"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tijdloos ouderwets

Maandag, 27 april, 2009

Geschreven door: Kees van Kooten
Artikel door: Johan Bordewijk

Die jeugd van tegenwoordig ook

Kees van Kooten is natuurlijk vooral bekend van de vileine ironie en messcherpe kritiek, van de typetjes waarmee hij de draak stak met zo’n beetje alles wat er mis was in de maatschappij. Denk aan de beroepsquerulant Cor van der Laak – ‘en wel hierom’ – die altijd haarfijn wist uit te leggen wat hem dwarszat. Of wethouder Tjolk Hekking, die met zijn ijdeltuiterij de leeghoofdigheid van het lokale bestuur portretteerde.

Gezien de sfeer van het boek Tijdloos Ouderwets heeft hij hier een andere toon willen zetten. Het bevat negen ‘bekentenissen’, zoals hij zijn korte verhalen noemt. De reden voor die naam is onduidelijk, het zijn eerder korte sfeertekeningen of columnachtige stukjes, dan ontboezemingen. Zoals de titel aangeeft is het bindende element dat de meeste stukjes over vroeger gaan. De meeste zijn weemoedig van karakter, weemoed over hoe mooi het verleden was. Andere hebben een scherpere stijl, eerder geïrriteerd dan ironisch, over hoe slecht het momenteel gaat. Hoewel ook in deze stukjes de melancholie soms doorklinkt.

De zwaarmoedige stukjes zijn de mooiste. De beschrijving van een middag midgetgolf met alle ooms en tantes ter gelegenheid van de vijfenzeventigste verjaardag van oma, ademt een jaren vijftig sfeer. In petieterige observaties neemt Van Kooten de lezer mee naar het Den Haag van die tijd. Al associërend komt hij uit bij de asbakkenwasser, de man die in het kielzog van de vuilniswagen de asbakken – Haags voor vuilnisbakken – komt schoonmaken.

‘Zodra hij langszij het eerste plukje zojuist geleegde asbakken was gekomen, zette hij zijn voertuig stil, sprong eraf, greep de enorme borstel uit de bak voor hem, doopte deze diep in zijn olievat met zeepsop en viel de asbakken aan alsof het om een schermpartij ging.’

Boekenkrant

Mooi is ook de herinnering aan zijn enkele jaren geleden overleden broer. Die had het observeren van jong vrouwelijk schoon – ‘mieterse meisjes’ – tot een kunst verheven. Een volkomen onschuldige en verfijnde kunst, hij was immers impotent.
Het verhaal van hemzelf als opa Van Kooten met kleinzoon Roman in het vliegtuig naar Nederland is grappig. Overdonderd door het onfatsoen van een opgeblazen voormalig Kamerlid van het CDA, probeert hij de nette omgangsvormen te redden. Je ziet het mislukken. Met van Kooten krijgt de lezer een hartgrondige hekel aan die ploert – nu bezig met advisering en public affairs – die een stewardess te kakken zet.

Hoe het komt weet ik niet, maar overtuigend worden de bekentenissen niet. Is het omdat ik van van Kooten meer subtiliteit en geslepenheid verwacht? Hoewel mooie sfeertekeningen, bevatten de verhalen allemaal een ondertoon van ‘früher war alles besser’. Expliciet wordt die toon in de verongelijkte stukjes over de teloorgang van het verleden.

‘Wanneer ik ’s avonds laat of eerlijk gezegd ’s avonds steeds vroeger onze laatste hond uitlaat, laat ik tegelijkertijd en ongewild mijn Kots-op-Nederlandgedachten de vrije loop.’

Dit schrijft hij in een stuk over het steeds overheersende oranje in het straatbeeld. De alarmrode brievenbus is nu TNT oranje, de giroblauwe leeuw ING oranje. De snavel van de toekan van het Van der Valk concern en de konten van de Rabobank-hockey meiden, allemaal afzichtelijk oranje. Verdwenen zijn de fijnzinnige nuances van rood, geel, bruin en groen. Dat is natuurlijk wel waar, maar ik vraag me af waar Van Kooten zich druk overmaakt.

Bij zo’n tekstuele beeltenis ontkom ik er niet aan ook de boekomslag te bespreken. De dame Lorraine Brunette die het boek siert, illustreert van Kooten’s afkeer van het internet, waar hulp voor masturberende jongens maar een muisklik verwijderd is. Nee, dan vroeger. Toen moest je als jongen die zijn seksualiteit aan het ontdekken was, nog moeite doen om aan opwindende plaatjes van dames als Lorraine te komen, allerlei trucks uithalen om aan stimulatia te komen. De jongens van nu hebben het maar gemakkelijk.

Al met al lijkt Van Kooten van mening dat er niet veel goeds valt te ontdekken tegenwoordig. Maar niet erg geloofwaardig. Het is jammer dat de vrolijke cynicus Van Kooten – die van ‘Koot en Bie’ – veranderd is een verongelijkte mopperkont.


Laat hier je reactie achter:

1 reactie op “Tijdloos ouderwets

  1. De reden dat de heer Bordewijk zich afvraagt waar Kees van Kooten zich druk over maakt is waarschijnlijk gelegen in het feit
    dat hij (Bordewijk) zich voortreffelijk aan de moderne wanstaltigheid heeft aangepast, waarmee ik hem van harte feliciteer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Hedonia, een opstel

Tijdloos ouderwets