"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

THUIS/HOME Papier Biënnale 2020

Donderdag, 2 juli, 2020

Geschreven door: Diana Wind
Artikel door: Jan Stoel

Wanneer ben je echt thuis?

[Recensie] In 1996 beleefde de Papier Biënnale, een internationale tentoonstelling van hedendaagse beeldende kunst waarin papier de hoofdrol speelt, haar eerste editie. De Biënnale van 2020 heeft voor het eerst een thema: Thuis. In de kunsten heeft men vaak een vooruitziende blik, maar curator Diana Wind wist bij de voorbereidingen natuurlijk niet dat we door COVID-19 veel thuis moesten zijn. Maar thuis zijn is niet voor iedereen vanzelfsprekend, denk aan de mensen die op de vlucht zijn, een nieuw perspectief zoeken, een plek waar ze zich veilig voelen. Ze worden vaak met argusogen bekeken, niet welkom, komen op ‘unheimische’ plekken terecht: vluchtelingenkampen, op straat. Plekken die allerminst veilig zijn. We bouwen als het ware een muur om hen heen of wij bouwen uit bescherming een hek om ons zelf heen. Is het hebben van een thuis en het hebben van veiligheid geen grondrecht? De Papier Biënnale heeft dus een actueel thema te pakken.

De kaft van de bij de tentoonstelling horende catalogus is op zich al een statement. Een detail van een kunstwerk van Marianne Lammersen, ‘Wealthy Pools’, over de overdaad die de meest grillige vormen heeft. Maar hebben we ook grip op de wereld? Een cover in transparant papier met op de rand de eerste letters van de deelnemende kunstenaars aan de Biënnale verwijst naar de blik die de toeschouwer gegund wordt op hun visie op het thema en op hun engagement.

In de tweetalige uitgave (in het Nederlands en het Engels) wordt het werk van de tweeëntwintig deelnemende kunstenaars aan de expositie beschreven. Iedere kunstenaar wordt in woord en beeld belicht. Dat gebeurt in een toegankelijke taal, die aan de ene kant uitlegt wat de kunstenaar beweegt, maar aan de andere kant genoeg ruimte biedt aan de toeschouwer om zijn eigen verbeelding aan het werk te zetten. Er is aandacht voor de gebruikte materialen, technieken, het onderzoek dat een kunstenaar doet voor hij/zij kan creëren én het persoonlijke verhaal. Het levert een gevarieerde catalogus die gegroepeerd is rondom vijf thema’s, die als het ware de tocht van mensen door het leven illustreert: Roots, Safety First, To Boldly Go, Lost, not yet Found en Into the Great Unknown. Het resulteert in een krachtig universeel verhaal.

Het begint bij je Roots, je wortels, de plek waar je vandaan komt. De in Curaçao geboren en in Nederland wonende kunstenaar Quentley Barbara werkt met gerecycled karton en duct tape. Hij maakte onder meer de installatie Foreigners die verwijst naar zijn eigen achternaam. Barbara is het Griekse woord voor vreemdeling (barbaar). Het geeft ook aan dat hij zich in zijn geboorteland en in Nederland een vreemdeling voelt. De Belgische Ronny Delrue kwam erachter dat hij dezelfde voornaam heeft als een ouder gestorven broertje. Daar werd in de familie niet over gesproken, er zijn ook geen foto’s van het kind. Ben je dan een reservekind? Moet je het verlies van je ouders goedmaken? Bij Vincent van Gogh speelde hetzelfde. Delrue maakt installaties die bestaan uit geperforeerde foto’s. Hoe meer perforaties, des te minder is van die personen bekend. Het leidt tot een poëtisch portret. Die verbinding met andere kunsten zie je wel meer. Zo werd Toos Nijssen geïnspireerd door Het Bureau van J. Voskuil. In haar werk zie je onder andere mensen met grote ogen die ontreddering, kwetsbaarheid, onmacht uitstralen, die maar geen contact met anderen kunnen krijgen.

Bergen

Het eerste wat je als mens zoekt is veiligheid. Anna van Bohemen verbeeldt dat door grote trossen met 3500 papieren ogen die je aankijken: wakende ogen, ogen om kwade geesten weg te jagen. Haar moeder kwam na de oorlog naar Nederland. Na de val van het Oostblok nam ze haar dochter mee terug naar familie. Ze zag overal manden staan: voor haar het symbool van zich welkom voelen.

Rosa Everts maakt van zwart papier maché bagagestukken. Het gaat over mensen in transit, mensen die onderweg zijn, maar ook over hoe we naar hen kijken: nieuwsgierig, wantrouwend. Het aspect van een nieuwe toekomst zoeken wordt door Minna Tammi uit Finland verbeeld door zestig voetstappen van krantenpapier. Daarmee geeft ze aan dat je ver weg kunt gaan om er achter te komen dat thuis hetgeen is dat je achterlaat. Gianfranco Gentile uit Italië laat op indrukwekkende wijze zien hoe het reizen van vluchtelingen verloopt in zijn ‘Vita di cartone’. Er loopt voortdurend water over zijn kartonnen werken. “Soms verdrinkt het werk letterlijk zoals de bootvluchtelingen die erop afgebeeld staan.” Zij zijn op weg naar een voor hen onbekende wereld. Om zelf te ervaren hoe je je dan voelt lijkt me het kronkelend labyrint van half transparant papier (een mooie verbinding met de cover van deze catalogus) van de Duitse kunstenares Ulli Böhmelmann wel een unieke ervaring. Het leidt je in het onbekende, je weet niet waar je bent, waar je uitkomt. Het levert een inkijkje op in de belevingswereld van migranten: “Ze hebben aan het begin van de tocht een duidelijk beeld van waar ze terechtkomen, onderweg wordt hun beeld vele malen bijgesteld. Er komt ontluistering en desoriëntatie voor in de plaats. Het land van belofte blijkt niet te bestaan, gastvrijheid is vaak ver te zoeken.” Als je het labyrint verlaat kijk je ongetwijfeld anders naar de wereld. En dat is wat deze rijke publicatie meerwaarde geeft: het inzicht dat kunstenaars geven in wat ‘thuis’ betekent. Je geborgen voelen .

De Papier Biënnale 2020 is tot en met 15 november te bezoeken in Museum Rijswijk.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles