"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Trommelhart

Zaterdag, 29 september, 2007

Geschreven door: Adriaan Groen
Artikel door: Daan Stoffelsen

Stoere tropenarts lijdt schipbreuk op magie

Axel Banning is gewend de touwtjes in handen te hebben. Hij is de senior-arts in een Tanzaniaans provincieziekenhuis. Samen met de andere, jongere, nieuwere arts Erik, diagnosticeert hij, schrijft hij medicijnen voor en opereert hij waar noodzakelijk. Hij is een workaholic van 51 jaar, leeft alleen, al is er sinds kort wat moois opgebloeid tussen hem en zijn huishoudster Faustina. Maar dat heeft, blijkt in Adriaan Groens nieuwste roman Trommelhart, een vervelend bijeffect.

‘Onwennig kuste Axel haar. Haar lippen waren vol en hadden een smaak die hem deed denken aan anijs of venkel, en iets bitters. Hun monden lieten los, kusten opnieuw, haar tong behoedzaam tastend, als een wijfjesslang op verkenning. Buiten adem keken ze elkaar aan, tot ze met een lachje haar ogen neersloeg.
“Asante”
Axel glimlachte. Het was zo lang geleden dat hij een Tanzaniaanse vrouw had gekust dat hij was vergeten dat sommigen erna “dankjewel” zeiden.
[…]
‘s Avonds, licht in het hoofd en met de eigenaardige smaak van haar lippen nog op de zijne, drong het tot hem door dat zijn hart nog steeds als een wilde tekeerging. Pas de volgende morgen was het weg.’

Axel stelt al snel de diagnose: hij filibreert, heeft periodes van zeer onregelmatige hartslag. Het is iets, besluit hij, waar je goed mee kan leven, je bent alleen sneller moe tijdens zulke periodes. De doe-het-zelf-arts in hem probeert nog een keer een electroshock op zichzelf toe te passen met opengewerkte elektriciteitsdraadjes, maar al snel laat hij het rusten. Pas bij een zware aanval in het ziekenhuis wordt hij met spoed terug naar Nederland gevlogen. Daar komt hij in aanmerking voor een bijzondere operatie. Volstrekt veilig, verzekeren de artsen hem, maar langzamerhand begin je daaraan te twijfelen.

Dat komt door Faustina’s vermoeden dat Axel behekst is door een man die hij heeft ontslagen. Zoals hij zijn aandoening negeerde, zo negeert hij nu ook alle aanwijzingen van magie, het gefluister van de lokale ziekenhuismedewerkers, en gooit hij uiteindelijk zelfs het amulet weg dat Faustina hem gaf. Steeds meer krijg je het idee dat niet de Afrikaanse geheime krachten, maar Axels eigen koppigheid en misplaatste nuchterheid hem de das omdoen.

Boekenkrant

Het leven van de tropenarts (‘voorzover dat bestaat’, voegt hij een co-assistent toe) krijgt daarmee reliëf, en dat geeft de kwaliteit aan van de boeken van Adriaan Groen: hij relativeert het mooie beeld van avontuurlijke mannen en vrouwen zonder angst en vol idealen. Zo valt er te oordelen over relaties met ondergeschikten en over de manier waarop de hoofdpersoon van zijn vorige boek Kruisbestuiving AIDS-besmetting zou hebben opgelopen. Het ideaalbeeld komt overigens nog terug in het boek, als de leuke tv-presentatrice (Daphne Bunsbroek, maar dan fictief) met wie Axel wat krijgt, rept van een zeemansvrouwenbestaan. Ongelukkige vissersfamilies als in Op hoop van zegen en I Malavoglia bestaan niet meer, maar de vergelijking geeft het inmiddels bijna normale medische beroep van tropenarts een vleugje tragiek en heldendom.

In die thematiek zit de kwaliteit van de roman. Niet in de stijl, die is meestal prettig sober, maar af en toe opeens misplaatst barok, als het gaat om iets als de zoen van zijn geliefde of als hij last krijgt van zijn hart (‘Het leek of zijn hart probeerde wild weg te fladderen. Crêpepapieren vleugels sloegen ritselend kapot tegen zijn ribben.’). En ook niet in de plot: Groen verweeft de verhaallijnen van de arts in Tanzania en in Nederland vakkundig, voegt interessante confrontaties met zijn jongere collega en de wijze aartsbisschop toe, maar het wat al te definitieve einde van het verhaal stelt teleur.

In die beslissende hartoperatie wijst Groen duidelijk één oorzaak voor alle ellende aan, en daarmee heft hij in één beweging al die intrigerende tegenstellingen op, in de genuanceerde mannelijkheid die hij schetst, in de medische praktijk tussen wetenschappelijke zekerheden en Afrikaanse magie. Groen zet zijn beide thema’s op een zijspoor door een ervan te verabsoluteren, door een ervan de macht over leven en dood te geven.

Had hij in het midden gelaten wat Axels aandoening had veroorzaakt, had hij hem een open einde, een tweede kans gegund, dan was een deel van de betovering gebleven. Maar misschien wil ik dan toch te veel ongenuanceerd avontuur. Het is ook wel wat kneuterig van mij om de geliefde hoofdpersoon nog vele keizersnedes meer te gunnen en een gemankeerd zeemannen-bestaan met zijn tv-presentatrice. En die wens nuanceert ook mijn kritiek: een literair meesterwerk is het niet, maar onderhoudend is het zeker, zonder zweverigheid of loze anekdotiek, met interessante personages.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.