"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Trouw is de andere wang

Zondag, 8 november, 2009

Geschreven door: Peter Bekkers
Artikel door: Julia Homoet

Interessante thema’s in gekunstelde vorm

In de derde roman van Peter Bekkers (1958), behalve romancier historicus en journalist, blikt Johnny Lippy terug op zijn vriendschap met een eigenzinnige kunstenaar. Bekkers relaas over kunst, roem, status en trouw biedt genoeg materiaal tot reflectie, maar de karikaturale personages maken het soms lastig hem al te serieus te nemen.

Johnny droomt als kind al van een leven doordrenkt van roem. Hij lijkt zijn ingang tot zo’n leven gevonden te hebben wanneer hij vriendschap sluit met Conrad Pi, een avant-gardistische kunstenaar à la Damien Hirst, die zichzelf in de eerste plaats ziet als succesvol zakenman en niet schroomt zijn liefde voor geld te tonen. Conrad is een groot bewonderaar van Andy Warhol en probeert hem te imiteren. Kunst is volgens Conrad niets meer dan herhaling en nabootsing. Hij neemt dit motto dermate serieus dat hij het plan vormt om (net als Warhol) een aanslag op zichzelf te ensceneren, en deze te laten uitvoeren door zijn beste vriend Johnny. Deze daad zou Conrad de eeuwige roem moeten geven waar hij naar verlangt. Al snel in het boek vernemen we dat dit plan ongelukkig afloopt en Conrad bij deze ‘nepaanslag’ daadwerkelijk om het leven komt. Johnny, die al tijdens zijn vriendschap met Conrad een verhouding met diens vrouw Lima is begonnen, kampt na Conrads dood met gevoelens van schuld en opluchting, die hij met zijn dokter analyseert en probeert te begrijpen.

De titel van het boek geeft een van de prominente thema’s in het boek weer: trouw. Bekkers refereert aan de bekende uitspraak in het Lukas-evangelie en doelt op Johnny, die trouw blijft aan Conrad, ondanks het feit dat Conrad hem honds behandelt en de vriendschap hem weinig goeds brengt; niet alleen zijn eigenwaarde, maar ook zijn vrije burgerschap wordt ondermijnd.

Het tweede thema is roem. Ruim 75 beroemdheden (van Marilyn Monroe tot Friedrich Nietzsche) passeren in dit boek de revue, en Conrad is een uitstekend voorbeeld van iemand die van beroemdheid meer dan status heeft gemaakt. Hij is te vergelijken met zogenaamde ‘beroeps-BN-ers’, die hun bekendheid enkel nog danken aan hun deelname aan reality-programma’s als Topchef VIPS of Dancing with the stars. Roem is niet langer iets dat iemand na jarenlang hard werken beetje bij beetje vergaart, maar slechts nog een product. Als je over de juiste middelen en kanalen beschikt kan je roem kopen, winnen of, in het geval van Conrad, op drastische wijze afdwingen.

Boekenkrant

Deze thematiek sluit mooi aan bij maatschappelijke ontwikkelingen, maar komt in dit boek niet ten volle tot haar recht, omdat de ongeloofwaardigheid van de personages en situaties die Bekkers beschrijft, mij afleidt van zijn (potentieel) interessante bespiegelingen.
In zijn poging unieke personages te creëren, komt hij uit bij karakteriseringen die dermate cartoonesk zijn, dat ze mij storen in mijn beleving van het verhaal:

Onderwijl praatte en rookte hij (Conrad) zonder ophouden. Drie pakjes Gauloises per dag, vijfenzeventig sigaretten zonder filter. Hij vond het macho, zo’n dansende sigaret in zijn mondhoek. Een brandend sieraad.

Het is daarnaast de vraag op welke wijze Bekkers het thema van imitatie in zijn roman heeft willen doorvoeren. Het boek is op meerdere vlakken een herhaling van Turks Fruit en zijn vele afgeleiden: de situering in de Randstad (veelal Amsterdam); de onmogelijke relatie met een gecompliceerde, wulpse vrouw; de excentrieke personages. Een voorbeeld van deze herhaling is de kamer van John Lennon en Yoko Ono in het Hilton Hotel, waar Johnny en Lima elkaar ontmoeten (net als Ferry en Thera in De oesters van Nam Kee), of de gimmick van de terugkerende ‘spaghettini aglio e olio’, het enige gerecht dat Conrad graag klaarmaakt (zoals Thera hield van de oesters van Nam Kee). In beide gevallen staat het terugkerende element symbool voor de wereldwijze, romantische, maar vooral unieke levenswijze van de personages. Wellicht dat Bekkers hier probeert te spelen met deze clichés, maar dit komt in zijn uitwerking niet (genoeg) naar voren.

Bovendien vertelt Bekkers dit alles in een weinig bijzondere stijl. De veelal korte, eenvoudige zinnen worden hier en daar afgewisseld met een poging tot mooischrijverij (‘Met het edelmetaal van haar lach op zijn borst geprikt ging hij naar de bar om nieuwe glazen vol drank te halen’), maar ook die doet kunstmatig aan.

Bekkers verwerkt in zijn boek een aantal interessante en actuele thema’s. Helaas leiden zijn karikaturale personages, hun clichématige context en zijn (hier en daar) niet-natuurlijke stijl af van wat hij te zeggen heeft. De kunst van het herhalen beheerst hij in Trouw is de andere wang dan ook nog niet geheel.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.