"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Manual of Modern Pataphysics, vol.1

Maandag, 29 november, 2021

Geschreven door: Henri Ritzen, Dienand Christe
Artikel door: Chris Reinewald

Winterboek overstijgt flauwekullica

Patafysica is niet zozeer een wetenschap als wel een absurde persiflage erop. Dankzij wél bloedserieuze redeneringen kan het alle kanten opgaan, dus ook quasi-designtheoretisch in dit rijk geïllustreerde winterboek van D.W.C. Christe, MA en H.H.P.M Ritzen.

[Recensie] Als intellectueel ‘ignoramus’ word ik geregeld geconfronteerd met mijn verstandelijke tekortkomingen. Wat betekent: Het adresseren van transgenerationele disruptie in een pre-waarheidstijdperk”, ”Cryptofeminisme binnen het etno-schisma van de homine figuris” of “Ambiguïteit als intersociale acceleratie voor een discursief designtraject”?

Gelukkig. Deze thema’s of boeken bestaan niet in tegendeel tot The Manual of Modern Pataphysics, vol.1. Het handboek is in een ernstig onaantrekkelijk saaigrijs omslag gestoken; zoals die overprijsde wetenschaps- en businessboeken die je moet kopen voor een treurige studie waarmee je over vijftien-en-een halve maand toch zal gaan stoppen. Naar die dik betaalde baan kun je nu wel fluiten.

De toonzetting van dit boek stelt gerust. In het gebezigde Engels klinkt Nederlands door, zoals in ons hoger onderwijs. De auteurs, tevens ontwerpers en docenten, bewijzen met voorbeelden en oefeningen dat ook iets absurds een creatieve impuls kan veroorzaken.

Boekenkrant

En meer dan dat. Met deze uitgave hebben we een kunstenaarsboek en een managementboek en een filosofietractaat en een zelfhulpboek met doe-lessen in handen! Alles in één! Zonder dogma of goede smaak worden de lezers uit hun comfortzônes wakker geschud.

In het ootje

Stop eventjes. Louter flauwekullica biedt het boek toch zeker ook niet. Het begrip patafysica bestaat  namelijk wel degelijk als parawetenschap waarbij men onzin op serieuze manier beredeneert.

De Franse schrijver van ‘Ubu Roi’, Alfred Jarry (1873–1907) formuleerde het begrip patafysica vanuit  de Oud-Griekse natuurfilosofenleer.  

Via Jarry introduceren de auteurs Herbert Ottrax, zijn aan de vergetelheid ontrukte Oostenrijkse vriend. Deze Ottrax nu was een bijziende kluns van een militair die vervolgens in Japan Zen-boeddhist werd. Jaja en dat g’leuft gij? De schaarse of juist overgedetailleerde biografische elementen suggereren dat het hier om een fictief figuur gaat, althans: Wikipedia kent ‘m niet. En dat zegt weer iets over onze 21ste eeuwse waarheidsvinding. Ottrax inspireert vervolgens tot een nieuw, patafysisch logo voor het Zen-boeddhisme, waarin heel slim een emoji is verwerkt. Daarna dient zich Constantin Zilgott met zijn ondoorgrondelijke kleur en vormensystematieken aan.

Veel verderop in het boek is daar Napoleon Hill, iemand met een wel zeer onwaarschijnlijke naam. Maar wat dacht je wat? Deze Napoleon was een werkelijk bestaand Amerikaans persoon, een geniaal oplichter die steenrijk werd van ’s werelds eerste zelfhelpboek Think and Grow Rich (1937). Hij was echter zo stom om dat kapitaal door zijn vele echtscheidingen weer kwijt te raken.

Hoe patafysischer wil je het hebben? Is het toeval dat je hierbij aan een voorafspiegeling van ene Donald J. Trump moet denken?  

Iets heel anders. Pagina’s eerder zien we een app tegen het fotograferen van kunst in een museum in plaats van het te bekijken. De app blokkeert de lens, zodat de bezoeker ter plaatse toch echt haar/zijn ogen zal moeten gebruiken.

Mooi zijn ook de stemmingsverbeteraars (op stekker) die je creativiteit, stemming, libido verbeteren. Tell Sell momentje: wacht niet, bel nu, slechts € 490!

Andere, wel realistische blijmakers zijn de kleurillustraties die Nederlands laatste bankbiljetontwerper Ootje Oxenaar tussen 1978 en 2000 in zijn dagboek maakte. O ja, Ootje was écht de koos- en aanspreekvoornaam van Robert Deodaat Emile Oxenaar. Dat u niet denkt in het ootje genomen te worden.

Tiet & kont en choco-Jezus

Als lezer moet je geregeld het winterboek even opzij leggen. Het dendert door als op hol geslagen gegoogle en overweldigt als een vol gestouwde Billy-boekenkast op instorten. Vaak begreep ik geen syllabe van diagrammen en schema’s die een stelling zouden moeten verhelderen.

Gelukkig, de winter was lang [zonder jouw liefde].

In de categorie komisch/smakeloos/(on)leuk valt veel te zien. Een gortdroog instructietekeningetje van een ambtenaar die iedere woensdag van de maand verplicht bij het winkelcentrum non-verbale kritiek van stadgenoten moet incasseren. We zien hoe een humorloze kale man een lel uitdeelt aan een slomerd in een houthakkersoverhemd.

Milder humoristisch zijn de bureaucratische en burgermans-fotocollages van Ruud van Empel. Op pagina 290 stuiten we op een bepaald seksistisch memory-spel (kaartjes gezellig zelf uitknippen) waarin we vrouwengezichten met een zwart balkje, blote tieten en konten moeten combineren tot lekkere naakte wijven. Sorry, kwestie van wansmaak.

Gedoemd tot mislukken en daarom zo patafysisch zijn vier humoranalyses. Een afbeelding van een blondige vrouw met een vaag bekend gezicht. Het blijkt Trans Bauer te zijn. (Heeft u de clou te pakken?) De Engelstalige verklaring slaat drie keer dood, wat de ongein uiteindelijk nog voor

0,00192 % leuk maakt. Mijn favoriet is de aangebeten Kitkat chocoladereep met daarin het gezicht van Jezus, zoals op de lijkwade van Turijn. Christe merkt hierbij terecht op: “Het feit dat deze grap hoogstwaarschijnlijk digitaal gemanipuleerd is – ‘deep fake’ – doet niets af aan zijn komische werking.” Overigens associeer ik deze choco-Jezus weer met de vreemde ballade van Tom Waits:

“Well, I don’t go to church on Sunday/ Don’t get on my knees to pray// I got my own special way/ I know Jesus loves me// Fall down on my knees every Sunday/ At Zerelda Lee’s candy store/ Well, I’ve got to be a chocolate Jesus/ Make me feel good inside// Keep me satisfied.”

Het boek eindigt met een heerlijke zeventiger/tachtigerjaren beeldroman vol knutsel- en handwerktips, doorsneden met een moordmysterie. Ik stuit op een alinea die voor mij bedoeld lijkt: “…ik had vooralsnog weinig aanknopingspunten dus bestudeerde ik de pagina nauwkeurig. […] het voelde of er een slechte grap met mij werd uitgehaald…”

Eerder verschenen op Alleroogen

Het boek is in eigen beheer uitgegeven