"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tijdecho

Vrijdag, 16 oktober, 2020

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Jan Stoel

Tijdecho: kun je de tijd veranderen?

[Recensie] Tijdecho heet de verhalenbundel van auteur Leo A.A. de Jong (1971). Het is na zijn romandebuut De nacht van de blauwe eekhoorns, waarin (het spelen met) tijd ook een rol speelt, zijn tweede publicatie. Deze bundel bevat twaalf verhalen en een proloog. Daartussenin staan vijf  ‘gedachtewisselingen’ met de uitgever, fictieve reflecties.

In de bundel gaat het om allerlei aspecten van tijd: tijdverspilling, reizen in de tijd zowel naar de toekomst als naar het verleden, wat tijd met mensen kan doen, over reflectie over wat je meegemaakt hebt, de dynamiek van de tijd. Het existentialisme is een terugkerend thema in de verhalen. De zin “een mens wordt gedefinieerd door zijn daden” keert letterlijk een aantal keren terug. De Jong stelt zich constant de vraag of de mens invloed heeft op dingen die om hem heen gebeuren. Kun je de tijd veranderen? Zijn hoofdpersonages worstelen hier mee. Regelmatig komt Jean-Paul Sartre naar voren met het citaat “c’est les actes que l’homme existe” en “l’enfer c’est les autres.” De Jong speelt met die citaten, zo komt het laatste citaat in een andere vorm terug in een verhaal met als titel De gemeente Oostenrijk, door de auteur een wreed politiek-economisch sprookje genoemd. Het is een bizar verhaal, maar met een kern van waarheid, zoals al zijn verhalen. Het is september 2039, er is hyperdeflatie en een gemiddeld maandloon in Europa is drie cent. Alleen in Japan lijkt het goed te gaan door de oorlogsindustrie. Een Nederlands gezin bevindt zich op een hotelkamer aan het strand als plotseling de Japanners alles bezetten. Het gezin weet zich vrij te kopen en kan een eigen vrijstaat oprichten, binnen de grenzen van hun hotelkamer. Vader, een succesvol manager, ontwikkelt zich tot een despoot. En op een gegeven moment duikt het citaat op: “l’enfer: c’est l’Autriche.”

In het openingsverhaal, De Pesttoerist, over een man die zo de pest aan mensen heeft gekregen dat hij naar de middeleeuwen afreist om besmet te worden met de pest en die in onze huidige tijd opnieuw uit te laten breken verweeft De Jong in het verhaal dat de atoomboom die de Tweede Wereldoorlog beëindigde eigenlijk op Kokura had moeten vallen, maar door de weersomstandigheden Hiroshima en Nagaski trof. “Je moet je eigen invloed op de richting van je leven niet overschatten […]. Er lijkt altijd wel een of ander kracht te zijn die je planning onverwacht overhoop gooit.”

Het knappe van het werk van Leo de Jong is dat je het op meerdere manieren kunt lezen. Hij gebruikt geen ingewikkelde zinnen, schrijft helder, compact, to the point, zonder uit te waaieren met een overdaad aan bijvoeglijke naamwoorden en andere overbodige toevoegingen.  Hij speelt met tijd en ruimte.

Foodlog

Net als in zijn roman verbergt hij onopvallend autobiografische elementen, verwijzingen naar de wereldgeschiedenis, filosofische uitspraken in zijn tekst. De verhalen worden doorspekt met humor: “de zoon is zo dom dat het volgens mij strafbaar is”. Je lijkt dus vlot een verhaal te lezen, maar als je dieper op de tekst ingaat, herleest dan komen deze verborgenheden, tevoorschijn. Zomaar wat voorbeelden: CERN (bekend van het Higgs-deeltje), de dreiging van een doorgeschoten technologie, het niet afgooien van de atoomboom op Kokura komt in een ander verhaal terug en de vernietiging door een atoomboom in het slotverhaal. En als hij schrijft dat een jongen op de Pieter Baanschool zit dan heb je meteen een beeld bij zo’n jongen. De diepere lagen zetten aan tot reflectie op wat we om ons heen zien in de maatschappij.

De cover doet denken aan een werk van Bridget Riley. Hij is geïnspireerd op de op-art, optical art, een kunststroming die behoort tot de abstracte kunst en waarbij contrasten, vibrerende kleuren een grote rol spelen. Het gaat om optische illusies en de composities lijken te bewegen. En dat is precies wat Leo de Jong met zijn literatuur doet. Onder zijn verhalen gaat altijd iets anders verborgen, de verhaallijnen bewegen altijd iets ten opzichte van elkaar. Niets is wat het lijkt te zijn. De Jong weet je daardoor steeds te verrassen met verhalen die bol staan van creativiteit en fantasie. Hij houdt de spanning goed vast en de plotwending aan het eind van ieder verhaal zet het verhaal in een ander perspectief. En let ook eens op de namen van de personages. Ook die hebben vaak een diepere betekenis. Zoals Cassandra in het verhaal Voorkennis. Cassandra ontdekt op 11-9-1999 een boek dat speelt op 11-9-2001 met de aanslag op de Twin Towers. Volgens haar is het een waarschuwing uit de toekomst. Niemand gelooft het verhaal totdat vliegtuigen in de Twin Towers vliegen. Cassandra is een figuur uit de Griekse mythologie. Ze was zo mooi dat dat de god Apollo met haar het bed wilde delen. Cassandra stemde toe, maar wilde daarvoor in ruil de gave om de toekomst te kunnen voorspellen.

Hoewel het fictie is zie je toch wel autobiografische verwijzingen, soms heel direct. De auteur heeft een jaar of twintig in de financiële sector gewerkt, om in 2016 ontslag te nemen en te doen wat hij altijd wilde doen: schrijven. De proloog is getiteld Tijdverspilling. In de vorm van een litanie rekent hij af met alles wat er in (vooral wat grotere) bedrijven speelt: een cultuur van afschuiven van verantwoordelijkheden, zinloos vergaderen en zeggen dat je het zo druk hebt. Maar er zijn ook subtiele verwijzingen, zoals in het verhaal Zelfinzicht, waar de hoofdpersoon gedwongen wordt naar een seminar te gaan en daar geconfronteerd wordt met een kloon van zichzelf. “De beste spiegel die je je maar kunt voorstellen. (…)Ze kunnen hetzelfde als jullie, maar stellen geen domme vragen.” Het verhaal speelt in 2071 en de auteur is in 1971 geboren. Het gaat over de dwang van het management en de laatste zin van het verhaal luidt. “De vraag waartoe ik werkelijk in staat was, zou mij levenslang blijven achtervolgen.” En dat is wat Leo de Jong zichzelf afvraagt. Het levert verhalen op die als het ware een ‘echo van tijd’ zijn.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles