"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Thuis in de kosmos

Zondag, 5 augustus, 2018

Geschreven door: Taede Smedes
Artikel door: Jan Offringa

Evolutie zet aan tot denken over zin

“Met de mens is het universum zich van zichzelf, van zijn eigen bestaan en geschiedenis, bewust geworden.” Taede Smedes vertelt het prikkelend verhaal over de mens die helemaal thuis is in de kosmos.

[Recensie] Nog altijd kunnen theologen over God, mens en wereld schrijven alsof Darwin niet bestaan heeft en geleerden geen bigbangtheorie hebben ontwikkeld. Ook blijven velen, tot in Harry Kuiterts beroemde uitspraak toe, over ‘boven’ en ‘beneden’ spreken, alsof de wereld een dubbeldekker is met twee verdiepingen. Met zulke dingen hoef je niet aan te komen bij Taede Smedes. Deze theoloog en godsdienstfilosoof is goed op de hoogte van de laatste stand van zaken in de natuurwetenschap en brengt die graag in gesprek met de filosofie en theologie. Dat leverde eerder al het boek God, iets of niets? op dat terecht een nominatie kreeg voor het beste theologische boek van 2016. En nu is, als een toegift van zo’n 100 pagina’s, het essay Thuis in de kosmos verschenen. Daarin vertelt Smedes het verhaal van de evolutie van het leven, en verkent hij hoe dit epos ons aan het denken zet over de zin van ons bestaan.
Kerngedachte van Smedes’ essay is dat de kosmos in de mens tot zelfbewustzijn is gekomen. “Met de mens is het universum zich van zichzelf, van zijn eigen bestaan en geschiedenis, bewust geworden.” Nihilistische gedachten als dat ons bestaan zinloos zou zijn, vragen volgens de auteur om correctie. Mensen zijn juist ongelooflijk belangrijk. Los van de kans op buitenaardse intelligentie ‒ een vraag die Smedes openlaat ‒ noemt hij mensen de chroniqueurs van de geschiedenis. We analyseren en doorgronden de wereld, en geven onze bevindingen door aan een volgende generatie. Daarin ligt onze grootsheid. Dat leidt bij Smedes niet tot borstklopperij. Dit inzicht voedt hem juist met verwondering en vult hem met eerbied. Het inspireert hem tot een leven in verbondenheid en een ethiek van verantwoordelijkheid, en – zo meldt hij tussen neus en lippen door ‒ een lidmaatschap van de Partij voor de Dieren.

Taede Smedes is een posttheïstisch denker. Het is voor hem niet meer mogelijk te geloven in een bovennatuurlijke, op een persoon lijkende God. De pogingen van het klassieke theïsme om een almachtige en algoede God te rijmen met het lijden in de wereld, hebben volgens hem stuk voor stuk schipbreuk geleden. Daarvoor in de plaats ontwikkelt hij een vrij passief godsbeeld. God zou in onze werkelijkheid afwezig zijn. Wel manifesteert zich in de werkelijkheid iets van het heilige, maar van goddelijke activiteit lijkt nauwelijks sprake. Dat loopt uit op een nogal statische beeldvorming. Die mist de dynamiek zoals die wel te vinden is in de liberale, postmoderne theologie van de Amerikaan John D. Caputo. Voor hem is een allesbehalve almachtige God juist volop actief in onze werkelijkheid. Want “God dringt aan, wij laten hem bestaan”.

Een mailtje inspireerde Smedes tot dit essay, zo meldt hij ons. Dat mag zo zijn, maar er broeide ongetwijfeld al langer iets. Misschien speelde een rol dat het slot van zijn eerdere boek uit 2016 minder kon overtuigen dan de andere hoofdstukken. Het was in elk geval minder sterk dan dit nieuwe essay. Hier brengt hij een mooie synthese tot stand van inspirerende denkers als rabbijn Jonathan Sacks, biologe Ursula Goodenough, theoloog John Haught, fysicus Marcelo Gleiser en mystica Etty Hillesum. Met hen vertelt Smedes een prikkelend verhaal over de mens die helemaal thuis is in de kosmos.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Volzin

Boeken van deze Auteur:

Thuis in de kosmos

God, iets of niets?