dan soldaten die een gebied werden binnengezogen waar men verlangde naar een ander soort heerschappij dan de Byzantijnse of de Sassanidische. Het ontstaan van het Arabische wereldrijk kan, zoals Fred Donner oppert, wel eens een grassroots-beweging zijn geweest, waarvan de campagnes die Kennedy zo grondig beschrijft, niet meer waren dan het opvallendste aspect.

Kennedy noemt de frictie tussen de (monofysitische) Egyptische bevolking en de (Grieks-orthodoxe) Byzantijnse overheid, maar er moet meer hebben gespeeld, veel meer, en daarom had ik uiteindelijk gehoopt op iets meer van de theologische achtergrond. Kennedy mag dan krijgshistoricus zijn, als theologische geschillen en verlangens een factor zijn die het verloop van campagnes kunnen beïnvloeden, zouden die toch ook moeten zijn behandeld. Dat gezegd hebbende: wie de campagnes, de veldslagen en de belegering eens allemaal in een boek bij elkaar wil hebben, heeft met De grote Arabische veroveringen precies wat hij zoekt.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter