"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Tussen kunst en cash

Donderdag, 10 juni, 2021

Geschreven door: Pieter van Os, Arjen Ribbens
Artikel door: Niklas Anderberg

Wat de gek er voor geeft

[Recensie] De onfortuinlijke verbintenis tussen kunst en geld is van alle tijden. De touwtrekkerij tussen Michelangelo en paus Julius de tweede (´il terribile´) is alom bekend. De armzalige kunstenaar die belast werd met de opdracht om in de Sixtijnse Kapel de ontblote geslachtsdelen over te schilderen, is de geschiedenis ingegaan als ´il Braghettone´ wat zoiets betekent als de broekschilder. De vraag is of die bijnaam te prefereren is boven die van Julius. Succesvolle kunstenaars die goed verdienen zijn dun gezaaid. Gerard Dou lukte het wel. Hij laat ons weten (of geloven) dat hij zijn uurloon berekende en vervolgens een week besteedde aan een bezemsteel zo klein als de nagel van zijn pink.

Jackson Pollock was meer een ongeleid projectiel. Voordat hij ontdekt werd door Peggy Guggenheim leefde hij in armoede. Later bedacht hij zijn eigen manier om de waarde van een schilderij te bepalen: door het aantal vierkanten van de spielatten op de achterkant te tellen.

Terwijl maar 95% van de kunstenaars onder de armoedegrens leven blijven de prijzen op de veilingen stijgen. In de inleiding van Tussen kunst en cash wordt het bedrag genoemd voor het aan Leonardo da Vinci toegeschreven schilderij Salvatore Mundi: 400 miljoen dollar. Dit terwijl kenners grote twijfels hebben over de authenticiteit van het schilderij. Inmiddels is het absurd hoge bedrag opgelopen tot 450 miljoen. Het schilderij is zo vaak overgeschilderd dat het moeilijkis vast te stellen of Da Vinci er überhaupt aan gewerkt heeft. In 2005 werd Salvatore Mundi verkocht als een kopie voor een luttele 10.000 dollar. Maar de magische merknaam Da Vinci doet wonderen.

Ondertussen loopt een slepende rechtszaak tussen de Zwitserse kunsthandelaar Yves Bouvier en de Russische meststof-miljardair, tevens eigenaar van AS Monaco, Rybolovlev. De Rus eist het adembenemende bedrag van 1 miljard dollar en de kunstdealer is een evenredige tegeneis aan het voorbereiden. Het schilderij is overigens spoorloos; het gerucht gaat dat het zich in Saudi-Arabië bevindt, om precies te zijn aan boord van een jacht van Mohammad bin Salman.

Kookboeken Nieuws

In vergelijking met deze duizelingwekkende alpentoppen van zakendoen zijn de pieken in Nederland niet zo indrukwekkend. In het hoofdstuk ´DE OPLICHTER´ bezoeken de auteurs Kerst W., een exploitant van zomerhuizen “die zijn laatste grijze haren boven de oren kort houdt.” Deze ontmoeting vond plaats “op en bewolkte dag in het voorjaar van 2020”. Zijn misdaad bestond uit het weglaten van het woord ´niet´ in een brief over de toeschrijving van een schilderij aan van Gogh. Valsheid in geschrifte; hij werd veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf waarvan drie voorwaardelijk. Het schilderij mocht hij houden. Kerst W. komt er eerlijk voor uit: hij heeft niets met kunst. Hij geeft ruiterlijk toe dat hij liever naar het menukaartje kijkt dan naar zijn “Van Gogh”.

De schrijvers bewegen zich tussen onderzoeks- en misdaadjournalistiek, tussen Twan Huys en John van den Heuvel. De toon fluctueert tussen ironisch en licht spottend (“Nee, dat raadt je de koekoek”). Sinds de komst – en het vertrek – van Vandermeersch is deze stijl de NRC ingeslopen. Lezen we een kwaliteitskrant of een boulevardblad? Is het NRC of inderdaad GeenStijl?

