"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tussen de wereld en mij

Vrijdag, 2 juni, 2017

Geschreven door: Ta-Nehisi Coates
Artikel door: Selina van der Laan

Woede en frustratie van zwarten in de VS

[Essay] Na een reeks door de Amerikaanse staat gesanctioneerde politiemoorden op zwarte burgers schrijft Ta-Nehisi Coates een brief aan zijn vijftienjarige zoon Samori. Deze brief neemt uiteindelijk de vorm aan van het boek Between the World and Me (vertaald als Tussen de wereld en mij). Het verhaal is een reis door modern Amerika aan de hand van de zwarte ervaring. Coates probeert middels deze brief zowel zijn zoon te beschermen, door hem te wijzen op de kwetsbaarheid van het zwarte leven, alsmede hem ‘the way of the world’ te tonen.

Over het geheel genomen is Between the World and Me een dijk van een roman. Hoewel sterk Amerikaans is Coates’ beleving levendig en tastbaar genoeg om de landsgrenzen te ontstijgen. Deze kracht komt uit het persoonlijke aspect van het verhaal: de lezer voelt de die schuil gaan achter de woorden. Het gebruik van memoires voor het aankaarten onrechtvaardigheid is een welbekend genre in de literatuur: de protestroman. Dit type werk kenmerkt zich door de beschrijving van grootschalige sociale problemen via de uitwerking die deze problematiek heeft op literaire protagonisten. In deze traditie dienen we Between the World and Me dan ook te plaatsen. Het grootste gevaar van de autobiografische protestroman, namelijk de anekdotische bewijsvoering, weet Coates geraffineerd te omzeilen. Er is geen moment waarop Between the World and Me onecht of overdreven aanvoelt. Daarnaast is er, ter verdienste van Coates, niet de pretentie dat de auteur namens zwarten als homogene gemeenschap spreekt. Hij verwijst liefdevol naar zijn universiteitstijd waarin hij de diversiteit van ‘zwart Amerika’ leert kennen. Coates versmelt zijn gevoelens en ervaringen tot iets wat de kern van racistisch Amerika raakt, zonder daarbij zwarte mensen te reduceren tot een eenduidig gegeven. De zwarte identiteit treft hen nu eenmaal als een gewelddadig gegeven en daardoor is er sprake van een gedeelde ervaring.

Ras als machtsmiddel

Verreweg het belangrijkste element van Between the World and Me is de notie van ras als machtsmiddel. Door het gehele boek heen beschrijft Coates wat het betekent om zwart te zijn in Amerika: de dreiging van geweld die zich meester maakte van zijn jeugd in een getto van Baltimore, het gevoel van herkenning en thuiskomst op de zwarte universiteitscampus Het Mekka, en de angst die hij voelt wetende dat hij zijn zoon nooit tegen diens land zal kunnen beschermen. Coates stelt dat huidskleur een plaats in de maatschappelijke hiërarchie uitdrukt: de zwarte huid is een symbool van ondergeschiktheid. Het politiegeweld en de wetteloosheid die het zwarte lichaam raken zijn hier bedroevende voorbeelden van. Om dit punt te illustreren haalt Coates niet alleen de bekendere voorbeelden van Michael Brown en Treyvon Martin aan, maar put hij ook uit persoonlijk verlies. Om deze reden is de connectie tussen huidskleur, machtsverdeling, en het buiten de wet plaatsen van bepaalde groeperingen zo sterk in Between the World and Me, zowel in literair als in analytisch opzicht. De angel van het argument zit hem in het gebruik van rassenconstructie als middel van onderdrukking. Coates beschrijft uitvoerig hoe de notie van ras is gestold in ons denken. De systematische achterstelling waar zwarten aan onderworpen worden, is onlosmakelijk verbonden aan de constructie van ras. Een kernachtige formulering van deze gedachte zien we in het volgende fragment:

Boekenkrant

“Racism – the need to ascribe bone-deep features to people and then humiliate, reduce, and destroy them – inevitably follows form this inalterable condition. In this way, racism is rendered as the innocent daughter of Mother Nature, and one is left to deplore the Middle Passage or the Trail of Tears the way one deplores an earthquake, a tornado, or any other phenomenon that can be cast as beyond the handiwork of men.

