"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Twee zomers

Vrijdag, 9 augustus, 2019

Geschreven door: Erik Orsenna
Artikel door: Elisabeth Francet

Te woelig voor woorden

[Recensie] Voor de kust van Bretagne ligt een eiland, zo klein dat de inwoners er voortdurend op elkaars lip zitten, maar gezegend met een perfect microklimaat, een hoog jodiumgehalte en spectaculaire getijden. Voor de faunachtige Gilles is dit het beloofde land. Met zijn zevenenveertig katten betrekt hij er voor de zomer een woning tussen de rotsen, in een poging de dood van zijn geliefde Jean Cocteau te verwerken. Maar wat vermag een eiland, behalve ons met onze zwakheden confronteren?

Gilles, het hoofdpersonage van Twee zomers, van de Franse auteur Erik Orsenna (1947), is Parijs ontvlucht en zal proberen op het eiland voort te werken aan zijn vertaling van Henry James’ The Portrait of a Lady. Al gauw ervaart hij dat woorden van hartstocht hier worden onderdrukt, omdat de bewoners zo dicht op elkaar zitten. Schrijvende flaneurs en eeuwige promovendi hokken er samen. Ze voelen zich als een vis in het water in een atmosfeer van permanente verveling – wat naar verluidt uitstekend is voor de gezondheid. Hun onderdrukte hartstocht ten spijt, bedienen ze zich van een buitengewoon accurate woordenschat.

Op een dag krijgt Gilles uit Parijs het verzoek Nabokovs jongste roman Ada, or Ardor, een hermetische familiekroniek, naar het Frans te vertalen. De vertaler ziet zich voor een schier onmogelijke opdracht gesteld. Uit de meegestuurde brieven van de Nobelprijskandidaat (het verhaal speelt zich af in de jaren ’60) blijkt dat hij met een verwaande gek te maken heeft. Nabokov hangt op datzelfde moment de grote meneer uit in Montreux en heeft de gewoonte zich te moeien met vertaalwerk. Al te gemaniëreerde wanvertalers – en dat zijn alle vertalers van zijn werk – veegt hij bij voorbaat de mantel uit.

Zodra Gilles Nabokovs vlinderachtige, nomadische taal onder ogen krijgt, verlamt zijn hand: writer’s block! Het lichtvleugelige personage Ada en haar elegante pantoffeltjes brengen hem tot wanhoop. Wat weet hij uiteindelijk over vrouwen?

Boekenkrant

“Vanaf het moment waarop hij overweldigd en ontzet zat te lezen, ging het met de kwaal van de vertaler van kwaad tot erger. Zoals we al weten lag het niet in zijn aard om voort te maken.”

Gilles’ hartstocht verkrampt en hij schuift Nabokovs tekst zo ver mogelijk van zich af.

Veilig op zijn Bretons eiland probeert hij zo min mogelijk aan zijn opdracht te denken en houdt zich doof en blind voor de karrenvracht aan brieven van zijn uitgever. Tot hij de jonge botanica Mme de Saint-Exupéry ontmoet, nakomelinge van de welbekende schrijver. Intussen is de zomervakantie aangebroken en arriveren sterk naar zonnebrand ruikende groepjes mensen. Ook een verse lading jongemannen met woordenboeken meert aan.

De uitgever stelt Gilles voor een ultimatum. Daags voor het verstrijken ervan steekt een ongezien hevige storm op. “God heeft de bouwers van de toren van Babel gestraft”, roept de pastoor uit.

Twee zomers, een uitbundig heroïsche vertelling en bruisende lofzang op de Franse taal, levendig vertaald door Marijke Arijs, is een variant op de oudtestamentische ‘Toren van Babel’. Uit een zee van spraakverwarring rijst de metafoor van het eiland. Een gedroomde plek voor vertalers. De vertelling houdt ook een waarschuwing in: een eiland is een woelige ondergrond voor woorden. Het lot van een vertaling is er hoogst onzeker.

Eerder verschenen op Geendagzonderboek

Twee zomers