De lezer wordt regelmatig getrakteerd op een weerrapport en een beknopte beschrijving van het uiterlijk van de verdachte personen in het boek. Zo nu en dan krijg je het gevoel bij van Kooten en de Bie aan tafel te zitten. Brilmonturen spelen een niet onbelangrijke rol. Soms zijn ze “stevig”, soms “deftig”, vaak worden ze vergezeld van “kort, sluik haar”, of juist “stevig, licht golvend grijs” en vervolmaakt met een “ringbaard”. Soms wordt het bezoek afgelegd op een zonnige voorjaarsdag, dan weer op een druilerige ochtend in november. Woorden als “manlief” en “potsierlijk” worden graag in combinatie gebruikt. Om de lezer te overtuigen het boek aan te schaffen verkondigt de blurp op de achterkant: “U heeft in een potje met poep geroerd” (de weduwe van Constant Nieuwenhuys).

Desalniettemin geeft Tussen kunst en cash een onthullende inkijk in de wondere wereld van de kunst en de machinaties van een steeds cynischer wordende kunstmarkt. Pieter van Os en Arjen Ribbens zijn beiden afkomstig uit een milieu waarin kunst een intrinsieke waarde heeft. Men hield van kunst en de eventuele waarde ervan was van ondergeschikt belang.

De schrijvers zeggen dat de waarde van kunst bepaald wordt door “wat een gek ervoor geeft”. Deze vaak gehoorde bewering is ten dele waar maar voor een kunstwerk zonder signatuur en keurmerk heeft niemand belangstelling. De waarde wordt bepaald door de handel en wandel van de beleggers, speculanten en museumdirecteuren én voor een belangrijk deel door een paar galerieën die grote spelers op de internationale markt zijn. De geldstroom in de mondiale kunstwereld is twee keer zo groot als de omzet van het totale Europese profvoetbal. Met het verschil dat 80% van alle waardevolle kunst in z.g. freeports hangt; beveiligde, hightech pakhuizen in belastingvrije zones, bijvoorbeeld in Luxemburg en Singapore.

Henk van Os, voormalig directeur van het Rijksmuseum, verheugt zich volgens zijn zoon niet op het verschijnen van het boek. Dat kunst een alternatieve vorm van belegging is geworden wisten we allang maar dat de kunstmarkt zo´n enorme vlucht genomen heeft is toch even slikken.

Na veel publiciteit en een onthullende tv-documentaire heeft de naam van kunsthistoricus en handelaar Jan Six een knauw gekregen. In Tussen kunst en cash komt hij niet goed uit de verf (!). Zou deze aimabele jongeman met zijn “ravenzwarte haar” een oplichter kunnen zijn? De Amerikaanse verzamelaar Thomas Kaplan, die in het bezit is van een collectie Nederlandse kunst, inclusief vijftien Rembrandts, zegt niets meer met Six te maken willen hebben. Deze zou hem willens en wetens een schilderij hebben aangeboden dat valselijk toegeschreven was aan Gerard Dou. Kaplan die vroeger bevriend was met Six zegt nu dat hij zo vaak is voorgelogen dat van een eventuele samenwerking in de toekomst geen sprake kan zijn. “Six is pure evil”, verzucht hij.

Ook tussen Six en de kenner van Rembrandt bij uitstek, Ernst van Wetering, is het niet goed gegaan. De schrijvers spreken van een vadermoord van de jonge kunsthandelaar die jarenlang bij zijn mentor kind aan huis was. Tot tranen toe geroerd heeft Van Wetering publiekelijk alle banden met Six verbroken.

