"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Toekomstig huis van de levende god

Vrijdag, 18 mei, 2018

Geschreven door: Louise Erdrich
Artikel door: Marnix Verplancke

Louise Erdrich, de queen van de native-American literatuur, treedt in Toekomstig huis van de levende god in de dystopische voetsporen van Margaret Atwood. In masculiene tijden wordt de vrouw gereduceerd tot een broedmachine, zijn ze het eens.

[Recensie] Cedar Hawk Songmaker is zesentwintig jaar oud en vier maanden zwanger wanneer ze voor het eerst contact opneemt met haar echte moeder. Ze is een Ojibwe-indiaan die tegen alle regels in toch in een blank adoptiegezin is opgegroeid en daar haar hele leven op handen werd gedragen. Vader Glen is milieu-advocaat, moeder Sera juriste werkzaam in de sociale gezondheidssector, voorbeeldige linkse Amerikanen dus, die opkomen voor de verdrukten van de wereld, maar dit wel doen vanuit een bevoorrechte positie. Toen Cedar dat doorkreeg, in feite pas wanneer ze hogere studies aanving, ging ze rebelleren.

Dus rijdt Cedar naar het reservaat waar haar moeder Mary en haar stiefvader Eddy een benzinestation uitbaten. Ze wil dat haar toekomstig kind vier grootouders zal hebben, en aangezien ze gebroken heeft met de engel Phil, zoals ze de man noemt die haar zwanger maakte, zal zij dus voor alle vier moeten zorgen. En dan is er nog dat kwestietje van mogelijke erfelijke ziekten natuurlijk, waarover Cedar zekerheid wil. Komen die voor in de familie van haar natuurlijke ouders?

Zo begint Toekomstig huis van de levende god, de dystopische toekomstroman van Louise Erdrich, de queen van de native-American literatuur. Cedar is immers niet zomaar geïnteresseerd in mogelijke erfelijke ziekten die haar kind zouden kunnen bezwaren. Om zich heen ziet ze amper nog gezonde kinderen geboren worden. Heel veel zwangerschappen eindigen in een miskraam. Wat er precies aan de hand is weet niemand, maar niet alleen de mensheid is bedreigd. De evolutie gaat de omgekeerde kant op, beweren sommige kwatongen. Honden worden weer wolven en al te sterk veredelde groenten als broccoli en bloemkool komen gewoon niet meer uit.

Schrijven Magazine

In die crisissfeer raakt de overheid steeds meer grip kwijt op de maatschappij. Staten scheuren zich af, banken worden bestormd door mensen die hun geld terug willen, de elektriciteit valt uit waardoor radio, tv en internet verstommen. De op zijn ronde door militairen vergezelde postbode wordt zo de enige brenger van goed, maar vooral ook van veel slecht nieuws. Deze precaire toestand is natuurlijk de ideale kweekbodem voor allerhande religieuze sekten die van de anarchie dankbaar gebruik maken om ook op werelds vlak hun stempel te drukken. Wanneer Cedar naar de gynaecoloog gaat en hij op zijn echo de vrucht in haar schoot bekijkt, stamelt hij “We hebben er een”, waarna hij haar een rol verband overhandigt en haar de opdracht geeft hem vast te binden. Artikel V van de Patriot Act is in werking gesteld, legt hij uit. Alle zwangere vrouwen moeten overgedragen worden aan de overheid om in gecontroleerde omstandigheden te kunnen bevallen, maar hij zal verklaren dat ze hem te vlug af was.

Toekomstig huis van de levende god vertoont heel wat gelijkenissen met Margaret Atwoods The Handmaid’s Tale, de uit 1985 daterende roman die door zijn recente Netflix-verreeksing opnieuw razend populair is geworden. Ook hierin wordt de klok teruggedraaid, en net zoals in Erdriches boek zijn vooral de vrouwen daar de dupe van. Wanneer de crisis toeslaat haalt het masculiene het op het feminiene, tonen beide schrijfsters, en dan worden vrouwen gereduceerd tot broedmachines. Dat dit in het hedendaagse ‘Grab ‘em by the pussy’-Amerika met enige overdrijving ook zo is, kan het succes van deze romans verklaren. In feite begon Erdrich al in 2001 aan het boek, schrijft ze in het nawoord, maar omdat de urgentie ervan haar niet echt duidelijk was, legde ze het na een tijd aan de kant. Tot Trump verkozen werd dus.

Louise Erdrich sprong dus later op de trein, zou je kunnen zeggen, maar ze leverde wel een beter boek af dan Atwood. Wat voor haar spreekt is dat ze de lezer niet overstelpt met pseudowetenschappelijke informatie die haar uitgangspunt moet onderschrijven. Cedar weet niet wat er gebeurt, en dat weet je als lezer ook nooit. Zet daar een overdreven uitleggerige Atwood tegenover in The Handmaid’s Tale, en zeker in haar godsgruwelijk slechte dystopische Oryx and Crake-trilogie, en je weet wel wat gelezen.

Bovendien beseft Erdrich dat speculatief proza wel vaart bij wat zelfrelativering. Grandioos is bijvoorbeeld de tussenkomst van Mary tijdens de stamraad van de Ojibwe. Daar doet ze het voorstel een schrijn op te richten voor Kateri, een zeventiende-eeuwse indiaanse die zich tot het katholicisme bekeerde en recent niet minder dan zeven keer verschenen is aan mensen die net hun hele hebben en houden verspeeld hadden in het casino van het reservaat. Ze heeft wat research gedaan en deelt kopietjes rond met daarop de mogelijke winstberekening. In New York zorgde een Maria-schrijn voor de heropleving van een hele wijk, zegt ze onomwonden, dat kan de Ojibwe dus ook wat extra inkomsten opleveren. En dan is er Cedar nog natuurlijk, die in haar achtertuin niet alleen een sabeltandtijger ziet rondstruinen, maar in een boom ook een archaeopteryx opmerkt. “Ik sta niet aan het einde van alles, maar aan het begin,” stamelt ze in het licht van de vrucht die ze draagt misschien ietwat te makkelijk.

Eerder verschenen in De Morgen

 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Toekomstig huis van de levende god