But race is the child of racism, not the father. And the process of naming “the people” has never been a matter of genealogy and physiognomy so much as one of hierarchy. Difference in hue and hair is old. But the belief in the pre-eminence of hue and hair, the notion that these factors can correctly organize a society and that they signify deeper attributes, which are indelible – this is the new idea at the heart of these new people who have been brought up hopelessly, tragically, deceitfully, to believe that they are white.

These new people are, like us, a modern invention. But unlike us, their new name has no real meaning divorced from the machinery of criminal power.”

Between the World and Me is, zoals reeds vermeld, geschreven als brief aan Coates’ zoon. Vanwege de overweldigende populariteit is, bedoeld of onbedoeld, naast zijn zoon Samori het witte publiek de voornaamste lezer geworden. De autobiografische stijl leent zich ervoor een verhaal te vertellen dat herkenbaar is voor zwarten, maar niet voor witten. Zo opent het narratief mogelijkheden voor gemarginaliseerde groepen, in dit geval zwarten, om bij te dragen aan het publieke debat. Het is hierbij van belang op te merken dat de witte lezer niet actief deel wordt gemaakt van het verhaal. De brief is immers gericht aan Coates’ zoon. De intimiteit die hierdoor ontstaat, biedt de gelegenheid om, als eenmaal de laatste pagina gelezen is, het boek te laten bezinken. Het verhaal raakt de lezer zonder van hem of haar enige directe actie te vereisen. Tijdens het lezen voelde ik me af en toe verstomd: alsof ik een gesprek meeluisterde waarin flarden mij betroffen, maar de erkenning van mijn persoon momenteel niet relevant was. Misschien is het voor de witte (Amerikaanse) lezer een goede ervaring om er ‘even niet toe te doen’. Om teruggeworpen te worden op de belevingswereld van anderen.

Sociale verandering

Dit gezegd hebbende, kleven er ook enige moeilijkheden aan deze intieme benadering. Coates situeert zijn kritiek op Amerikaans racisme binnen de context van een persoonlijk verhaal waardoor deze kritiek een onmiskenbare individuele basis krijgt, wat leidt tot de verzwakking van het collectieve element. Met dit in het achterhoofd rijst de vraag in hoeverre Coates daadwerkelijk een sociale verandering op het oog heeft. Veelal blijft het in Between the World and Me stil rondom de sociale bewegingen die zich vormden na de gewelddadige gebeurtenissen, denk hierbij aan Black Lives Matter. De nadruk wordt mijns inziens vaak te sterk gelegd op de individuele benadering. Coates omschrijft een strijd om leven die ononderbroken moet worden geleverd zolang ‘The American Dream’ prooi maakt van het zwarte lichaam. Deze strijd is echter voornamelijk gericht op het eigen behoud van lijf en leven; het geloof in een beter Amerika is een illusie. Hoop, zo beargumenteert Coates, is onbruikbaar om jezelf als zwarte staande te houden in Amerika. Coates zinspeelt niet op protest of sociale bewegingen. Met het terzijde plaatsen van huidige collectieve bewegingen en de invloed die deze hebben geeft Coates veel macht uit burgerhanden. De afwezigheid van opruiend taalgebruik werkt zowel in Coates’ voordeel als nadeel.

Als alternatief referentiekader verricht Between the World en Me goed werk om de mankementen in de gelijkheid- en vrijheidsideologie van Amerika aan te tonen, maar er wordt geen aanzet getoond om deze problematiek aan te pakken. Bij vlagen lijkt Coates zelfs helemaal de hoop op verbetering te laten varen en vervalt hij in gedesillusioneerde wanhoop: blanken zullen nooit ontwaken uit ‘The American Dream’ aangezien zij de racistische fundamenten van de samenleving niet erkennen.

Een antwoord op het ‘hoe nu verder’ blijft Coates de lezer schuldig, en die laatste blijft in dubio achter zich afvragend in hoeverre dit een problematisch aspect is. Maar juist hierdoor keert de lezer terug naar het verhaal: niet alleen hadden Coates’ ideeën resonantie, maar ik herlas het verhaal om opnieuw over deze ideeën na te denken. Wat dat betreft kan er geen groter compliment gegeven worden aan een schrijver.

Eerder verschenen in Splijtstof