Voor een buitenstaander is het niet altijd makkelijk om feit en fictie te onderscheiden. Is een reliëf van Schoonhoven vervalst en door wie? Houden de presentatoren van het populaire tv-programma Tussen kunst en kitsch de schattingen bewust laag om vervolgens zelf zaken te doen met de getoonde kunstvoorwerpen? Is Beatrix Ruf, voormalig directeur van het Stedelijk, slachtoffer van ´onze reeks artikelen in NRC´?

Ruf zal ongetwijfeld haar eigen belangen – en die van haar bevriende galeriehouders uit Zwitserland – behartigen, maar het is nogal gratuit om te insinueren dat haar beleid voort zou komen uit afgunst op “de mooie bezoekersaantallen” ten tijde van haar voorganger. Ruf zegt terecht dat iedereen een Picasso op de gevel kan zetten. Als leider van een toonaangevend museum voor hedendaagse kunst mag je ook experimentele en uitdagende kunst van minder bekende kunstenaars verwachten.

Kunstmarktkunst? Zeker, maar is dat per definitie altijd verkeerd? Belangenverstrengeling mag dan ongewenst zijn maar soms kan het interessantere tentoonstellingen opleveren dan grote en voorspelbare publiekstrekkers.

De Oranjes zijn volgens Van Os en Ribbens de grootste kunstVERkopers van Nederland. Ze zijn geen verzamelaars maar ontzamelaars. Dit wordt onder meer geïllustreerd door het trieste verhaal van de “vader van de Indonesische schilderkunst” Raden Saleh. Zijn enorme schilderij (300 x 396 cm) – dat volgens de schrijvers zonder lijst 170 kg zou wegen – heeft een bewogen reis door de geschiedenis gemaakt. Bijna honderd jaar heeft het dubbelgevouwen, opgerold en in deplorabele toestand tussen de behangrollen op paleis Het Loo gestaan. Niemand van de Oranjes wilde de vluchtende buffels en tijgers op het schilderij Boschbrand uit 1849 boven de bank hebben. Ze hadden het gemakshalve een in koninklijke kringen passende titel gegeven; Buffeljacht.

Als achttienjarige kwam Raden Saleh van Java naar Nederland en ontving van het ministerie van Koloniën een jaarlijkse toelage van 2000 gulden. In 1846 werd dit bedrag door koning Willem II omgezet in een maandelijkse uitkering van 200 gulden die Saleh tot zijn overlijden in 1880 bleef ontvangen. Als dank had de kunstenaar vijftien schilderijen aan het koningshuis geschonken – ze zijn allemaal verloren gegaan.

Na grondige restauratie is het schilderij gered van een zekere ondergang. Maar het is niet voor Nederland bewaard gebleven: het meesterwerk hangt tegenwoordig in de erezaal van National Gallery Singapore. Dit museum wordt het Louvre van Zuidoost-Azië genoemd en het schilderij Raden Salehs Nachtwacht.

Het is niet voor het eerst dat nationaal erfgoed onder niet geheel duidelijke omstandigheden Nederland verlaat. “Off the record” zou er tussen de drie en vijf miljoen dollar voor betaald zijn.

Het Moco museum in Amsterdam is een toeristische attractie geworden van hetzelfde niveau als de Keukenhof en de wallen. Op de vraag aan een bezoeker of hij het Rijksmuseum ook zou bezoeken kregen de auteurs het antwoord: wat is daar te zien dan? Ondanks de protesten van Banksy heeft het Moco een ruimte ingericht onder de noemer “Anti-capitalism”. Arme Banksy. Tegen zijn zin wordt hij opgeslokt door de grote haaien van de kunstmarkt. Direct na de spectaculaire stunt met de versnippermachine die per abuis stopte halverwege het kunstwerk, riep de directeur van Sotheby´s handenwrijvend uit: Vandaag is een historische dag. Het meisje met de ballon is dubbel zo veel waard geworden!

Hij had gelijk. Vechten tegen de Leviathan lukt alleen in de Bijbel. Henk van Os heeft ook gelijk; Tussen kunst en cash zou je liever niet willen lezen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles