"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Transport XX

Vrijdag, 27 maart, 2020

Geschreven door: Mark de Geest
Artikel door: Evert van der Veen

Dit lijkt een jongensboek, maar is waar gebeurd

[Recensie] Drie jonge mannen, met slechts één pistool, een petroleumlamp en wat eenvoudig gereedschap, overvallen een trein die met Joden naar Auschwitz op weg is. Het klinkt misschien als een Bob Evers detective jongensboek maar het is waar gebeurd en kende een behoorlijk succesvolle afloop.

Het verhaal speelt in België en daarom is het bij ons vrijwel onbekend maar deze roman is gebaseerd op genoemde feiten in de Tweede Wereldoorlog en brengt deze spannende geschiedenis tot leven. Het boek heeft direct al een sfeervol begin waardoor de lezer direct in het verhaal wordt getrokken. Een arts wordt gedwongen om gewonde Duitsers na een bombardement van hun kantoor te verzorgen. Daarbij weet hij een pistool achterover te drukken en dit wapen zal later een belangrijke rol spelen bij de bevrijdingsactie.

Daarvoor schetst de auteur de toenmalige tijd waarin razzia’s plaatsvinden en mensen leven in angst voor verraad. Enkele mensen gaan op onderzoek uit en wat men algemeen vermoedt, blijkt na een verkenning per fiets werkelijkheid te zijn. De auto’s die Joodse mensen na een razzia afvoeren, rijden naar een voormalige kazerne die nu als gevangenis dient. Dan neemt één van de hoofdpersonen het besluit: “Het volgende transport mag Duitsland niet bereiken!” Dat zal de 20e trein met Joden vanuit België zijn, vandaar de titel van dit boek.

De aanloop naar de eigenlijke actie is misschien wat lang maar wel interessant vanwege de toenemende spanning en het tijdsbeeld van de oorlog. We lezen over een nieuwe razzia en over mensen uit het verzet die worden gearresteerd en ook in de kazerne terecht komen. Na een mislukte ontsnappingspoging wordt één persoon gemarteld en gedood.

Boekenkrant

Langzaam – misschien iets te traag – komt de climax in zicht wanneer de auteur vertelt over de inkoop van materialen voor de bevrijdingsactie, Joden die in de trein worden geladen, de verwikkeling wanneer iemand uit het verzet niet in de geplande wagon in het midden van de rij maar in de achterste wagon terecht komt.

Bijna jongensachtig is de wijze waarop de drie mannen de trein tot stilstand weten te brengen, namelijk door in het donker een petroleumlamp op de rails te plaatsen. In de verwarring die dan ontstaat, worden enkele wagons geopend en een aantal mensen vrijgelaten.

Later weet een groot aantal mensen door het gereedschap dat onder het stro in de wagons is meegesmokkeld, nog voor aankomst in Auschwitz uit de trein te ontsnappen.

Dit boek is geen simpel succesverhaal want een aantal verzetsmensen wordt na de actie door verraad opgepakt en geëxecuteerd. Dat was het offer voor hun daad die anderen ten goede kwam.

In de Joodse Talmoed wordt gezegd: “Wie één mensenleven redt, redt een heel volk.” Die woorden vormen een – soms schrale – troost voor mensen die zich machteloos voelen en zo graag meer hadden willen doen voor medemensen in nood. Ik vond het mooi om te lezen hoe gewone maar gedreven mensen vanuit bewogenheid tot grote daden in staat zijn. Die intentie brengt dit boek op de lezer over in dit opmerkelijke en hoopgevende verhaal over mensen die zich met eenvoudige middelen en een simpel plan hebben ingezet voor Joodse landgenoten. Na 19 treinen vonden zij het genoeg geweest en hadden de dringende behoefte om een daad te stellen. Zij konden de toenmalige wereld niet veranderen maar wel de rit van dit 20e transport.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles